Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering m Land- en Tiiinboaw en Veeteelt in Zeeland v VAN PRIJZEN EN MARKTEN Ir. C. S. KNOTTNERUS VRIJDAG 25 JULI 1969 57e Jaargang No. 2991 Deze week werd da tunnel aij Barendrecht geopend, waar door de ver keersverbin dingen tussen Zeeland en Zuid-Holland aanmerkelijk werden verbe terd. De Zee land-brug heeft in feite pas nu zijn volle waar de gekregen. De Ministers van Landbouw van de E.E.G. hebben weer geen overeenstemming kunnen bereiken over de melk- en zuivelprijzen die 1 april j.l. hadden moe ten ingaan. Volgens de voorzitter, de Nederlandse minister Lardinois, zal dit waarschijnlijk bij een marathonzitting aan het eind van de maand moge lijk zijn. De beslissingen over de prijzen voor 1970/ 1971 zullen wel tot laat in de herfst moeten worden uitgesteld. De Europese commissie heeft over deze laatste al wel voorstellen ingediend. Deze voorstellen zijn reeds in onze bladen gepubliceerd, al of niet van commentaar voorzien. Jn het Landbouwschap en daarbuiten zijn op dit ogenblik allen die er mee te maken hebben bezig tot een standpunt te komen over de prijzen en mis schien is ais U dit leest, al een éénsluidend stand punt van de gehele Nederlandse of misschien zelfs de gehele Europese landbouw bereikt. VRAAGPRIJZEN Al eerder schreef ik er over, dat de methode om tot vraagprijzen te komen een heel andere is dan vroeger. Het is zelfs de vraag of we wel tot een vraagprijs voor alle produkten kunnen komen. Het blijkt nu weer, dat degenen die vroeger betrokken waren bij het Nederlandse overleg nog onvoldoen de rekening houden met de nieuwe situatie. Bij ons leeft nog steeds het idee van de gemiddelde kost prijs. Maar deze kunnen we gewoon vergeten, want hiervoor zou nu de gemiddelde Europese kostprijs moeten worden ingevuld. Deze is op geen stukken na bekend. De Europese commissie heeft wel een wet voor kostprijs boekhoudingen inge steld, maar de uitvoering van de verordening daar omtrent ligt in handen van de lidstaten. Daardoor zijn er nu ook van echte kostprijzen geen gegevens bekend, behalve Nederlandse. De gemiddelde kostprijs werkt op deze manier dus niet. DOORBEREKENING VAÜ DE KOSTENSTIJGINGEN Is doorberekening van kostenstijgingen dan een hanteerbaar middel voor de prijsvaststelling? Dit lijkt heel redelijk en het is ook aanvechtbaar. Toch zijn ook hier een paar vraagtekens. We ken nen n.l. de bruto- en de netto-kostenstijgingen. De nettokostenstijgingen ontstaan door van de bruto- stijgingen de produktiviteitsstijging af te trekken. In ons vroegere systeem van de gemiddelde kost prijs,, rekenden we met deze netto kostenstijging. Het lijkt duidelijk dat de produktiviteitsstijging niet geheel kon worden afgedragen bij een doel stelling van het verdrag van Rome om het land bouwinkomen meer in overeenstemming te bren gen met het inkomen in andere bedrijfstakken. Be schikbare gegevens tonen aan dat de kostenstij ging in de E.E.G. in de buurt var 5 ligt, terwijl de produktiviteitsstijging 3,5 per jaar be draagt. Een prijsverhoging van 3 lijkt dan rede lijk verantwoord. Maar waarop moet deze 3 nu worden bere kend. Zijn de huidige prijzen dan uitgangspunt of mogen we zeggen, dat de prijzen al enige jaren niet zijn verhoogd en dat ons dus 2,3 of 4 maal de 3 toekomt. Het zijn vragen die opkomen als we de prijsvaststelling benaderen op een wijze zo als we die in Nederland gewoon waren. Bij de beantwoording van de laatste vraag komt ook de positie akkerbouw-veehouderij om de hoek kijken. Een verhoging van voergraanprijzen die effectief is zal de voerkosten van de veehouderij opvoeren. Kan die 10% verdragen? Zelf zegt ze natuurlijk nee, zelfs geen 3 VERSCHILLENDE WENSEN Voor granen is de grootste producent Frankrijk. In Frankrijk is men met de huidige graanprijzen (tarwe en gerst) zeer tevreden. De meer zuidelijke boeren, die mais verbouwen, zijn jaloers op hun Noordelijke collega's en vragen een hogere mais- prijs die ook door de commissie wordt voorgesteld. Het heeft daarbij dus naar mijn mening weinig zin nog weer over voorgaande jaren te praten. We bereiken hierover vast geen overeenstem ming met de Fransen. Op het terrein van de ver- edelingslandbouw zitten wij in de positie die de Fransen voor de granen innemen. We willen hier liefst geen grote prijsstijgingen voor onze collega's omdat deze dan tot uitbreiding overgaan. Het blijft dus m.i. bij de 3 voor dit jaar met de hoop dat we 't volgend jaar o er betere cijfers zullen beschik ken. (Zie verder pagina 3.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1