7
Al* de oudste peulen in de rand van het perceel
beginnen te zwellen, moet de eerste bespuiting met
1.6 liter parathion 25% of 2.5 kg diazinon 20% per
ha worden uitgevoerd; een week na deze bespui
ting dient de bespuiting te worden herhaald.
De konservenerwten kunnen en mogen tot 7 dagen
voor de oogst met 2 liter Mevinfos worden bespoten.
Ter bestrijding van kwade harten kan men gelijk
tijdig met de bestrijding van de peulboorder 15 kg
mangaansulfaat per ha toevoegen. Bij deze menging
liefst parathion-spuitpoeder gebruiken en direkt na
het mengen verspuiten (niet te weinig water).
De oogst wordt door de geringe arbeidsbezetting
op vele bedrijven steeds moeilijker, zodat het ruite-
ren afneemt en het uit zwad of van stam dorsen
jaarlijks toeneemt. Bij het uit zwad of van stam te
dorsen dient u onmiddellijk na de oogst te kunnen
beschikken over een drooginrichting. Om het dorsen
uit zwad of van stam te vergemakkelijken zijn al
enkele jaren proeven genomen met het doodspuiten
van het gewas en onkruid met zwavelzuur. Hierbij
bleek dat het blad van de erwten wel verwelkte
maar dat het vochtgehalte van het zaad hoegenaamd
niet beïnvloed werd.
STAMBONEN
Diverse rassen stambomen zijn vatbaar voor vlek-
kenziekte. Zodra de bonen elkaar beginnen te raken
kan men deze ziekte bestrijden door te spuiten met
4 kg zineb of maneb per ha. Om verbranding bij
warm zonnig weer te voorkomen, kan beter tegen
de avond gespoten worden. In groen te plukken
bonen mag niet gespoten worden binnen 14 dagen
voor de oogst.
Bonen die rijp geoogst worden dienen enkele keren
gespoten te worden. Een bespuiting vlak voor het
optrekken kan de ziekte op de ruiter tegen gaan.
AARDAPPELEN
De meeste aardappelen zijn al 3 of 4 maal gespoten
tegen de gevreesde phytophthora. Maar ook in de
komende maanden dient regelmatig gespoten te
worden met een tin bevattend middel.
Een vast schema voor een bespuiting is moeilijk te
geven; een volgende bespuiting moet in een kritieke
periode vlugger gebeuren dan in een droge periode.
Komen er veel distels of melden in voor dan kan
na de bloei van de aardappelen 3 liter MCPA 25%
aan het bestrijdingsmiddel worden toegevoegd. Niet
alle rassen verdragen de bespuiting even goed.
Om slap hangen van het gewas te voorkomen,
verdient het aanbeveling bij zonnig en warm weer
het mengsel 's avonds te spuiten.
Bij de pootgoedteelt dient extra aandacht geschon
ken te worden aan Rhizoctonia. 14 dagen na het
looftrekken of doodspuiten nemen de besmettings
kansen in de grond toe. Om de besmettingskansen
zoveel mogelijk tegen te gaan, dienen de aardappe
len gerooid te worden binnen 14 dagen na het loof
trekken of het doodspuiten. Verder dient er meer
aandacht besteed te worden aan de ontsmetting van
de aardappelen in het najaar.
Wanneer er veel luis in de aardappelen voorkomt,
kan aan de maneb-tin nog 1 kg parathion worden
toegevoegd.
SM 8#
SUIKER- EN VOEDERBIETEN
Al vele bietenpercelen zijn tegen de luis gespoten.
Toch is het niet uitgesloten dat er nog wel eens
gespoten zal moeten worden. Worden er nog blad
luizen van betekenis gevonden dan kan tot half juli
een bespuiting met een systemisch middel verant
woord zijn. Ook hier geldt weer dat bij droog en
zonnig weer een bespuiting in de avonduren beter is.
UIEN
In de maand juni dient extra aandacht geschon
ken te worden aan de valse meeldauwbestrijding.
Kritiek weer voor de phythopthora-aantasting in
aardappelen, is ook kritiek voor de valse meeldauw-
aantasting in uien. Tegen deze ziekte om de 7 10
dagen spuiten met 3 kg zineb/maneb; mancozeb,
maneb, of zineb per ha tot eind juli of begin augus
tus. Zaaiuien die naast pootuien liggen dienen vooral
vroeger gespoten te worden. De zineb/maneb kom-
binaties verdienen de voorkeur, omdat dan tevens
ook de bladvlekkenziekte bestreden wordt.
Ook de preimot kan veel schade aan de uien ver
oorzaken. Bij een latere aantasting kunnen zelfs de
bollen beschadigd worden. Zodra venstervreterij
wordt waargenomen dient een bestrijding met 1.5
liter of kg parathion 25% uitgevoerd'te worden.
