9Czlm
vraagpunt 1968/1969
De toekomst
van de
Nederlandse fruitteelt
Dagelijks Bestuur ZLM vergaderde
Deze week
I
IN de bestuursvergadering der ZLM van 30 juni
1969 werd van het rapport over het vraag
punt „De Toekomst van de Nederlandse Fruitteelt"
waaraan in het seizoen" 1968/'69 diverse groepen
van fruitteeltleden der Maatschappij hun mede
werking verleenden, met veel waardering kennis
genomen.
Het bestuur achtte dit rapport een zeer goede
neerslag van datgene wat onder de fruitteeltleden
leeft, en het zag er voorts een duidelijke opdracht
in om met vasthoudendheid op de onhoudbare
situatie voor de fruittelers te blijven wijzen.
Het bestuur was unaniem van oordeel, dat een
zeer scherpe veroordeling van de diverse beleids-
instanties op zijn plaats is nu er van die zijde in
feite nog steeds geen enkele stap is gedaan om de
fruittelers werkelijk tegemoet te komen.
Nog geheel afgezien van (het feit dat de oorzaak
van de moeilijkheden niet aan de Nederlandse
fruitteelt kan worden verweten, is het onverant
woordelijk om goed geleide en economisch ver
antwoorde bedrijven, die onder eerlijke E.E.G.-
omstandigheden de concurrentie aankunnen, te
laten verkommeren. Behalve het onnodige mense
lijke leed wat hierdoor wordt veroorzaakt, leidt
het voorts onherroepelijk en in toenemende mate
tot likwidatie en sluiting van sociaal-economisch
verantwoorde bedrijven.
Het bestuur heeft er behoefte aan om de zijns
inziens dringend noodzakelijke maatregelen nog
eens kort samen te vatten:
1. Een goede en efficiënt werkende overbruggings-
regeling.
Het bestuur ziet hierbij het meeste effect van
een rentesubsidie, zowel op de bijvoorbeeld de
laatste 810 jaar gedane investeringen in op
stand, gebouwen en machines, als op deze in
vesteringen in de komende periode. Hierdoor
kunnen moderne bedrijven bijblijven en kan de
achterstand ten opzichte van de andere E.E.G.-
landen enigszins gecompenseerd worden. Het
is voorts de afgelopen periode wel gebleken, dat
de groepsregeling zelfstandigen ten aanzien van
de overbrugging niet .of onvoldoende heeft ge
werkt. De enige oplossing lijkt het bestuur een
duidelijk uniforme landelijke regeling, zodat
bezien kan worden of de zelfstandigen in de
fruitteelt van een dergelijke zelfstandigen-rege
ling iets kunnen verwachten.
Gesproken wordt voorts over de grotere functie
voor het Borgstellingsfonds ten aanzien van de
overbrugging. Voor die ondernemers, die bij de
financiering van het bedrijf gebruik hebben ge
maakt van het Borgstellingsfonds, kan, indien
dit fonds rente en aflossing op zich neemt, in
derdaad verlichting van de lasten worden be
reikt.
2. Maatregelen ter verbetering van de structuur
van de Fruitteeltbedrijven.
Hoewel hiervoor de rentesubsidie als onder 1.
genoemd van grote betekenis is, dient voorts
de bij bedrijfsvergroting uit te voeren cul
tuurtechnische voorziening ondersteund te wor
den. Tenslotte acht het bestuur het nodig om
de door de S.B.L. aangekochte goede opstanden
uit te geven aan te vergroten fruitteeltbedrij
ven onder toepassing van de Ruilverkavelings
financiering. Alleen langs deze wegen zal er
een betere structuur worden bevorderd,
3. Een betere afvloeiingsregeling voor de fruit
teelt.
Met name geldt dit voor de ondernemers, die
gezien de structuur van hun bedrijf veetal ift
combinatie met een complex van andere rede
nen het bedrijf dienen te beëindigen. Zowel uit
sociale overwegingen als uit een oogpunt van
algehele structuur is het dringend noodzakelijk
dat ifi de eerste plaats voor deze categorie een
verbetering van de huidige regeling tot stand
komt.
IIET bestuur onderstreepte voorts nog eens de
taak van het bedrijfsleven zelve, zoals deze
in diverse passages in dit rapport naar voren
komt. In dit verband werd met instemming kennis
genomen van de voorstellen van het Centraal Bu
reau van Tuinbouwveilingen met betrekking tot
het invaren van nieuwe afzetmethoden voor het
hard fruit.
TENSLOTTE werd in het bestuur tevens nader
ingegaan op de jongste Brusselse voorstellen
voor ordening van de groenten- en fruitmarkt.
Van zeer veel betekenis moet het worden geacht,
dat tot een spoedige invoering van een Europese
rooiregeling en een Europees interventiebeleid-
wordt gekomen.
