Ontwikkelingen in de afzet Groente en fruit 8 M. PRINS De meeste verschijnselen waarmede we ons in het maatschappelijk leven intensief bezighouden, zijn kinderen van onze tijd. Het is in het economisch leven niet anders gesteld; ook de afzetproblemen hangen direkt samen met de algemene kenmerken in onze periode. Ik meen dat het belangrijkste kenmerk dat de economie van dit tijdvak heeft, de voortdurende wisselwerking is tussen de vooruitgang van de techniek en het duurder worden van de menselijke arbeid. De technische vooruitgang doet de wel vaart toenemen; een aspect hiervan is, dat de pro- duktiefactor arbeid steeds duurder wordt. Het ge volg van deze steeds hoger wordende beloning van de arbeid is, dat men overal in het economisch leven genoopt is te zoeken naar nieuwe arbeid- besparende technieken. „Wat zijn de consequenties van dit proces voor de afzet van groente en fruit?" Ziedaar de vraag die ik in kort bestek met u wil be handelen. Aldus de heer M. Prins, voorzitter van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland. VERANDERINGEN IN AFZETTECHNIEK IIET duurder worden van de factor arbeid en de daardoor groter wordende bestedingsmogelijk heden hebben aanleiding gegeven tot een krachtiger vraag naar fru-'t- en groenteprodukten. Daarvan nam overigens het aanbod soms nog sterker toe dan de vraag! Een verschijnsel dat in geheel West-Europa optreedt. Daarbij is er tevens van een verschuiving sprake van kwantiteit naar kwaliteit (smaak, uiter lijk, seizoenmatigheid, enz.). In alle stad.'a van de verhandeling maken de ar beidskosten een belangrijk deel uit van de totale kosten. Dit is zowel het geval bij de veilingen als bij de al of niet exporterende groothandel, als bij de kleinhandel. Ik heb de indruk, dat de geschetste stijging van de arbeidskosten ook op tal van punten in het afzetproces een impuls heeft gegeven te gaan zoeken naar andere techn.'eken. Op tal van punten zijn reeds grote veranderingen in de afzettechniek aangebracht. De kosten van ver handeling zijn daardoor ten opzichte van de loon kosten minder dan evenredig gestegen, Ik ben er ech ter van overtuigd, dat in dit opzicht in de produktie- sector meer .'s gebeurd dan in de afzetsector. Misschien is het nuttig ten aanzien van de techni sche veranderingen in de afzetsector onderscheid te maken tussen de veranderingen in de techniek van de verhandeling, dus .'n de technische apparatuur zo als vervoermiddelen, laad- en losapparatuur, condi- tionerings-installaties en communicatiemiddelen ener zijds en anderzijds de veranderingen in de handels methode, waarbij ik doel op de wijze van verkoop en de wijze waarop handelsschakels functioneren. De veranderingen in de afzetsector hebben tot nu toe vooral betrekking op de techn<ek van de verhande ling. Wij zijn echter van mening, dat veranderingen in de handelsmethoden hierop onvermijdelijk zullen aansluiten. Het is vooral dit vraagstuk, dat de laatste jaren in de fruit- en groentesector een middelpunt van discussies vormt. TECHNIEK VAN DE VERHANDELING HE technische apparatuur die de handelsbedrijven zijn gaan gebruiken wordt snel omvangrijker. Het bedrijf wordt hierdoor kapitaalintensiever, krijgt meer vaste kosten en moet steeds hogere omzetten behalen om deze te dragen. De omzet moet niet al leen hoger worden, maar bovendien stabieler. Een groot vaste-kosten-apparaat heeft moeite met inci dentele toppen en gaat kapot aan leegloop. In de veilingfase van de afzet is dit proces op tal van punten te constateren. De aanvoer, de hergroe pering en de afvoer worden gepalletiseerd, de ad ministratie gemechaniseerd. De opstelling en inrich ting van het gebouwencomplex wordt ingesteld op een vlotte doorstroming van het interne transport. Bewaar- en sorteerafdelingen worden gestroomlijnd. Tal van veilingen zijn te klein of hebben een te on regelmatige aanvoer om de mogelijkheden van deze ontwikkeling optimaal te benutten. Dit deel van mijn inleiding samenvattend, wil ik stellen dat we alom de noodzaak tot aanhoudende omzetgroei per bedrijf en tot stabiele bedrijfsbezet ting constateren en dat we eveneens de vraag naar ons goede produkt zien groeien. De behoefte aan omzetgroei der bedrijven is o.i. sterker dan de ver ruiming die de totale markt biedt. We zien dan ook in alle fasen veilingen, groothandel en kleinhan del het aantal bedrijven afnemen, hetzij door fusie, hetzij door opheffing. LEVENSKRACHTIGE BEDRIJVEN INGAANDE op de veranderingen in de handels- methoden stelde de heer Prins dat door het stre ven om een aantal kosten