Besluitloos Brussel
Het veilingwezen in de tuinbouw op weg naar vaste prijzen
Varkenstekort in Frankrijk
Deze week
(Vervolg van
VASTROESTENDE COMMISSIE
IS het wel billijk om alleen de E.E.G.-Minister-
raad in gebreke te stellen? Waarschijnlijk
niet, de Commissie van de Europese Gemeenschap
pen vertoont ook verontrustende tekenen van ver
starring. Neem haar voorstel omtrent de forse ver
schuiving van de inleveringsprijzen van boter en
mager melkpoeder. Dat is voor 1969/'70 gedaan
Om het boterverbruik te vergroten en het is voor
tö70/'71 gewoon herhaald. Omdat de omstandighe
den zich niet hebben gewijzigd.
Maar ondertussen is al enkele maanden duide
lijk dat geen van de landbouwministers ztfn dras
tische verandering van de waardeverhouding vet-
êiwit accepteert. Daar komt dan bij dat sommige
landbouwministers, anders van de Nederlandse,
geen rechtstreekse en duidelijke melkprijsverlaging
voor hun boeren kunnen aanvaarden. En dan an
dere methoden tot beheersing van de melkproduk-
tie gaan zoeken, die neerkomen op een of andere
beperking van de volle garantie tot een deel van
de totale produktie. Met het gevolg dat er vier
pagina 1.)
of vijf verschillende plannen naast dat van de Com
missie op de konferentietafel zijn komen te liggen.
Als de Commissie dan geen gewijzigd voorstel doet
en dus geen hand uitsteekt om de Raad op weg
te helpen, dan gaat naar onze mening ook de Com
missie niet helemaal vrijuit.
Er zijn, tussen haakjes, nog andere schrijnende
voorbeelden van verstarring van de Commissie, die
toch juist nu een grote slagvaardigheid zou moeten
tonen. Zo b.v. het nog steeds ontbreken van voor
stellen voor marktregelingen voor de z.g. kleine
akkerbouwprodukten: vlas, aardappelen, zaden,
lucernemeel. Hoe moet men oordelen en besluiten
over de akkerbouwprijsvoorstellen 1970/'71, als
men nog steeds in het ongewisse verkeert over de
voltooiing van het marktbeleid voor die andere
akkerbouwprodukten?
EN STRAKS PANIEKVOETBAL?
WAT gaat er nu gebeuren? De kans zit erin,
dat het melkprijsjaar 1968/'69 weer verlengd
wordt, inclusief dus de verschillen in zuivelmarkt-
bodems tussen de E.E.G.-landen, En tot hoelang
dan? Dan komt men in september en oktober ci.w.s.
in de Duitse verkiezingen en een periode zonnar
Duitse regering. En ondertussen wordt het allee*
maar moeilijker. Het enorme probleem van de rege -
ling van de financiering van het landbouwbeleid
vanaf 1970 gaat dan meespelen, misschien ook een
begin van onderhandelingen over Engelands toe
treding. Maar niet alleen zaken buiten de landbouw
kunnen het moeilijker maken, ook die binnen de
landbouw: de Italianen willen b.v. tegelijk wat
meer gedaan hebben voor hun groenten en fruit.
De realiteit is natuurlijk dat de ministers van finan
ciën ook meespreken. Die zullen straks misschien,
als hun geduld op raakt, simpele en duidelijke
grenzen willen stellen aan de uitgaven voor het
landbouwbeleid. Gezegd wordt, dat straks na de
Duitse verkiezingen de ministers van financiën za
ken gaan doen. We zouden dan nog wel eens pa
niekvoetbal op landbouwterrein kunnen verwach
ten. En zouden de belanghebbende toeschouwers
dan ook niet eens hun zelfbeheersing kunnen ver
liezen?
De landbouwministers zijn dus de afgelopen da
gen weer bijeen geweest. Schrijver dezes hoopt
maar, dat u hebt konstateren dat hij te pessimis
tisch was.
Str.
X.u vakkringen wordt al enkele jaren gesproken
over de nadelen, die zijn verbonden aan het z.g.
kloksysteem, de verkoopmethode op onze veilin
gen. Naast veel voordelen heeft dit kloksysteem,
waarbij jaarlijks voor een waarde van ongeveer
1 miljard gulden aan groenten en fruit wordt om
gezet, ook nadelen. De prijzen kunnen n.l. niet al
leen in de loop van een week, maar ook op een
dag en zelfs binnen een uur sterk wisselen. Het
risico van deze prijsschommelingen is altijd door
de handel aanvaardt als iets, dat behoorde tot de
normale functie van de handel. De structuurveran
deringen, die zich de laatste jaren in West-Europa
voltrekken bij de afzet van groenten en fruit, heb
ben tot gevolg, dat aan de prijsvorming andere
eisen worden gesteld. In eigen land wordt momen
teel nog slechts 15 a20% via het levensmiddelenbe-
drijf afgezet. In het buitenland is de situatie an
ders, alwaar de betekenis van nieuwe afzetkana
len groter is. In West-Duitsland wordt ca. 70a80%
van de door ons land geëxporteerde produkten
op deze wijze verhandeld, zodat het duidelijk is
dat aan de wensen van de nieuwe afnemers niet
zonder meer voorbij kan worden gegaan. Hevige
prijsscfhommelingen passen daarbij niet in de be
drijfsvoering van het op massadistributie ingestel
de bedrijf, hetgeen vooral geldt indien men ver
koopacties door middel van advertentiecampagnes
ondersteunt.
