Provinciale fokgeitendag 1969 Schuimaarde als grondverbeteringsmiddel 9 De Zeeuwse geitenfokkerij, in vergelijking met vroeger sterk ingekrompen, blijkt nog springle vend. Een 30-tal inzenders brachten 73 geiten, bokken en lammeren voor op de provinciale fok geitendag die zaterdag 5 juli, tegelijk met de fok- veedag voor Zuid- en Noord Beveland te Goes op het terrein van de Coöp. Veilingvereniging werd gehouden. In een 2-tal rubrieken voor sportfokkers werden 9 geiten en lammeren voorgebracht, meest behorend tot het Toggenburgerras. De witte, ongehorende Nederlandse geit gaf even wel te toon aan. De bokken bleken van goede kwaliteit te zijn. William van Stolwijk, een 4-jarige bok van Mevr. T. Pimmelaar- v.d. stadt te Haamstede, werd kampioen. Het is een best ontwikkelde bok van goed type met sterk beenwerk en een uitsteken de produktie-afstamming. Als reserve-kampioen werd een Zeeuws produkt aangewezen n.l. de 6- jarige Diederik uit de Hogenboomlaan, gefokt door A. J. Verboom te Renesse en thans in bezit van de geitenfokvereniging Wemeldinge. Ook deze sterk gebouwde bok vertoont nog geen slijtage en munt ook uit in het beenwerk. Het solide beenwerk viel ook op bij de bok- zo wel als de geitlammeren. Bij de boklammeren kwam vooraan Piet van de Kasteelweg, van D.San- dee te Nieuwdorp. Zijn moeder, de K.S.-geit Cor- rie, nummer 1 in de produktieklasse, bracht het op deze keuring tot reserve-kampioene. In de goede rubrieken geitlammeren kwamen vooraan LIENA 2 van F. Weijer te Wolfaartsdijk (oudere lammeren) en Mieneke van de Lewedijk van H.Steenblok te Nieuwdorp (jongste lammeren). Dé grote kollektie eenjarige geiten viel ook op door uniformiteit in type, goede ontwikkeling en overwegend goede beenstanden en merendeels goed ontwikkelde uiers. Marianne 10 van D. Wiskerke te Wilhelminadorp beet hier het spits af.. De 2-jarige geiten maakten minder indruk. Deze rubriek werd evenwel geleid door een tweetal dieren van goede kwaliteit. De sterke, typische en goed ontwikkelde Liena van F. Weijer kwam voor aan. Margriet v. d. Sluis van J. Koolaard te Anna Ja- cobapolder leidde de rubriek 3 en4-jarige melk- geiten. Iri deze rubriek werden vele goede geiten voorgebracht. Hetzelfde geldt voor de rubriek 5-jarige geiten waar Sonja van J. Geelhoed de kop deed. Deze fraaie, best ontwikkelde geit met prima uier werd later kampioen. Corrie van D. Sandee, deed zeer weinig voor haar onder. Zo mogelijk nog meer type vertonend had ze iets minder ontwikkeling dan haar rivale. Zoals gemeld bracht Corrie het tot het reserve-kampioenschap. De rubriek 6-jarige en oudere geiten bestond uit 6 goed ontwikkelde geiten met goede uiers. Een 2-tal produktieve 8-jarige geiten, met nog zeer weinig slijtage kwam hier vooraan n.l. la Els je van F. Weijer en lb Coba een keurstamboek- geit van K. Kleinepier te Zoutelande. Laatstge noemde geit moest het tegen Corrie, reserve kampioene voornoemd, afleggen in de prodüktie- klasse. Uit de rubrieken sportgeiten kunnen met ere genoemd worden het Toggenburger geitlam Jan- nie van J. D. Lindenbergh te Schore en de 1-ja- rige vastgebouwde Toggenbürger melkgeit van K- v. d. Linde te 's Heer Hendrikskinderen. Bij de bedrijfsgroepen, waartoe drie melkgeiten moesten worden opgesteld, verwierf D. Wiskerke te Wilhelminadorp met zijn groep best ontwik kelde geiten de la prijs en R. C. W. de Haan te