Rond „Het ronde putje"
van Oost-Souburg
18
Resultaten sehoooljaar 1968/1969
Geen sage. geen sprookje uiaar een verzinsel
Wie vanaf het Oranjeplein in Oost-Souburg via de
(Oude) Middelburgse weg naar Middelburg gaat die vindt
even buiten het dorp een onaanzienlijke kuil tussen de
struiken, bekend als „Het ronde putje". Vermoedelijk is
die kuil eens gegraven als drinkplaats voor vee en paar
den maar niemand weet wanneer. Stellig zou die put
(die nogal eens droog staat) al lang dichtgegooid en ver
dwenen zijn, ware het niet dat er een sage of sprookje
aan verbonden is. Voor de bezitters van het „Zeeuws
Sagenboek" van de beide Sinninghe's is de zaak duide
lijk: op blz. 10 vindt men het verhaal.
ECHT OF ONECHT?
Het „Sagenboek" doet de zaak kort af: „Van de sage
van het melkmeisje (aldus de beide schrijvers), dat water
in de melk doet en daarom na haar dood moet rond
waren al roepend:
Half water, half melk.
Te scherp gemeten,
De ziel vergeten!
is op Walcheren een eigenaardige variant bekend, (voor
het eerst door de dichter H. J. Schimmel medegedeeld
als „Het Ronde Putjen, eene volkssproke" en dan volgt
het hele gedicht in niet minder dan 36 kwatrijnen. Het
verhaal is bekend. Elsjen is een arm melkmeisje, dat op
haar knappe hoofdje een koperen kap draagt. Die wil ze
graag verwisselen voor een gouden dito, omdat Grietjen
er óók een draagt en vrijer Japikbuur ten slotte wat aan
gemoedigd moet worden. Het melkgeld achterover druk
ken zou in de gaten lopen en dus lengt Elsjen haar on-
gestandaardiseerde produkt aan met water uit het ronde
putje, onderweg naar Middelburg. De aldus verkregen
meeropbrengst pot zij net zo lang op tot zij de gouden
kap kan kopen. Op de terugweg van Middelburg naar
Souburg wil zij graag zien hoe mooi de gouden kap staat
en bij gebrek aan een zakspiegel snelt zij naar het ronde
putje om zich als wijlen Narcissus in het water te spiege
len. Maar dan schiet de gouden kap los en plompt in het
water.
„Zij grijpt het na; het baat niet meer!
Een stem rijst uit den vloed:
„Wat van mij kwam keert tot mij weêr.
Nooit dijt gestolen goed!"
iongerenaktiviteiten
AFD. AAGT F. KERKE P.J.Z. NAAR ARNHEM
Op donderdag 17 juli a.s. organiseert de afdeling
Aagtekerke een dagreis naar Arnhem en omge
ving. Op het programma staat onder andere een
bezoek aan het leeuwen safaripark en een boottrip
vanaf Oosterbeek tot Arnhem over de Rijn. De
heenreis gaat via BredaGorinchem door de Be
tuwe, terwijl de terugreis via Nijmegen-Den Bosch
zal gaan. Voor een beperkt aantal leden van de
streek Walcheren bestaat nog gelegenheid tot deel
name aan deze reis. Opgave vóór 10 juli a.s. aan
A. Maljaars, E 12, Westkapelle, tel. 01187-251. Ver
trek vanaf Aagtekerke om 7 uur. Kosten 16,
RESULTATEN CHR. LAGERE LAND- EN
TUINBOUWSCHOOL „DE VLIEDBERG"
TE MIDDELBURG
Bevorderd van klas 1 naar klas 2: J. Baayena te
Arnemuiden; J. Besuyen, M. de Looff, J. Wiele-
maker en P. de Witte te Koudekerke; J. de Buck,
R. de Klerk, C. Reynhout, L. Walhout, A. v. Velde
en K. Wielemaker te Middelburg; J. Coppoolse en
J. Janse te Oostkapelle; M. Corré, E. Melse en L.
Willemse te Aagtekerke; A. Dieleman en C. de
Kam te Kamperland; J. Dieleman en C. Wisse
te Ritthem; A. v. Dis en C. Verhulst te Nw. en St.
Joosland; P. v. Dis, A. Maas en A. v. Sparrentak
te Serooskerke; E. v. Dommelen, B. v. Dijk, S. v.
d. Meule en J. v. Soelen te Souburg; A. Dommisse
te Grijpskerke; W. Koppejan te Zoutelande; H.