In verband met deze ontwikkelingen is het vei
lingwezen tot de overtuiging gekomen, dat de af
zet ermee gebaat zal zijn, indien men zou kunnen
komen tot een systeem van vaste prijzen, die voor
enkele dagen zouden gelden voor sterk gestan
daardiseerde exportprodukten als komkommers
en tomaten. Uiteraard realiseert men zich dat een
dergelijke omschakeling niet ineens kan worden
bereikt. Het zal een eerste vereiste zijn, aldus drs.
G. Hogewoning van het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen onlangs voor de microfoon,
dat men een goed inzicht heeft in het eigen aan
bod en dat van andere landen, terwijl een doelma
tige en snelle marktinformatie niet kan worden
gemist. Een eerste stap om tot vaste prijzen te ko
men is inmiddels gedaan. Drie maanden geleden
zijn de veilingen begonnen om 10% van een
tweetal sorteringen van de komkommeraanvoer
tegen een voor een week geldende vaste prijs op
termijn te verkopen. Sinds enkele weken wordt
dit systeem ook toegepast voor 5 a 10% van de
A-tomaten. Op deze termijn-transacties kunnen
binnenlandse levensmiddelenbedrijven en expor
teurs, die aan buitenlandse levensmiddelenbedrij
ven leveren, inschrijven. Als overgangsmaatregel
is bij de inschrijvingen gekozen voor het zoge
naamd tendersysteem, waarbij iedere handelaar
per telex inschrijft voor een bepaalde hoeveelheid
en daarbij zijn inschrijfprijs noemt. Het Centraal
Bureau stelt daarop in volgorde van de prijzen
een overzicht op van alle inschrijvingen.
Het tender-systeem houdt in, dat de prijs, die
behoort bij de inschrijving die juist het op termijn
te verkopen kwantum vol maakt, de voor alle in
schrijvers geldende prijs wordt. Indien de prijs
naai* de mening van het Centraal Bureau te laag
Jigt, wordt een minimum-af gif teprijs gesteld, waar
onder niet verkocht wordt. Het inschrijvings-sys-
teem is slechts een eerste stap op de weg naar vas
tere prijzen voor komkommers en tomaten. Op de
ze wijze wordt ervaring opgedaan voor de toe
komst, waarin een groter gedeelte van de aanvoer
tegen voor enkele dagen geldende vaste prijzen
wordt verkocht.
De fruitveilingen zijn al een stap verder gegaan.
Zij namen het besluit om deze herfst te beginnen
met de centrale verkoop van een deel van de appe
len- en perenaanvoer aan geïnteresseerde binnen
landse bedrijven en aan exporteurs. Het bleek dat
onze exporteurs in concurrentie met de buiten
landse afzetcoöperaties niet mee konden komen.
De concurrenten waren n.l. in staat een voor een
bepaalde tijd geldende vaste offerte te maken. Bij
het kloksysteem heeft de exporteur niet de zeker
heid, dat hij een bepaald kwantum tegen een be
paalde prijs in handen heeft. Hij is afhankelijk
van hetgeen wordt aangevoerd en wat de klok
doet.
Het veilingwezen heeft de overtuiging dat voor
verreweg het overgrote deel van ons fruit de klok
„de" methode blijft. Het is echter zaak om geen
enkele mogelijkheid tot een grotere afzet voor
bij te laten gaan.
In „Landbouw Wereldnieuws" wordt ingegaan op
het tekort aan varkensvlees in Frankrijk. Terwijl het
tekort vorig jaar 130.000 ton bedroeg, zal dit waar
schijnlijk dit jaar oplopen tot 200.000 ton meteen
waarde van 1.2 miljard Franse francs.
In verband hiermee is door het Forma (oriëntatie- en
reguleringsfonds voor de landbouw) een studie ge
maakt hoe de situatie is en welke oplossingen mogelijk
zijn.
De achterstand van de varkensproduktie in Frank
rijk wordt geweten aan onvoldoende controle op de
fokkerij, versnippering van fokbedrijven, te klein aan
tal producentenorganisaties, te grote schommeling in
de prijzen, alsmede een te groot aantal kleine abattoirs
en verwerkende bedrijven. De toestand verergert ieder
jaar doordat de jaarlijkse consumptie van varkens
vlees met 4 stijgt, terwijl de produktie jaarlijks ach
teruit loopt (voor 1969 is de schatting zelfs 7
Daardoor zal het tekort van 130.000 ton in 1968 dit
jaar waarschijnlijk oplopen tot 200.000 ton.
In zijn plan heeft de minister verklaard technische
en economische maatregelen te willen nemen. De tech
nische maatregelen hebben vooral ten doel rasverbete
ring en verhoging van de kwaliteit van het vlees. Met
rasverbetering is een grotere activiteit nodig van de
consulenten onder leiding van het „Institut technique
du porc".
