UIT DE PRAKTIJK
De oogst staat weer voor de deur
Let op de wilde haver
Aan water geen gebrek
Het doodspuiten
van landbouwerwten
met zwavelzuur
AP WALCHEREN hebben we gelukkig weer
zonnig weer na een natte en bijna zonloze
week. Hoewel de regenval niet te hoog was, waren
de weersomstandigheden in zijn geheel ongunstig.
"Weinig zon en een vochtig klimaat zijn op deze
tijd van het jaar meestal schadelijk, daar het op
treden van verschillende schimmels in de gewas
sen er door bevorderd wordt. In enkele percelen
Bintje werd al een begin van aantasting door „het
kwaad" waargenomen. Als de voortekenen niet
bedriegen worden dit jaar zowel de teler als de
bestrijder en het bestrijdingsmiddel flink op de
proef gesteld. We zullen hopen dat ze alle drie
een goed cijfer mogen halen. Over twee maanden
is de uitslag bekend.
Op vrijwel alle percelen is een bespuiting uit
gevoerd ter bestrijding van luis in bieten. Enkele
kollega's overwegen nog een tweede bespuiting
uit te voeren. In hoeverre dit wenselijk is zal
ieder op eigen perceel moeten nagaan.
De oogst van verschillende gewassen staat al
weer voor de deur. Het veldbeemdgras ligt al ge
maaid en zal spoedig worden gedorsen. Daarna
zullen erwten en vlas volgen. De vraag naar vlas
blijft nog steeds uit. Dit zal nu wel zo blijven tot
het gewas veilig geborgen is. Alle risiko is dit
jaar dan ook voor rekening teler.
DET weer ziet er op ZUID-BEVELAND in het
begin van de nieuwe week nogal wat beter
uit als dit de voorgaande week het geval was. De
hoeveelheden neerslag variëren van 4570 mm.
Er zijn verschillende jaren dat de totale hoeveel
heid, gevallen in juli deze hoogte niet eens haalt.
Waren de eerste regenbuien voor vele gewassen,
en het grasland zeer welkom, de laatste buien op
het einde van de week waren niet meer nodig,
ook niet welkom, in vele gevallen zullen deze zelfs
o\*erbodig en soms wel nadelig zijn geweest.
De stand van de bieten was in het begin van
de week sterk verbeterd, later in de week was er
op enkele percelen reeds sprake van waterover
last. Op de vroegst gespoten percelen komen thans
weer wat zwarte bonenluizen voor. In de meeste
gevallen zal het door de snelle groei van het blad
en de natuurlijke afbraak van de luizenkolonies
niet noodzakelijk zijn om nog een bestrijding uit
te voeren.
Ongeveer op dezelfde tijd als het vorig jaar, is
in de aardappelen de ziekte, die het vorig jaar
hierin voorkwam, voor het eerst weer waargeno
men. Het zijn tot nog toe maar enkele kleine plek
ken. De juiste oorzaak is ondanks veel onderzoek
nog steeds niet bekend, een bestrijding is, nu de
ziekte éénmaal optreedt, niet aan te geven. Afge
wacht moet nu worden of de percelen die tijdig,
n.L voorbehoedend met een systemisch middel
tegen bladluizen zijn gespoten, deze ziekte niet
zullen vertonen.
Door de vele regen is hier en daar wat graan en
vlas gelegerd. De wintertarwe is het minst ge
legerd.
We kunnen thans wel aannemen dat de graan
oogst dit jaar niet vroeg zal zijn, voor 1 augustus
zullen de maaidorsers nog niet veel te verwerken
hebben. Mogelijk dat deze week het graszaad en
de karwij gedorsen kunnen worden. Deze hebben
nu lang genoeg in het zwad gelegen. Van de kar
wij wordt een redelijk goede opbrengst verwacht.
Op allerlei manieren wordt gewezen op de nood
zaak om de Wilde Haver radikaal op te ruimen.
Vorige jaren werden nogal wat wilde ha verplan
ten verspreid in de percelen gevonden. Dit jaar
lijkt het er meer op, dat we alleen te doen hebben
met wat oude haarden, waarbij het idee gaat post
vatten dat de bestrijding in een der voorgaande
jaren onvoldoende is geweest. Bestrijdt dit on
kruid dan ook radikaal.
Sommige kollega's zitten midden in de oogst
van 2e jaars plantuien. De kg-opbrengst is goed en
de prijs is zodanig dat van een bevredigend resul
taat kan worden gesproken. De geringe oppervlak
te als gevolg van de hoge plantgoedprijs, heeft tot
gevolg dat het aanbod gering is. Zij die toch plant
ten met duur plantgoed hebben goed gegokt.