Krijger te Biggekerke; A. Paauwe te Gapinge; C.
Lorier te St. Laurens; S. de Visser te Meliskerke.
Voorwaardelijk bevorderd 4 leerlingen.
Van klas 2 naar 3: F. Borgs te Vlissingen; G.
Cristiaanse te Serooskerke; W. Janse te Nw. en St.
Joosland; M. Jasperse en W. Moret te Middelburg;
H. Koppejan en K. Verhage te Zoutelande; A.
Lous te Oostkapelle; J. Minderhoud te Aagtekerke;
P. Noordzij en J. Schout te Souburg; J. de Regt
te Kamperland; J. Reynierse te Koudekerke; M.
Verdoorn te Grijpskerke; P. Wouters te Veere.
Niet bevorderd 3 leerlingen,
ZO komt boontje om zijn loontje en Elsjen is haar
gouden kap kwijt, voorgoed. Of dat boer Japik
buur weerhouden heeft haar verder nog aan het hart te
drukken vermeldt de geschiedenis niet. Laten wij er het
beste, van hopen.
De „Verspreide Werken" van Schimmel waarin dit
fraais staat dagtekent van 1852. Hoe kwam hij aan dit
verhaal? Hendrik Jan Schimmel werd in 1824 in 's-Gra-
veland (Nh) geboren en was directeur van de Amsterdam
se Credietvereniging. Hij schreef romans en de stof daar
voor ontleende hij aan de geschiedenis van ons land of
die van Engeland. Vermoedelijk is Schimmel bij zijn ge
schiedkundige studies op de melkvervalsserssagen gesto
ten. Want in zijn tijd begon de belangstelling voor de
volksoverleveringen net zo'n beetje te ritselen. Men mocht
ze niet ernstig opvatten of diepgaand bestuderen, maar
men kan er wel wat aan ontlenen of het motief gebrui
ken. Hoe Schimmel ertoe kwam zijn gedicht op Walche
ren te situeren is onbekend.
WIE het gedicht leest die bemerkt al gauw twee
dingen. Het eerste is dat de plaats van het ronde
putje (rechts van de weg, n.k als men van Souburg naar
Middelburg gaat) klopt. Van de rest klopt niets: er wa
ren in de vorige eeuw geen Elsjens, Grietjes en Japikbu-
ren op Walcheren en een gouden kap werd er evenmin
gedragen. Komiet doet ook de versiegel aan „Een stem
rijst uit den vloed", want een onooglijk putje bevat geen
vloed. Een eenvoudige hark zou voldoende zijn geweest
om de gouden kap weer op te vissen. Maar misschien
was het putje vroeger veel groter. Er is nogal eens wat
huisvuil in geworpen.
Ernstiger is, dat het verhaal absoluut niet tot de volks
overleveringen behoort. Vanwege de „stem uit den vloed"
zou het een sage over een watergeest kunnen zijn en van
wege de romantische inhoud een sprookje. „Eene volks
sproke" loog Schimmel. Intussen is de leugen in zoverre
door de waarheid achterhaald, dat zijn gedicht min of
meer in de volksmond tot een verhaal vervormd is en met
enige goede wil kan men dan van een „ondergeschoven
sage" spreken..
EEN OEROUD MOTIEF
LEUKER is het om na te gaan waar het motief van
daan komt. Melkvervalsserssagen zijn n.l. oeroud
en overal waar koeien bekend zijn, in grote getale aan
wezig. Dat ligt ook voor de hand. In die sagen neemt het
bedrogen volk bloedig wraak op de vervalsers, die men
in werkelijkheid nooit te pakken kon krijgen. Wie thans
water bij de melk doet (of omgekeerd, dat deed men
vroeger) is kansloos: de bepaling van S.G. en vriespunt
is tot op een half procent nauwkeurig! Maar een eeuw
geleden kon men de melk niet op gehalte of toevoegingen
onderzoeken. De enige mogelijkheid om een vervalser
te pakken was dus: hem of haar op heterdaad te betrap
pen. En dat dit zelden of nooit lukte sprak wel vanzelf.
Vandaar de wraak: na hun dood moeten de vervalsers
blijven rondwaren met de bekende kreet: „Half water,
half melk; te schei-p gemeten: de ziel vergeten!"
Huishoudschool „Prinses Juliana", Zierikzee,
Onderstaande leerlingen ontvingen het diploma voor de
tweejarige opleiding.
