r
Samenwerking en onteigening
VRIJDAG 8 AUGUSTUS 3909
57e Jaargang No. 2992
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
V.
K. N. L. C.
Verder in dit nummer o.m.
De cijfers van de land
bouwtelling mei 1969
pagina 3
Uit de praktijk pagina 5
De maand augustus op
het Zeeuws Landbouwbe
drijf pagina 1011
Markt en Plattelands-
jeugd pagina 17 en 18
„Vroeg begonnen, veel gewonnen!" Aan de hand van dit spreekwoord wordt door ir. J. A. Hoenderken van het Konsulent-
schap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij in een artikel over de aardappeloogst er op gewezen dat met het dood
spuiten tijdig moet worden begonnen en waarin ook het rooien en de afvoer van de aardappelen onder de loep worden
genomen (pag. 9 en 12).
I~)E omstandigheden in de land- en tuinbouw leiden
ertoe, dat hoe langer hoe meer wordt samen
gewerkt. Bij horizontale samenwerking kan men
zowel denken aan de samenwerking tussen twee of
meer zelfstandige bedrijven, maar ook aan de sa
menwerking tussen vader en zoon. De bedoeling
van de samenwerking tuscen vader en zoon is dan
veelal om op deze manier de bedrijfsovername zo
soepel en geleidelijk mogelijk te laten verlopen.
Daardoor kan er bij een latere boedelscheiding vol
doende rekening worden gehouden met de jaren,
die de meewerkende zoon reeds in het bedrijf heeft
gewerkt. Men zal er echter wel goed op bedacht
moeten zijn, welke samenwerkingsvorm men kiest.
De bedrijfsekonomische, fiskale en juridische facet
ten van samenwerkingsvormen komen niet aan de
orde in dit artikel. Maar wel wordt ingegaan op de
konsekwenties van samenwerkingsvormen bij ont
eigening. De vermogensschade blijft daarbij buiten
beschouwing, wij bepalen ons tot de inkomens-
schade en de daarmede samenhangende bedrijfs
schadevergoeding.
VORM VAN DE SAMENWERKING
VAN BELANG
LIET blijkt dat bij onteigening de hoogte van de
1 1 bedrijfsschadevergoeding sterk afhankelijk
is van de samenwerkingsvorm die tussen vader en
zoon is gekozen
Volgens de onteigeningswet wordt er slechts een
schadevergoeding toegekend aan hen, die op de
grond of de opstallen een zakelijk recht hebben.
Dat kan dus zijn een eigenaar, een mede-eigenaar,
erfpachter, vruchtgebruiker, beklemde meier,, hypo
theekhouder, huurder en pachter.
Dit houdt tevens in dat vele anderen bij onteige
ning niet in aanmerking komen voor een bedrijfs
schadevergoeding, zoals arbeiders en meewerken
de zoons.
NADELIGE GEVOLGEN
CR komen een aantal vormen van samenwer-
king in de landbouw voor, die nadelige ge-
volge'n hebben bij onteigening:
1. Er wordt een min of meer volledig loon aan de
meewerkende zoon uitbetaald. Dit loont vormt
voor de vader een ko9tenfaktor, die zijn bedrijfs
winst vermindert. Bij onteigening merkt vader
dit in een geringere vergoeding van inkomens-
schade. De meewerkende zoon krijgt in dit ge
val helemaal niets, aangezien hij geen zakelijk
recht heeft op de grond of op de opstallen.
2. Er wordt aan de meewerkende zoon een van
te voren bepaald aandeel in de jaarlijkse winst
uitgekeerd.
De onteigenende instanties verminderen de
jaarlijkse inkomensderving met de gebruikelijke
winstuitkeringen.
Met betrekking tot het aandeel van de meewer
kende zoon in de bedrijfswinst kan geen scha
devergoeding worden geëist, omdat hij geen
eigenaar is.
3. Vader an zoon sluiten een firma of maatschap,
waarbij vader alleen eigenaar is van het bedrijf.
Di situatie ten aanzien van de uit te keren ver
goeding voor inkomensschade is als onder 2,
Ook hier krijgt de vader de vermogenswaarde
van het onteigende bedrijf uitbetaald plus zijn
deel voor de bedrijfs;chadevergoeding. De zoon
krijgt niets omdat hij 'geen zakelijk recht heeft.
ONTEIGENING OP LIQUIDATIEBASIS
ONGUNSTIG
IN een aantal gevallen is in een dergelijke
situatie nog wel een redelijke oplossing ge
vonden. Wordt zo'n firma of maatschap, waarbij de
vader volledig eigenaar is van het onroerend goed.
door onteigening getroffen, dan werd het in diverse
gevallen redelijk geoordeeld de schadeloosstelling
te berekenen op basis van voortzetting van het ge
hele bedrijf elders.
(Zie verder pagina 3.)