Bezoek aan twee Zeeuwen in Ierland Ierland zal voor de meeste lezers een vrijwel on bekend land zijn. Veelal weet men alleen dat daar de depressies vandaan komen, die ons zo vaak buien bezorgen. Vandaar dat men een vage voor stelling heeft van een groot, vlak eiland, dat er triest en verregend uitziet. De werkelijkheid is anders. Het regent in Ierland (althans in de oostelijke helft) weinig meer dan hier. Het is een zeer mooi land, het landschap Is bijzonder gevarieerd en vol verrassingen op aller lei gebied. En wat wellicht de meeste indruk maakt is de weldadige rust en de vriendelijkheid van de bewoners. Door toevallige omstandigheden zijn we al her haalde malen in Ierland geweest. Kortgeleden heb ben we de reis naar het Groene Eiland weer ge maakt en daarbij een bezoek gebracht aan een tweetal Zeeuwen, die er enkele jaren geleden naar toe zijn gegaan om een fruitteeltbedrijf te beginnen. Dat zijn de heer C. Vogelaar, voorheen Krabben- dijke, en de heer W. Traas, afkomstig uit Biezelinge. Eerstgenoemde zit er nu zes jaar, de andere pas twee jaar. BEVOLKING NAM AF Voor we iets vertellen van hun belevenissen, kan het nuttig zijn eerst enkele algemene bijzonder heden over Ierland weer te geven. Ierland is circa driemaal zo groot als Nederland, doch het telt slechts ruim 4 miljoen inwoners. Daar van zit dan nog een derde in het noordelijke stuk Ulster, dat bij het Verenigde Koninkrijk (Enge land) behoort. De rest (80 van het eiland) is zelfstandig en staat bekend al? de Ierse republiek of de Ierse Vrijstaat. De scheiding is voor vele Ieren een pijnlijke zaak en heeft vooral een gods dienstige achtergrond. De Ierse Vrijstaat is voor 97 Rooms-Katholiek, terwijl Ulster overwegend protestants is, zij het dan Anglicaans, wat men kan zien als een vorm die het midden houdt tussen R.-K. en wat in ons land als protestants bekend staat. Ierland heeft een rijk verleden. De bpvolking is veel talrijker geweest dan thans. Vooral door hon gersnoden, als gevolg van mislukte aardappeloog sten wegens aardappelziekte, is de bevolking sterk gedecimeerd. Velen kwamen om van honger, velen trokken het land uit. Daarbij speelde onderdruk king door Engeland ook een grote rol; de toenmali ge Engelse regering werkte de economische ont wikkeling van het land meer tegen dan dat het die bevorderde. ACHTERSTAND IN WELVAART Ierland is arm. Het land heeft bijna geen delfstof fen en mede daardoor is er weinig industrie. De hoofdbron van inkomen is de veeteelt. Deze is ech ter arbeidsextensief, zodat de emigratie doorgaat en er desondanks nog doorlopend te veel werkloos heid is. De regering doet alles om industrie aan te trek ken, o.a. met subsidies en vrijstelling van belasting voor exportgoederen. En er zit daardoor groei in, met als voorbeeld o.a. de scheepswerf van Verolme te Cork, doch het gaat nog altijd te langzaam. Weliswaar neemt de welvaart toe, doch de ach terstand met andere Westeuropese landen wordt niet kleiner. Het is de vraag of men zich daar onge lukkig bij voelt. De werkman koopt geen mooie meubelen en loopt met oude, opgelapte kleren, maar omdat de buren in gelijke omstandigheden verkeren, maakt men daar geen problemen van. Het beschikbare geld wordt vooral uitgegeven aan eten en drinken. Bij dat laatste hoort ook het be zoek van het hoofd van 't gezin aan de kroeg (pub), waar het bier en de whisky peperduur zijn. Bij het eten moet het vele snoep en andere zoetigheid wor den genoemd. Tevens roomboter inplaats van mar garine. Verder neemt men het leven in 't algemeen ge makkelijker op dan in Nederland. Het