Zorgen in een zomer k. n. l. c Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land en Tainbouw en Veeteelt in Zeeland r\E landbouw veroorzaakt weer grote proble- men in de E.E.G. Waarom? Tien jaar gele den zou er gezegd zijn: omdat hij achter ligt in het proces van eenwording van de Euromarkt. Nu moet het antwoord luiden: omdat hij te ver voor op is komen te liggen bij die eenmaking. VRIJDAG 15 AUGUSTUS 1969 57e Jaargang No. 2993 y In dit nummer o.m. Tuinbouwklanken en Dingen van de week. Pag. 4 Pachtregistratie en ruil verkaveling en de voor lopige oogstraming vroege akkerbouwge wassen. Pag. 5 Het rundvee op de Agrarische dagen op Walcheren. Pag. 6 Mechanisatienieuws van handel en industrie. Pag. 7 Het oogsten en bewa ren van zaaiuien. Pag. 8 en 9 Export van melkscha- pen, en het keurings- verslag van de warm- bloedpaarden te Oost- kapelle. Pag. 11 - - Deze week op de middenpagina's 8 en 9 een artikel over de oogst en het bewaren van zaaiuien en de zaken die hierbij van belang kunnen zijn. Op de foto de „Van Rumpt"-uienrooimachine uitgevoerd met open horizontale schijven voor een rijenafstand van 30 cm of meer. FRANSE DONDERSLAG VELT EUROMARKT LIET is een haast ongekend mooie zomer, die 1 wij meemaken. De graanoogst ving aan on der ideale omstandigheden. De stand van het ge was heeft een goede oogst beloofd. Al zijn dan de eerste ervaringen met de opbrengst niet al te best, de gemiddelde oogstverwachting is niet slecht. Natuurlijk hebben hier en daar onweers buien de nodige schade aangebracht. Geen zomer dus om zich op het moment grote zorgen te ma ken, althans in de dagelijkse landbouwpraktijk. Maar landbouwpolitiek was het klimaat toch al een tijd ongunstig. Het gemeenschappelijke land bouwbeleid van de E.E.G. is in het slop geraakt. De besluiteloosheid van Brussel met betrekking tot de zuiv^lpolitiek voor dit jaar is verontrustend en ergerlijk. En de graantelers, die kennis maakten met de prijzen voor de nieuwe oogst, hebben ook ervaren, dat er iets mis moet zijn in of rondom het markt- en prijsbeleid. Nu is daar dan als een donderslag aan een hel dere zomerhemel de devaluatie van de Franse franc. Dat er wat lou gebeuren met het geld hier en daar in de E.E.G. en daarbuiten kon wel worden vermoed. Maar dat zou, dacht men, in de herfst gebeuren, als er een nieuwe Duitse regering zou zijn en de Franse meer ingeschoten zou zijn. De Franse devaluatie heeft nogal wat deining teweeggebracht in werkkamers van vergaderzalen van Europese regeringsdepartementen en naastlig gende instanties en organisaties, niet in het minst op landbouwgebied. Op het moment van schrijven van deze regels is de E.E.G.-Ministerraad nog bij een om zich over maatregelen, vooral ook ten aan zien van de landbouwprijzen te beraden. Waarom gebeurt dat? Waar gaan wij heen? STAGNERENDE GEMEENSCHAP Op een gegeven moment werd de eenheidsmarkt voor landbouwprodukten een feit. Althans voor wat betreft het vervallen van de onderlinge rechten, heffingen e.d. Wat voorlopig nog bleef bestaan waren belemmerende regelingen in verband met nog bestaande verschillen in belastingen, vee- artsenijkundige en gezondheidsregelingen e.d. De prijzen werden gelijkgeschakeld. De officiële richt prijzen werden gelijk voor het hele E.E.G.-gebied en uitgedrukt in een aparte kunstmatige geldsoort, de z.g. rekeneenheid, die gelijk gesteld werd aan de dollar (ƒ3,62). Van daaruit werden de richtprij zen in de verschillende nationale geld-eenheden omgerekend. Als er dus iets veranderde aan de officiële waar de van het nationale geld, zou automatisch direkt het prijspeil van landbouwprodukten in dat land veranderen. Vermindert het geld in waarde, dan staan er dus meer nationale geld-eenheden tegen over de reken-eenheid en worden dus de nationale landbouwprijzen evenredig hoger. Is er sprake van opwaardering of revaluatie, dan gaan de landbouw prijzen in nationale munt uitgedrukt omlaag. Dit uitdrukken van de gemeenschappelijke prij zen in een en dezelfde reken-eenheid was logisch en liep vooruit op de verdere eenmaking van de volkshuishoudingen der zes E.E.G.-landen. Een eenmaking, die om allerlei redenen is gaan stag neren. Met het gevolg dat die eenmaking steeds verder weg schijnt te raken uit het denken van vele politici en financieel-economische experts. Want waarom wordt aan devaluatie gedacht? Om in één keer uit een situatie van boven zijn stand leven te geraken. De eigen uit te voeren produk- ten worden goedkoper, er ontstaat een gunstiger konkurrentiepositie Daarentegen wordt natuurlijk de invoer duurder. Op den duur verdwijnen dan weer de voordelen van zo'r. geldwaarde-verande ring. Maar als men zich goed realiseert dat in een E.E.G.-land bij devaluatie direkt de landbouwpro dukten (en dus ook voedingsmiddelen) duurder worden, heeft zo'n devaluatie weinig zin, want dan is des te sneller het gunstige effekt weg. (Zie verder pagina 34

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1