Ook de vroege aardappelteelt geeft dit jaar goe
de resultaten. Zowel de kg-opbrengst als de prijs
zijn bevredigend. Vooral de prijs van de bonken
is zeer goed. Voor de meestal kleinere bedrijven
waarop deze teelten worden bedreven is dit een
meevaller wat betreft de financiële resultaten.
We vernamen onlangs dat de resultaten van de
gezamenlijke afzetorganisatie voor aardappelen,
meestal in de volksmond de „aardappelpoel" ge
noemd, in het eerste jaar niet onbevredigend zijn
geweest. Verschillende telers kwamen tot een zo
danige prijs dat bij een goede kg-opbrengst een
gunstig financieel resultaat per ha werd verkre
gen. Natuurlijk zullen er ook wel tegenvallers zijn
doordat de tegenrekening of het tarrapercentage
erg hoog is. Men kan echter niet verwachten dat
het vele werk dat er aan moet gebeuren prodeo
wordt verricht. We hopen dat de gezamenlijke af
zet in de toekomst nog steeds gunstiger resultaten
mag bereiken ten gunste van de Walcherse aard
appeltelers.
De zeer grote hoeveelheid regen welke in de
tweede week van juli bij ons in WEST ZEEUWS-
VLAANDEREN is gevallen heeft aan de gewassen
veel slechts gedaan. Enkele opmetingen bedroegen
zelfs 80 mm regen en meer in de eerste drie dagen
van bedoelde week. Twee weken voordien was even
eens 5060 mm regen gevallen. Het valt dan ook
niet te verwonderen, dat het er met sommige gewas
sen slecht voorstaat.
De bruine bonen waren juist in de bloei en hebben
met de harde wind erbij een moeilijke tijd meege
maakt. Ditzelfde hebben we vorig jaar ook meege
maakt, wat ook toen tot slechte resultaten heeft ge
leid.
Het vlas, dat toch al moeilijk verkoopbaar bleek,
geeft ons met de zware legering van nu, niet veel
hoop meer. Vooral de percelen welke goed stonden
hebben veel schade opgelopen.
Met de oogst van karwij is reeds een begin ge
maakt. Dit gewas staat in de hoop of ligt in het
zwad. Wij menen dat er met het maaien wel iets te
vroeg is begonnen. Wanneer dit blad verschijnt hopen
we dat het goed weer is om te dorsen, want wij had
den van deze teelt toch wel goede verwachtingen be
treffende de opbrengst. Op vele percelen is de z.g.
„rattenkeutelziekte" weer flink van de partij. Aan te
raden is daarom om het stro zo goed mogelijk te ver
wijderen of te verbranden en enige jaren met deze
teelt te wachten. Aan de stoppel is na het maaien
goed te zien of de aantasting erg is of niet.
De aardappel- en uientelers ondervinden met dit
slechte weer weer de nodige moeilijkheden bij de be
spuitingen met fungiciden. Doordat er ook op de
aardappelen veel luizen voorkomen hebben reeds ve
len hiertegen een bestrijding uitgevoerd. In de meeste
gevallen werden de fentinverbindingen gemengd1 met
parathio-spuitpoeder. Een herhaling is veelal nodig
gebleken.
De aardappelen staan er over het algemeen goed
voor, evenals de suikerbieten die in tegenstelling tot
vorig jaar een betere opkomst en een vlottere groei
hebben te zien gegeven. Als de voortekenen niet be
driegen mogen we van beide gewassen een goede op
brengst verwachten. Dit is eveneens zo met het
meeste koolzaad, wat volgens ervaren telers goed zal
zijn, mits het weer geen te grote spelbreker wordt.
Het boerenbedrijf is er een zonder dak, waardoor
het een risico-factor meebrengt, die de meeste ande
re ondernemingen niet kennen. We moeten er echter
mee verder. Laten we daarom optimistisch blijven.
ANVANKELIJK was men van mening in het
doodspuiten een mogelijkheid te hebben ge
vonden om door een versnelde afsterving en in
droging van het gewas de veldperiode bij maai-
dorsen en zwaddorsen te kunnen bekorten. Hier
door zou men de kwaliteitsrisico's kunnen beper
ken. Gebleken is echter dat deze gedachte niet
geheel juist is. Wel krijgt men een snellere doding
van het gewas maar de erwten zelf drogen vrij
wel niet sneller in dan bij een natuurlijke afrij -
ping.