Het bestuur meende evenwel er met grote na
druk op te moeten wijzen, dat ook een spoedige
invoering van een meer Europees marktbeleid on
voldoende soulaas biedt voor de ernstige proble
men waarin de Nederlandse fruitteelt is komen te
/verkeren.
Er ligt dan ook een duidelijke taak voor de
Nederlandse overheid omdat de verschillen ten
aanzien van de productievoorwaarden niet zullen
worden weggenomen.
Het bestuur sprak het vertrouwen uit, dat mede
dit rapport zal bewerkstelligen dat de goede fruit
teeltondernemingen eerlijke kansen worden ge
geven.
Er is bij herhaling en van diverse zijden gecon
stateerd, dat daar nu geen sprake van is. Het is:
een zeer dringende zaak deze constatering in con
crete maatregelen om te zetten.
Namens het bestuur,
Ir. J. PRINS, Algemeen-voorzitter.
Mr. E. WAGE, Algemeen-secretaris,
Wat de marktsituatie betreft lijkt het dat alle con
sumptie-aardappelen van het vorige jaar geruimd
zijn en dat hier met een schone lei aan het nieuwe
seizoen begonnen kan worden. De aangifte van
pootaardappelen bij de N.A.K. is geringer dan vorig
jaar, hetgeen de STOPA niet onwelgevallig is, waar
door mogelijk de grote verliezen van de laatste
garen enigszins gecompenseerd zullen worden.
Tengevolge van de Franse druk is de afzet van de
granen van de vorige oogst bijzonder slecht verlo
pen: 100.00Q ton is geïntervenieerd. Ten aanzien van
de nieuwe oogst zijn de vooruitzichten niet bijzon
der rooskleurig, omdat onder andere reeds veel
Franse granen in de voorverkoop zijn, die in een
later stadium onze eigen afzet weer zullen belem
meren. Met name in Duitsland is men zeer veront
rust over een mogelijk tekort aan opslagruimte voor
de nieuwe oogst. De verwachting is, dat opslagpro
blemen zich niet in Holland voor zuilen doen, maar
dat de afzet niet vlot zal zijn.
Van de nieuwe vlasoogst is tot nu toe weinig ver
kocht. Het bestuur onderstreepte wederom de nood
zaak van een Europese vlasregeling. Ook het tot
stand komen van een aardappelregeling in het
kader van de E.E.G. wordt steeds dringender.
Voorts sprak het bestuur, naar aanleiding van
een schrijven van een van haar leden over de gang
van zaken bij de N.A.K.-Brabant. Het bestuur be
sloot deze zaak nader te onderzoeken.
TUINBOUW
De heer P. J. Dekker gaf in het kort een over
zicht betreffende de afzetpositie van verschillen
de tuinbouwprodukten en deelde mede dat van de
tomaten de aanvoeren zeer groot zijn. per week
15 a 16 miljoen kg, met een week van 18 miljoen
kg.
Tot het begin van de vorige week was de vraag
ook groot, maar is sterk afgezwakt, met als gevolg
een flinke prijsdaling. Thans is de prijs vrij sta
biel 6,per kistje, een prijs die iets hoger ligt
dan vorig jaar om deze tijd maar de verschillen
zijn klein. De aanvoer van tomaten van de Cana-
rische eilanden is ook groot, terwijl op de Engelse
markt eveneens de aanvoer van tomaten uit Enge
land zelf niet onbelangrijk is. Op de Duitse markt
is er concurrentie van Roemeense tomaten en ook
van de Duitse tomaten. Onze export gaat hoofd
zakelijk naar Frankrijk, Duitsland en Engeland.
Van de komkommers is de aanvoer behoorlijk,
ofschoon de indruk is dat men over de top heen is.
De vraag is veel zwakker, een verschijnsel dat we
ook in andere jaren om deze tijd altijd hebben ge
zien. De grote sorteringen doen lage prijzen, ook
de kleine sorteringen draaien belangrijke hoeveel
heden door. De aanvoer van komkommers in Enge
land, Duitsland en Italië uit eigen land neemt ook
meer toe. De export van komkommers vindt plaats
naar West-Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zwe
den.
Van de natuursla zijn de aanvoeren matig, de
afzet vindt plaats naar het binnenland tegen ge
middeld matige prijzen. Er is eveneens weinig door
draai.
Van bloemkool is er een redelijke aanvoer met
sterk wisselende prijzen, afhankelijk van het weer.
Is het weer koel, dan stijgen de prijzen, bij warm
weer dalen de prijzen sterk. De afzet vindt hoofd
zakelijk plaats in het binnenland.
Wat de overige zomergroenten betreft, zijn de
prijzen redelijk.