Haamstede met een uniforme groep sterke melk geiten de lb prijs. Kringgroepen met tenminste vier melkgeiten gaf de le plaats voor De Bevelanden, de 2e plaats voor Walcheren en de 3e plaats voor Tholen en St. Philipsland. De beide eerste groepen bestonden uit goed bij elkaar passende, typische, best ontwikkelde melk geiten met brede, goed gevormde uiers; de laatste groep bestond uit iets fijnere geiten, met veel adel C. DEN ENGELSEN In Zeeland liggen er vooral in de oudere polders van Oost Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Zuid- Beveland, Westelijk Schouwen en Tholen nogal wat bouwlandgronden waarvan de kalktoestand niet al te best is. Veelal betreft dit de lichtere gronden en gronden die door ruil- en herverkaveling in orde zijn gebracht. Dit wil niet zeggen dat de pH-KCl of het kalk- toestandcijfer nu direct te laag is. Deze ligt meestal wel op een redelijk niveau. Het gaat hier vooral om het gehalte aan koolzure kalk dat op vele gronden kleiner dan 2, soms zelfs kleiner dan 1 procent is. In dit geval is de voorraad actieve en oplosbare kalk te klein. Daarbij is vaak ook het gehalte aan orga nische stof in de grond niet al erg hoog. Dit alles heeft tot gevolg dat op grond met 10 a 30 procent afslibbaar. tijdens regenval op kaal land ge makkelijk een vervloeiing van de fijnere delen op treedt. Hierdoor krijgt men verslemping en korst- vorming. Er blijven na regen lang plasjes op het land staan, het land blijft lang koud en nat enz. Op de zwaardere doen zich bij een laag gehalte aan koolzure kalk en organische stof moeilijkheden voor met de bewerkbaarheid van de grond. Ze kleeft te veel. geeft het water slecht af en is moei lijk te ploegen. IN WALSOORDEN GOED RESULTAAT Zulke grond vindt men ook op het bedrijf van de heer H. J. Menu, Oostdijk I, no. 2 onder Wals oorden. Hij heeft hier een bedrijf van 27 ha. Daar van is 5 ha grasland. Hierop weidt hij 14 melk koeien en 8 stuks jongvee. De overige 22 ha is bouw land. De verkaveling, ontsluiting en ontwatering is goed, dankzij de verbeteringen die de ruilverkave ling HengstdijkStoppeldijk bracht. Al z'n grond ligt praktisch aan huis. Achter de boerderij ligt 10 ha lichte zavelige grond. „Dit is goede grond om er aardappelen op te ver bouwen," zo vertelt ons de heer Menu. „Met de structuur van de grond heb ik hier nooit moeilijk heden. Tegenover mijn boerderij heb ik 12 ha ge heel andere grond. Dat is kalk- en humusarme r-ond met een gehalte aan afslibbaar van zo'n 38 50 procent. Vanwege zijn moeilijke structuur hoef je daar met aardappelen niet te komen. Als je hier goed wilt ploegen, moet je vroeg zijn. Daarvoor is oktober de beste tijd. Op het bieten- land lukt dat-meestal niet omdat dan de bieten nog niet weg zijn. Ook al ben je vroeg, dan nog loopt de ploeg vaak niet ideaal. Drie jaar geleden ben ik begonnen om dit blok van 12 ha, 3 ha met 20 ton schuimaarde per ha te bemesten. In het jaar daarop kon ik het aan het land duidelijk merken, waar schuimaarde was gestrooid. De ploeg liep als het ware beter en je kon het aan ploeg en trekker merken wanneer je op het nog niet met schuimaarde bemeste land kwam. Sindsdien heb ik ieder jaar een volgend blok van 3 ha met 20 ton schuimaarde per ha bestrooid. In de komende herfst is het laatste blok in dit complex van 12 ha 'zware grond aan de beurt. Daarna begin ik weer over nieuw. Vooir mijn