Hij gaat in zijn plan uit van inschakeling van alleen
die bedrijven welke in producentenorganisaties zijn
ondergebracht Een grote wervingscampagne zal dan
nodig zijn, daar tot dusver nog maar 10 van de
Franse produktie-bedrijven zijn georganiseerd. Hij
meent dat voor een efficiënte toepassing van de ver
schillende maatregelen een organisatiegraad van 40 h
50 aanwezig moet zijn.
De minister heeft de producenten niet op zijn hand,
terwijl de door hem aanbevolen maatregelen door het
bedrijfsleven met wantrouwen worden beoordeeld. In
de eerste plaats omdat men stelt dat de voorstellen
voortvloeien uit de vrees voor een tekort op de beta
lingsbalans en niet bedoeld zijn als verdediging van de
boerenbelangen. Verder wordt bij stimulering van de
produktie binnen enkele jaren een overproduktie in
EEG-verband verwacht. Reeds nu is de EEG bijna aan
zelfvoorziening toe en men schat de produktie in 1970
op 106 van de behoefte binnen de Zes. Overproduk
tie brengt daling van de prijzen met zich mede, zodat
degene die thans investeren om de produktie uit te
breiden over enkele jaren de dupe zullen zijn.
De ondernemers zoeken de vooruitgang in de var
kenssector eerder in een verbetering van de bestaande
produktie, zowel op technisch terrein, dan in verho
ging van de produktie. Als dat niet gaat vreest men in
de toekomst invoer van goedkopere varkens uit Ne
derland en België.
De bovengeschetste situatie werkt echter voors
hands niet in het belang van de vooruitgang. Zolang
de bedrijfsgenoten niet eendrachtig willen samenwer
ken, zullen weinig vorderingen worden gemaaakt. De
minister wil deze eendracht trachten te bereiken door
het oprichten van een „Bureau Interprofessionnel",
waarin alle bedrijfstakken vertegenwoordigd zijn, en
denkt kennelijk als voorbeeld aan de produktchappen
zoals Nederland die heeft.
Ook deze week werd weer een arrest van de
Hoge Raad gepubliceerd waarbij de landbouwvrij-
stelling in het geding was. Het is tevens een mooi
voorbeeld hoe een procedure toch tot resultaat kan
leiden ook al krijgt men niet helemaal zijn zin.
Wij zullen eerst weer kort het geval weergeven.
Boer X boerde op eigen grond. De boerderij was
groot ongeveer 40 ha, waarvan ongeveer 32 ha
gebouwen, bouw- en weiland en ongeveer 8 ha
boomgaard.
In juni 1964 verkocht hij het bouw- en weiland
en de inventaris aan de heer A. voor f554.000,
Toen het op betalen aankwam had A. geen geld
en X. en A. kwamen toen overeen de koop te ont
binden. Natuurlijk had dit gevolgen want A. moest
aan X. f 35.000,rouwkoopsom betalen en nog
4.000,rente. X. zocht na de ontbinding een an
dere koper. Hij vond die in mijnheer B. die
f 510.000,betaalde voor het landbouw- en vee
teelt-gedeelte van het bedrijf. De 8 ha boomgaard
hield X. zelf. Hij zette de fruitteelt zelf voort.
X. wou nu de f 35.000,rouwkoopsom zien als
onderdeel van de verkoopprijs van de boerderij.
Hij meende dat dit bedrag onder de landbouw-
vrijstelling viel en dat hij er dus geen belasting
van moest betalen. Als de belastingrechter zou be
slissen dat het wel belast was dan was volgens
X. het bedrag te beschouwen als stakingswinst
waarop het lagere evenredige tarief van de Inkom
stenbelasting (maximaal 40 moest worden toe
gepast.
Het eerste, de f 35.000,onbelast laten, ging niet
door. Een bedrag dat men krijgt omdat een boer
derij NIET verkocht wordt, is geen verkoopprijs
en dus geen gerealiseerde waardeverandering van
landbouwgrond.
Dit was al verschillende malen beslist door de
lagere belastingrechters. De Hoge Raad heeft zich
hierbij aangesloten. Dit is niet zo verrassend. Met
de stelling over de stakingswinst had X. meer suc
ces. Het Gerechtshof wilde er niet aan. De Hoge
Raad wel. Het was duidelijk dat X. wilde ophou
den met boeren en daarom de boerderij verkocht.
Dat dit een keer mislukte bracht niet mee dat de
f35.000,geen stakingswinst was. X. verdiende
dus toch nog wel met zijn belasting-procedure.
De vraag is nu nog hoe het zit met de heer A.
die de f 35.000,moest betalen. Deze mag dat be
drag als bedrijfsverlies aftrekken. Dat verguldt de
pil voor hem nog wat.
Zo blijft er over de grondverkoop en -aankoop
telkens iets om over te twisten. Maar dat ligt iii
de aard van het recht. Dat kan zonder geschillem
niet bestaan.
PA AU WK
t