van vervoer, laden en lossen uit te schakelen ook voor de telers de mogelijkheid om snel het algemene prijsverloop te volgen heel wat groter is dan een aantal jaren geleden. De prijs zetting steunt in wezen op de prijsvorming ter vei ling. Met het oog op deze wisselwerking achtte hij al leen die teeltbedrijven levenskrachtig die voldoende groot zijn en een voldoend krachtige kapitaalbasis hebben. Dit behoeven beslist geen mammoet-bedrij ven te zijn. Wij denken vooral aan bedrijven bemand door de teler zelf en enkele medewerkers. Een opti maal bedrijf, gebaseerd op deze arbeidsbezetting, is echter aanzienlijk groter dan de huidige gemiddelde produktie-eenheid in tal van sektoren van de Ne derlandse fruit- en groenteteelt. Wij houden er dan ook rekening mee, dat het aanbod in Nederland steeds meer zal gaan bestaan uit vrij grote partijen. Voor de massa-markt zijn ze veel te klein; voor het oude handelspatroon, waarin veiling de centrale plaats inneemt, zijn ze groot. De mogelijkheid om met deze partijen de veil'ng te passeren, en toch nog een vrij redelijk prijsresultaat te bereiken en al thans een hoeveelheid kosten te besparen is zeker aanwezig. VEILINGCONCENTRATIE DIJ dit alles komt nog, dat aan de zijde van deze massa-distributiebedrijven, doch n.'et minder aan de zijde van de moderne teeltbedrijven, een zeer reële behoefte aan prijszekerheid bestaat. Massa-ver- handel'ng en massa-produktie in kapitaalintensieve bedrijven vereisen namelijk planning. Planning is niet te combineren met dagelijkse grote prijsfluctua ties en met een wekelijks wisselend afzet- c.q. aan* voerpatroon. Degenen die op de massa-markt wer ken, zowel aan de inkoopzijde als aan de verkoop- zijde, kunnen zich echter vrijwel niet losmaken van het prijsverloop op de dagmarkt. Zij moeten zich grotendeels bij het prijspeil van collega's/concurren ten aanpassen. In het beleid van het Centraal Bu reau is hét uitgangspunt: concentratie van veilingen tot zodanig grote eenheden, dat een optimaal kosten- beeld in het veilingbedrijf ontstaat en zal blijven be staan, en dat de aanvoer voldoende groot en geva rieerd is en blijft om een rijk geschakeerde kopers kring aan te trekken. Hierop sluit aan, dat wij differentiatie in de vei* lingkosten reëel achten. Dit geldt vooral indien be paalde partijen, bijv. grote of hoogwaardige, per eenheid van verkoop een veel gunstiger prijs/kosten- verhouding hebben dan andere partijen, bijv. kleine of laagwaardige. Op deze terreinen is onze taak adviserend en sti mulerend. De plaatselijke verenigingen zijn autonoom. Gebrek aan visie, ongemotiveerde weerstand, afwe- mende krachten, die veroorzaken dat het proces slechts moeizaam voortgang vindt. Er is reeds veel bereikt, maar de ontwikkeling gaat veel te langzaan»; we raken achterop. TELERS-AFZETORGANISATIE MEER INVLOED EEN ander punt in ons werk is, dat wij het nood- zakelijk achten als telers-afzetorganisatie meer invloed te krijgen in de handelskanalen die de ver bindingen onderhouden met de afzetgebieden, vooral met.de massamarkt. Wij hebben hiervoor de weg ge kozen van participatie in bestaande bedrijven, met name in de exportsektor. Wij achten dit een taak voor het Centraal Bureau als nationale organisatie Het aanvoerpakket van geen enkele Nederlandse vei ling of van een regionale veilingkring sluit zodanig aan op het verhandel.'ngspakket van exportbedrijven, dat op plaatselijk of regionaal niveau een zinvolle koppeling mogelijk is. Aan deze taak zijn wij begon nen na de desbetreffende besluiten van onze algeme ne vergadering van december j.l. Op mijn analyse sluit aan, dat wij moeten gaan zoeken naar prijszettingsmethoden d'e wat losser staan van het dagelijks gebeuren rond de veilingklok, vooral bii die produkten d.'e Nederland een sterke po sitie op de massa-markt geven of kunnen geven. Een eerste aanzet hiertoe is intussen op gang gekomen voor komkommers en champignons, gisteren voor to maten en hopelijk in het aanstaande seizoen voor ap pelen en peren. Wij denken hierbij aan transacties op tamelijk korte termijn, aansluitend aan de per.'ode waarvoor gepland pleegt te worden. De mogelijkhe* den hangen af van de mate van standaardisatie van het produkt. Dit ligt zeer gunstig in de kasgroente- sektor; hier kunnen we dagelijks vanuit een massale, homogene markt opereren. Het is een zeer zwak punt in de Nederlandse fruütsektor; gecentraliseerde be schikkingsbevoegdheid over het fruit kan deze zwak te echter ten dele opheffen. Voorzitter Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 8