Van de vroege aardappelen zijn de aanvoeren
in ons land niet meer overweldigend, maar toch
behoorlijk, tegen nog bevredigende prijzen.
Van de aardbeien is een vrij redelijke oogst te
melden die tegen bevredigende prijzen wordt af
gezet. De aardbeienoogst in Polen is mislukt.
WERKGEVERS- EN SOCIALE ZAKEN
In verband met het S.E.R.-advies betreffende
de uitkering ineens van 1 van het jaarinkomen
in verband met de sterke prijsstijging der laatste
maanden beraadde de vergadering zich over het
dienaangaande in te nemen standpunt bij het even
tueel in de land- en tuinbouw daarover te voeren,
overleg. Door de heer A. J. van Nieuwenhuijzen
werd er op gewezen dat in het bestuur van A.S.F,
nog geen overeenstemming kon worden bereikt
over de verzekeringsplicht vakantiewerkers en dat
voorlopig de oude regeling nog geldt. Wel wees
de heer Van Nieuwenhuijzen er in dit verband op
dat een bedrijfs-W.A.-verzekering bepaalde risi
co's niet dekt en het in voorkomende gevallen aan
beveling kan verdienen voor dergelijxe vaKautie-
werkers een ongevallenverzekering af te sluiten.
iEMAND heeft per 1 januari 1969 een vermo-
gen van f200.000,Hij is gehuwd en heeft
geen recht op kinderaftrek. Hij krijgt een aanslag
in de vermogensbelasting, berekend als volglr
Vermogen f 200.000,
Af: belastingvrije som 55.000,-—
Belastbare som 145.000,
Te betalen vermogensbelasting f6,per f 1.000
Vermogen dus 145 x f6,f870,
Deze berekening is niet ingewikkeld. Dat is met
de meeste berekeningen voor de vermogensbelas
ting het geval. Het is nog een van onze eenvoudige
belastingwetten. Die hebben wij niet veel meer!
Toch kan er met de hierboven genoemde aan
slag ook nog iets aan de hand zijn. Wij bedoelen
dan niet dat er verschil kan bestaan over b.v. de
waardering van onroerende goederen. „Nee, als
de aanslag op zichzelf juist is kan er nog een mo
gelijkheid zijn dat men vermogensbelasting terug
krijgt. De omstandigheden zijn dan niet zo plezie
rig, mar des te meer reden om te proberen geld
terug te krijgen.
WIJ doelen hier op de bepaling in de wet ver
mogensbelasting, dat vermogensbelasting
kan worden teruggegeven voorzover deze tezamen
met de Inkomstenbelasting over het voorafgegane
jaar meer zou bedragen dan 80 van het belast
bare inlwmen over dat jaar. Praktisch is dit alleen
van belang als er een verlies wordt geleden of een
zeer laag inkomen wordt genoten. Deze terug
gaaf vindt alleen plaats OP VERZOEK VAN DE
BELASTINGPLICHTIGE. Nu bestaat wel eens de
indruk dat deze verzoeken nogal eens worden ver
geten. Op het eerste horen, doet dit wel wonder
lijk aan. Toch is het wel begrijpelijk.
sN de eerste plaats gaat men éi- meestal van
uit dat de overheid vraagt wat haar toekomt
en niet meer. De fiscus is zeer actief als het erom
gaat geld dat betaald moet worden uit de zakken
van de belastingbetaler over te hevelen naar de
schatkist.
Wij begrijpen allemaal dat dit moet gebeuren. Na
tuurlijk staat ons begripsvermogen op het laagste
pitje als wij zelf de blauwe enveloppen thuis be
zorgd krijgen, maar zelfs dan is het niet helemaal
verdwenen.
Dat er een recht op teruggaaf van belasting be
staat in de sector van de vermogensbelastingmaar
dat dit alleen effectief wordt op verzoek, wil er bij
velen slecht in. Dezelfde activiteit die de overheid
aan de dag legt bij de heffing van belasting wil
men ook zien als het om terugbetaling gaat. Dat
is echter teveel gevraagd.
JN de tweede plaats is de hele belastingwet-
1 geving te ingewikkeld geworden. Ook daar
door gaat het voor een belastingbetaler moeilijk
worden zijn rechten te kennen.
De bovengenoemde bepaling is praktisch alleen
van belang als er een verlies wordt geleden. Het
kan dan wel zijn dat voor de inkomstenbelasting
dat verlies wordt gecompenseerd met het inkomen
van een vorig jaar of als dit niet helemaal moge
lijk is met volgende jaren. Ook dan kan de moge
lijkheid aanwezig zijn vermogensbelasting terug te
hrijgen.
Gezien de situatie in land- en tuinbouw en in de
fruitteelt bestaat de kans d i deze terug gaaf-mo
gelijkheid actueel wordt. Opletten is dus geboden.
PAAUWE