gevoel komt na een schuimaardebe mesting de grond ook mooier de winter door. Je krijgt een beter zaaibed. In de bieten bijv. kun je het nu nog aan de grond voelen waar vorig jaar schuimaarde is gestrooid. Van de opbrengsten der gewassen kan ik niet zeggen dat ze door schuim aarde beter zijn geworden. De ontwatering in dit blok is goed in orde en ik verbouw hier regelmatig groenbemesters. om een redelijk percentage organi sche stof te behouden. Toch meen ik dat een regelmatige schuimaarde bemesting dank zij z'n kalk en organische stof de vruchtbaarheid en structuur meer verbeterd. Het maakt de grond malser. Daaom is het zijn prijs dub bel en dwars waard." OOK IN ZAAMSLAG Een ander niet minder enthousiast verhaal over schuimaarde hoorden we van de heer C. de Regt uit Zaamslag. Hij heeft hier een bedrijf van 33 ha, dat grotendeels uit bouwland bestaat. De zwaarte der grond varieert sterk. Plaatselijk is zij licht; plaatselijk ook erg zwaar. Het humusge- halte is over het algemeen niet erg hoog (rond 2 procent). De Regt vertelde ons het volgende: „Als ik vroe ger mijn grond liet onderzoeken bleek telkens weer Dat van kalkfcekorten eigenlijk geen sprake was. Toch kwamen er vrijwel overal in mijn bouwland plekken voor, die slecht ploegden. Er bleef water op staan en de wintertarwe kreeg het op die plekken nog wel eens te kwaad. Kortom: het waren plekken waa^ de structuur van de grond slecht was en de gewassen het nooit zo goed deden. Zo'n jaar of twaalf geleden ben ik toen begonnen om enkele van deze slechte plekken eens flink met schuimaarde te bemesten. Alleen de slechte plek ken kregen schuimaarde. Ik gaf op deze plaatsen zeer zware giften. Soms wel 60 ton per ha in eén keer. Daar heb ik veel succes mee gehad. De grond werd er korter en malser. Ze liet zich veel beter ploegen en je zag er nu lang niet zo snel water meer opstaan. Daarom ben ik er mee doorgegaan. Van slechte plekken, zoals die vroeger over het gehele bedrijf voorkwamen, merk je nu niet veel meer." Tot zover de ervaringen van de heren Menu en De Regt. Wel moeten we nog vermelden dat de beide heren schuimaarde kopen met de conditie: gestrooid op het land leveren. Dat kan in Zeeuws- Vlaanderen via C.B.S., Sas van Gent. Ook in andere streken van Zeeland (o.a. in Zuid-Beveland) be staat deze mogelijkheid. Het tarief dat hiervoor be rekend wordt, is niet hoog 3,per ton) Verschillende maatregelen hebben een gunstige invloed op de structuur van de grond, zoals bijv. een goede ontwatering, op tijd en op niet te natte grond ploegen, een regelmatige voorziening met organische stof (bijv. groenbemesting) en kalk. Als deze laatste twee punten op uw bedrijf verbetering verdienen, is schuimaarde aan te bevelen. Een nor male gift is 20 ton per ha. U geef dan naast 4500 kg werkzame kalk (z.b.b.) 1400 kg organische stof. Dat is evenveel als u geeft met 10 ton stalmest. De hoe veelheid nevenelementen die u met schuimaarde geeft is evenwel veel groter. Het belangrijkste in Schuimaarde is evenwel de intensieve menging en fijnheid van kalk en organi sche stof. Dit voooral heeft een bijzonder gunstige invloed op de fysische eigenschappen van de grond. Daarom is schuimaarde evenals bijv.: draineren, ploegen, groenbemesting enz. een grondverbete ringsmiddel. Stichting Nederlands Landbouw Kalk Bureau

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 9