Daar komt nog bij dat men pas tot doodspuiten
mag overgaan als het gewas reeds ver gevorderd
is in de afrijping. De behandeling moet plaatsvin
den ongeveer één week later dan men normaal zou
maaien om te ruiteren. Spuit men te vroeg dan
treedt al gauw een opbrengstverlaging op doordat
de erwten fijner blijven.
Toch kan het doodspuiten een nuttige functie
vervullen. In de eerste plaats doodt men het aan
wezige onkruid snel en afdoende. Men bereikt hier
mee dat het gewas sneller kan drog-en terwijl ook
het dorsen beter zal gaan. De huidige inzichten ten
aanzien van het zwaddorsen zijn dat men het ge
was zo lang mogelijk op stam moet laten staan.
De kwaliteit lijdt dan het minste. De betekenis van
een goede onkruiddoding wordt dan groter omdat
juist in het laatst van de groeiperiode het onkruid
zeer snel en hinderlijk kan komen opzetten. Het
aanvankelijk door het dichte erwtengewas onder
drukte onkruid krijgt dan door een betere belich
ting zijn kans.
Voorts kan men met het doodspuiten een wat
egalere „afrijping" bewerkstelligen. Er zijn altijd
wel plekken die wat langer groen blijven en in
de afrijping achteraankomen. Door dergelijke ge
deelten versneld te laten afsterven hoeft men hier
op bij de oogst niet te blijven wachten.
OP percelen waar beide bovengenoemde facto
ren een rol spelen kan het doodspuiten zeker
nuttig zijn als voorbereiding voor het zwaddorsen
of maaidorsen. Er is op dit moment slechts één
produkt dat door de praktijk voor het doodspui
ten van erwten kan worden toegepast, namelijk
zwavelzuur. Diquat (Reglone) mag hiervoor niet
worden gebruikt. Andere middelen zijn nog in
onderzoek. Er is zeker behoefte aan produkten die
zowel uit landbouwkundige als uit volksgezond
heidsoverwegingen acceptabel zijn.
Naast een aantal aantrekkelijke kanten kleven
er aan het gebruik van zwavelzuur ook enkele
bezwaren.
In zijn werking is het bijzonder effectief; het
geeft een snelle en grondige doding van gewas en
onkruid, ook van de grassen. In vergelijking met
andere produkten is een met zwavelzuur bespoten
gewas ook meestal het eerste „klaar". Onder niet
te ongunstige omstandigheden zal men 58 da
gen na de behandeling kunnen dorsen. Voorts heeft
men de ervaring dat een met zwavelzuur bespoten
gewas in een doodrijpstadium niet zo plat legert.
Het stijft als het ware iets op. De peulenheffers
nemen het gewas daardoor gemakkelijker op en
men kan vlot werken.
Een ander gunstig aspect is dat door het zwavel
zuur de ontwikkeling van allerlei schimmelziekten
welke zich juist in de afrijpingsperiode sterk kun
nen uitbreiden, wordt onderdrukt. Men krijgt een
opmerkelijk blank en gezond gewas. Dit betekent
dat hierdoor het pikselpercentage laag kan zijn.
Doordat de peulwand enigszins wordt aangetast
en meer licht doorlaat hebben de erwten echter
de neiging te verbleken. Vooral voor ronde groene
erwten en schokkers voor consumptiedoeleinden
is dit een bezwaar. Minder ernstig is dit voor zaai-
erwten, gele erwten, kapucijners en rozijnerwten.
HET zwavelzuur wordt in Engeland toegepast
naar circa 170 liter per ha waarbij men
gebruik maakt van 78 zwavelzuur dat on
verdund wordt verspoten. Het is niet onmogelijk
dat ook met geringere hoeveelheden een voldoende
effect kan worden bereikt.
Bij proeven in ons land zijn'zeer goede resulta
ten bereikt met 125 liter zuur verspoten in 1000 li
ter water. Het onderzoek hierover wordt nog voort
gezet. De beste resultaten krijgt men door te spui
ten op een droog gewas en door een fijne ver
neveling toe te passen. Overlappingen en overdo
seringen moet men voorkomen.
Bij een bespuiting op een nog onvoldoende af-
gerijpt gewas kunnen de jongste, nog groene peu
len, open splijten. De zaden worden dan blootge
steld aan de invloeden van weer en schimmelziek
ten. Ernstig kwaliteitsverlies kan daarvan het ge
volg zijn.