tempo ligt lager, haast is bij de meesten onbekend. Vóór 's morgens negen uur kan men bijna nergens te recht in een winkel; zelfs benzine is voor dat tijd stip vaak moeilijk te krijgen. Wellicht is hierbij de vele emigratie van invloed. Men mag aannemen dat het juist de meest voortvarenden zijn die weg trekken. Denk o.a. aan de familie Kennedy. GEMATIGD KLIMAAT De zomers zijn er koeler dan bij ons, doch de winters zachter. Het vee laat men zelfs meestal het hfele jaar door buiten. Tot voor kort werd dat steeds als een groot voordeel beschouwd, doch de laatste jaren gaat men inzien dat het toch beter is de dieren 's winters een tijdlang onderdak te geven. Daarom worden in toenemende mate stallen ge bouwd, waarbij de regering meewerkt door het geven van forse subsidies. In de westelijke helft van het eiland regent het erg veel. De buien komen daar kersvers van de At lantische Oceaan. In de oostelijke helft verschilt de regenval weinig met ons land. Wel is de luchtvoch tigheid hoog, zodat men meestal zware dauw heeft. Vandaar dat het gras op Ierland zo welig en over vloedig groeit als nergens elders. En vandaar ook dat de veeteelt er zo sterk tot ontwikkeling is ge komen. Door de zachte winters is er een rijke planten groei. Men komt op dat gebied dikwijls voor ver rassingen te staan. Er groeien op onverwachte plaatsen subtropische planten als o.a. palmen. Dicht bij Dungarvan ziet men langs de wegen en in de weilanden over grote afstanden heggen van fuch sia's, die een hoogte bereiken van 3 a 4 meter. Men treft bamboeriet aafi, wilde cyclamen, enz. Verder kan nog worden opgemerkt dat het eiland te vergelijken is met een reusachtige schotel. Het midden is vrij laag, soms zelfs moerassig (veen), terwijl aan de rand veelal lage bergen voorkomen, die toch nog pittig zijn omdat ze uit het vrij vlakke land oprijzen. VRIJHANDEL MET ENGELAND BELANGRIJK Hiervoor werd er reeds op gezinspeeld dat Enge land in 't verleden de Ieren niet best behandeld heeft. De opstanden die mede hiervan het gevolg waren, werden bloedig neergeslagen. Engelse offi cieren die zich daarbij onderscheiden, sleepten als buit de mooiste Ierse landgoederen in de wacht. Vanaf 1921 is Ierland vrij, maar het is begrijpelijk dat er bij vele Ieren nog een wrok is tegen Enge land. De onderlinge verhouding is echter veel ver beterd. De Engelsen nemen thans een veel edel moediger houding aan. Dat komt o.a. tot uiting in het vrij handelsverdrag tussen Engeland en Ierland, Hiervan profiteren vooral de Ieren, die ongeveer dezelfde voorrechten hebben als de dominions. Ier land leeft in feite van Engeland; daar gaat het slachtvee in hoofdzaak naar toe, veel zuivelproduk- ten, het in Dublin gebrouwen Guinness bier en het gros van de overige exportgoederen. En vooral niet te vergeten: de export van „overtollige" werk krachten. Jaarlijks emigreren duizenden Ieren naar Engeland; anderen laten hun gezin in Ierland, doch werken zelf in Wales of Engeland. Economisch gezien zit men dus nog steeds onver brekelijk aan dat land gekluisterd. Daarom wordt gerekend dat bij een eventuele toetreding van En geland tot de E.E.G. ook Ierland als het ware auto matisch mee zal gaan. Wat de meningen over de E.E.G. betreft; de fok kers van slachtvee zien voordeel in een Iers lid maatschap, doch de akkerbouwers en tuinbouwers verwachten er overwegend nadeel van. Waarschijn lijk terecht. Zo zag het bedrijf van de heer-Vogelaar er 6 jaar geleden uit En hier het bedrijf van de heer Vogelaar zoals het thans ifc

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 10