Zierikzee: M. Baart, T. Baart, M. Berrevoets, M. Berre
voets, A. de Boer, L. de Boer, L. de Bil, M. v. d. Broek,
A. Braam, A. Dogger, P. van Dongen, A. Flikweert, M.
Geilvoet, E. Goudswaard, A. Jonker, M. Kooman, M.
Kuip, Sj. Koster, C. Klippel, A. Kramer, A. Kristalijn,
C. Looy, E. Quist, I. v. d. llassel, T. Rotte, I. Scherpe-
nisse, J. Schot, M. Smalheer, J. Stoutjesdijk. C. Stoutjes-
dijk, E. Verkaart, C. Viergever.
Kerkwerve: J. de Bil, L. Boot, C. v. d. Hoek. M. Rotte.
J. van IJsseldijk.
Noordgouwe: J. de Blonde, M. Voshol.
Zonnemaire: N. Flikweert, R. v. d. Hoek. J. Krabbe.
Brouwershaven: J. Grootjans, Suze Hanse, C. Matthijsse,
M. de Nooyer, C. v. d. Schelde, M. Stoel, N. Verbeke,
H. Slager.
Schuddebeurs: R. de Jonge, N. Kort.
Nieuwerkerk: E. Scholten, N. v. d. Wielen.
Ouwerkerk: M. Holm.
Dreischor: h. v. d. Werf, R. Fonteine, G. Geelhoed, J.
Vermaas, M. Quist.
Sirjansland: M. v. d. Waart.
Duivendijke: J. van Bloois, E. Fasol.
Het diploma voor de Vormingsklas ontvingen:
Zierikzee: A. van Gastel, R. Kosters.
Haamstede: S. Miiller.
Renesse: L. Braber.
Bruinisse: W. Hoogerheide.
Middelharnis: H. Stemerding.
Sommelsdijk: A. Kastelein.
Melissant: Tonny Bakker.
Stad a/h Haringvliet: Ansjelien Acke.
Huishoudschool „Prinses Juliana", Zierikzee.
De volgende leerlingen werden voor de assistente op
leiding gediplomeerd met nadruk op de algemeen vor
mende vakken:
Zierikzee: E. Bakker, A. Bolle, J. Kloet, M. Suurland,
E. Timmerman.
Looperskapelle: J. Bos, L. Capelle.
Brouwershaven: M. Grootjans, L. Grunsvan, C. Lievense,
G. v. d. Schelde, K. van Schelven, N. Schilperoort.
Kerkwerve: H. van de Hoek.
Dreischor: E. Kiesenberg.
Serooskerke: I. Koopman.
Schuddebeurs: D. van Vossen,
Ellcmeet: S. Verioo.
Dat „te krap gemeten" moet u niet misverstaan' Da*
men water bij de melk deed was regel. Dat blijkt bijv. uit
een rapport aan de Haagse gemeenteraad van 1878. Maar
velen verkochten halfom, d.i. half water half melk en
dat was te gek. De slogan „Half water, half melk" enz.,
is afkomsthig uit een Brusselse sage, zo'n 120 jaar ge
leden door Wolf opgetekend. Hij vond n.l. in een park te
Brussel een beeld, dat een meisje voorstelde, waarbij een
deel van het vlees tot op het gebeente was weggeknaagd.
Dat beeld was echter zö afschuwelijk lelijk dat men het
uit de stad verwijderde en in het park zette. Daar be
landde het in een kuil en daar vond Wolf het
DIJ navraag bleek het, dat er eeuwen geleden een
melkmeisje in Brussel leefde dat nog meer dan de
helft water aan de melk toevoegde en daarbij nog zo'»
slechte maal gaf dat het niet om zeggen was. Uiteraard
vond ons melkmeisje geen rust in het graf en iedere nacht
waarde zij rond door de straten met de al genoemde
kreet „Half water, half melk" enz. Dat werden de Brusse
laars ten slotte zat en zij raadpleegden de pastoors. Deze
gaven de raad om het lijk op te graven. Men zag toen
dat het half door ongedierte verteerd was. Als aandenken
liet men toen dat beeld maken. Dat is intussen ook ver
dwenen. Gelukkig is Mannken Pis er nog; die geeft ten
minste zuiver water!
Reeds in de 19e eeuw hebben vele steden in ons land
de eerste pogingen aangewend om via bemonstering en
onderzoek paal en perk te stellen aan de melk ver valserij.
