Zorgen over de afzet van de nieuwe
graanoogst
VRIJDAG 11 JULI 1969
57e Jaargang No. 2989
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Dit is een foto van Ierland, waar de wegen overal omzoomd zijn door begroeide muurtjes. Op pagina 10, 11 en 12 kunt U lezen over de beleve
nissen van twee Zeeuwen, die op het „Groene Eiland" een nieuw bedrijf opbouwen.
-J
IN een kortgeleden gehouden bestuursvergade-
ring van het Produktschap voor Granen, Za
den en Peulvruchten bleek dat vooral de landbouw-
vertegenwoordiging verontrust is over de vooruit
zichten voor de afzet van graan uit de nieuwe oogst.
Zowel de hoge rentestand als de zwakkere finan
ciële positie van de akkerbouwbedrijven zullen ver
moedelijk tot gevolg hebben, dat er al vrij kort na
de oogst, grote hoeveelheden graan zullen worden
verkocht. Bij de huidige marktsituatie mag daarbij
worden aangenomen, dat een belangrijk deel van
dit graan aan het V.I.B. ter interventie zal worden
aangeboden.
Geïnformeerd werd of het V.I.B. wel over vol
doende opslagmogelijkheden beschikt en ook of
deze overname gefinancierd zal kunnen worden.
VOORRADEN STERK TOEGENOMEN
^OWEL uit de mededelingen, die bij de agenda
waren gevoegd, als uit hetgeen in de ver
gadering werd gezegd, komt wel tot uiting, dat er
reden tot zorg is.
Een van de redenen voor de zwakke graanmarkt
is de nog steeds zwakke positie van de Franse
franc. Weliswaar is het disagio de laatste tijd wat
teruggelopen, maar het verschil is nog steeds groot
genoeg om de Franse tarwe een concurrentievoor
deel van betekenis te geven.
In het nu afgelopen oogstjaar heeft het disagio
niet het gehele seizoen een rol gespeeld, waardoor
de gemiddelde opbrengstprijs van de tarwe nog
enigszins boven de interventieprijs is gebleven.
Voor het komende jaar moet nog maar afgewacht
worden of dit weer het geval zal zijn. Het begin is in
ieder geval al niet gunstig.
Voor Duitsland is dit al aanleiding geweest om,
naast de al verleende vrijwaringsmaatregelen, nog
verdergaande maatregelen in Brussel te vragen.
Gedacht wordt daarbij aan het opleggen van een
extra heffing op geïmporteerd graan om daarmee
het disagio van de franc te compenseren.
De direkteur van het Produktschap, de heer Van
Dijk, bleek niet gelukkig te zijn met deze gedachte
en, volgens zijn informaties, de Europese Commis
sie evenmin.
Een dergelijke heffing zou immers tot gevolg heb-,
ben, dat de export van niet-Frahse tarwe naar
Duitsland praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Bo
vendien wordt dan nog niets gedaan aan de con
currentiepositie van de Franse tarwe op de derde-
landenmarkt en dat is o.a. voor ons land ook be
langrijk.
De meest voor de hand liggende oplossing voor
dit probleem, n.l. een gemeenschappelijk monetaire
politiek zal voorlopig nog wel niet gerealiseerd
worden, mede omdat, zoals de voorzitter opmerkte,
dit in feite betekent dat de afzonderlijke landen dan
hun beurs uit handen geven.
Naast de positie van de Franse franc oefenen
ook de grote interventievoorraden invloed uit op de
markt. Per half juni waren deze voorraden: tarwe
rond 5 miljoen ton, rogge 500.000 ton en gerst rond
1 miljoen ton.
Dat ook de Europese Commissie zich hierover
zorgen maakt, blijkt overgens wel uit verschillende
voorstellen, die de laatste tijd zijn gedaan. De prijs
voorstellen, die voor het oogstjaar 1970/71 kort
geleden zijn gedaan, zijn daar een voorbeeld van.
Dat de landbouw het met deze oplossing niet eens
is, behoeft hier geen nader betoog.
Voor de ocgst 1969 wordt thans het idee bespro
ken om middels een verhoging van de denatu-
reringspremie bij direkte vermenging, de afzet van
tarwe als veevoeder te bevorderen.
Bij denaturering wórdt, behalve de technische
kosten, ook het prijsverschil tussen tarwe en gerst
vergoed. In de loop van vorig jaar is deze vergoe
ding voor het prijsverschil al met 0,72 per 100 kg
verhoogd als extra stimulans. Dit wil men voor het
komende jaar handhaven.
(Zie verder pagina 3)