Aangezien de laatste bespuiting minstens drie
weken voor de oogst uitgevoerd moet worden, kan
aantasting van de bollen bij zaaiuien alleen voor
komen worden door een intensieve bestrijding in de
zomer. Eventueel kan tot 7 dagen voor de oogst
worden gespoten met 0.75 liter per ha Mevinfos.
GRASLAND
Om regelmatig gras te blijven houden met veel
eiwit dient na elke omweiding 40 50 kg zuivere
stikstof per ha gegeven te worden in de vorm van
kalkammonsalpeter. Voor een goede weide-exploi
tatie dienen de bossen regelmatig gemaaid, en de
mestflatten gespreid te worden om de hoogste pro-
duktie van het grasland te kunnen behalen.
Op verschillende percelen grasland is het zelfs
noodzakelijk dat er een overbemesting met fosfaat
gegeven wordt. Dit kan gegeven worden in de vorm
van superfosfaat of in de vorm van 23 23 0.
Is er nog niet voldoende wintervoer aanwezig dan
kan er nog gemaaid worden voor kuilvoer en even
tueel voor hooi. Er dient dan bemest te worden met
80 -100 kg zuivere N per ha.
GROENBEMESTING
Daar er in deze maand het erwten- en vroege
aardappelland vrij komt en ook de pootuien geoogst
kunnen worden, kan dit land goed voor groenbe-
mesting benut worden.
Wikken en alexandrijnse klaver zijn wel de goed
koopste groenbemesters die tot begin augustus ge
zaaid kunnen worden. Welke groenbemester het
ALGEMEEN
1. Zorg dat het gedorsen graszaad niet in
broei komt, aangezien een te lage kiem-
kracht afkeuring tengevolge kan hebben.
2. Door de erwten tijdig te spuiten tegen de
peulboorder kan veel schade voorkomen
worden.
3. Bestrijd de vlekkenziekte in stambonen
tijdig, hierdoor kan het pikselpercentage
belangrijk verminderd worden.
4. De phythopthorabestrjjding dient ook in
een drukke periode tijdig te gebeuren.
5. Kon troleer de bieten regelmatig op luis-
aantasting en indien nodig spuit dan met
een systemisch middel.
6. De uien dienen regelmatig gespoten te
worden tegen meeldauw en bladvlekken -
ziekte en zo nodig ook tegen de preimot.
7. Vergeet in grasland de onkruidbestrjjding
tegen boterbloem met MCPA of 4 kg per
ha tegen de paardebloemen met 2.4 D-
amine tegen 2-3 liter per ha niet.
8. Bij inzaai van een groenbemestingsgewas
dient men uit te gaan van goed zaaizaad.
9. VERWIJDER WILDE HAVER EN VER
BRANDT DE PLANTEN.
10. Grasgroenbemesting is uitstekend geschikt
voor een chemische bestrijding van hard
nekkige onkruiden zoals klein hoefblad,
akkermunt, akkerpaardestaart, veenwor-
tel en distel.
11. Tot begin augustus kunnen Italiaans raai-
gras, wikken of Alexandrynse klaver ge
zaaid worden. Daarna verdient Wester-
wolds raaigras de voorkeur.
12. Onkruidzaden zoals wilde haver en duist
kunnen gemakkelijk door één maaidorser
van perceel naar perceel overgebracht
worden. Na het dorsen van een dergelijk
perceel dient de maaidorser goed schoon
gemaakt te worden.
beste gezaaid kan worden hangt mede af van de
onkruidbezetting op het land.
Komt er veel kweek in voor dan dient geen groen
bemester gezaaid te worden. De kweek dient mecha
nisch en/of chemisch bestreden te worden. Bij een
chemische bestrijding dient na het lostrekken van
de kweek wortels gespoten te worden met 75 kg TC A
per ha. 4 weken na het spuiten kan dan met de
triltandkultivator weer een mechanische bewerking
worden uitgevoerd. Door deze bewerking zullen de
kweekwortels steeds meer verzwakken. Komen er
veel andere onkruiden in voor zoals distels, klein
hoefblad, akkermunt, veenwortel of akkerpaarde
staart, dan is gras de aangewezen groenbemesting.
Doordat gras de bouWvoor goed doorwortelt en een
grote massa kan geven, is dit een uitstekende struk-
tuurverbeteraar.
Door een N-bemesting te geven van 60 - 80 kg zui
vere N per ha. groeit niet alleen het gras hard, maar
ook de onkruiden die dan goed bestreden kunnen
worden.
Door het werken met een zwadverlegger bevordert men het drogen van
het graszaad. In vergelijking met handwerk geeft deze machine veel minder
zaadverlies.
Nadat de vroege gewassen geoogst zijn dient er op vele bedrijven nog meer
aandacht aan de teelt van groenbemestingsgewassen geschonken te worden
Door de uitslagen van de uitgebreide gewassen proefvelden van de laatste
jaren weten de bedrijfsvoorlichters daar heel wat over te vertellen.