Op den duur is dat ook wel gelukttotdat de overheid
zélf de melk begon af te romen. Wat het aantonen van
vervalsingen bij melk betreft zal men vragen waarom
zowel soortelijk gewicht als vriespunt moeten wordea
bepaald. De verklaring is eenvoudig. Men kan melk ver
valsen met water, dan daalt het S.G. Men kan ze echter
ook vervalsen met ondermelk (tapte- of afgeroomde melk)
en dan stijgt dat S.G. Doet men beide, dan blijft het:
S.G. normaal. Dan is er alleen een verlaging van het
vriespunt omdat er uiteindelijk toch water aan toegevoegd
is.
DE vervalsers van vroeger wisten daar niets van. Wèf
hadden zij grote voorkeur voor ijzerhoudend wa
ter. Dat was n.l. lichtgeel gekleurd en gaf de vervalste
melk een romig aanzien. Toen de eerste bemonsteringen
ingevolge de Warenwet begonnen zijn er heel wat deug
nieten in hun kraag gepakt. Naar verluidt was er toen
een oud boerinnetje dat in Middelburg melk uitventte met
een kruiwagen waarop een melkbus geplaatst was. Toe»
zij de controleur zag naderen was zij zo bijdefotond om te
struikelen, waardoor de kruiwagen omkiepte en de bus
leeg liep. Haar gehuil was niet om aan te horen en een
der ontroerde toeschouwers begon dadelijk een collecte,
die nog meer opbracht dan de melk (zelfs als ze onver
valst was) waard geweest was. Hij kon maar niet be
grijpen dat enkele keiharde omstanders hun tong uitstaken
toen hij met de pet langs kwam. Zij kénden echter de
dame en hadden gezien hoe zij struikeldeHet was
de goede oude tijd!
W. Geldof
met nadruk op de huishoudelijke vakkeu:
Zierikzee: J. van Aken, W. Berrevoets, R. Flikweert, E.
Geluk, G. Krijger, J. de Kuyper, J, van Rossen, R.
Schell.
Nieuwerkerk: A. Hage.
Schuddebeurs: R. de Keijzer.
Dreischor: L. de Later, J. Quist.
Zonnemaire: T. de Munnik.
Kerkwerve: Corrie Viergever,
met nadruk op de naaldvakkcn:
Zierikzee: E. Hendrikse, C. Kloet, T, Kouwenberg, S.
v. d.a Welle, A. Praet.
Kerkwerve: N. Berrevoets, T. Berrevoets, W. v. Kooien,
Brouwershaven: I. Bos.
Oosterland: H. Capelle.
Nieuwerkerk: L. Clarisse, C. Mol.
Noordgouwe: M. den Engelsman, N. de Graaf.
Schuddebeurs: Willy Kort.
Huishoudschool „Prinses Beatrix" te Kruiuingen.
Voor het diploma Assistenteu in de Huishouding
slaagden:
C. Bauer, J. Bauer, J. Hommel, M. van den Hoven,
M. Kakebeeke allen woonachtig te Kruiningen; M. van
Fraassen en H. Koeman te Waarde; A. van Huffel,
Hansweert en I. Lucasse, Walsoorden.
Assistenten in de Naaldvakken:
T. Beeke, 1. Jeremiasse, M. Koster wonende te Rilland
Bath; E. Eckhardt, E. Flipse, A. Rottier en C. Stroosnij-
der uit Kruiningen; C. Kole te Waarde; M. Lepoeter te
Schore en A. Vos te Krabbendijke.
A. Vos ontving als beste leerlinge een correspondentie
map met inhoud.
Primaire Opleiding:
W. van de Berge, A. Geldof, C. Guiljam, M. Hage, M.
Hage, W. Houtekamer, A. Kievit, E. van Koeveringen,
A. Langendijk, J. Meeuwsen, M. Veerhoek en C. Ver
sprille allen uit Krabbendijke;
A. Dijl, M. Overbeeke, L. Waterman en J. Weber te
Waarde;
M. Duinkerke, M. de Fouw, M. van de Guchte, G. van
•Huffel, S. Lavooy, H. Ridderhof, R. Ruysaard, M,
Schrtjver, S. Sinke, en Ella den Toonder te Hansweert;
C. Hoogesteger, G. Lokerse, C. van Noorden, C. Oost-
dijk, B. van de Velde, L. Versluis te Kruiningen;
L. Imanse en H. Kalau te Rilland Bath;
M. Nieuwenhuyze, Oostdijk; A. Nijsse te Yerseke.
Aan één leerlinge Assistenten Naaldvakken en aan
twee leerlingen Primaire Opleiding kon geen diploma
worden uitgereikt.