X IUIST nu worden we sterk geconfronteerd met de afzet, nu de overschotten zich rond ons heen opstapelen en de consumptiegewoontes gaan veranderen. Allereerst de binnenlandse consump tie. Enkele cijfers: consumptiemelk, een gebruik van 180 liter per hoofd. Het gebruik is licht dalen de, maar deze wordt gecompenseerd door het ge bruik van koffiemelk e.d. Twintig jaar geleden werd er 80 los verkocht en 20 verpakt, nu is 90 verpakt, waarvan 80 in glas en 20 in pa pier of plastic. Een snelle verandering dus. Een ander cijfer: consumptiemelk en andere pro- dukten worden nu gefabriceerd in ongeveer 158 fabrieken. Een heel groot aantal. Ik dacht dat door concentraties dit cijfer snel verlaagd zou kunnen worden. Andere cijfers over het assortiment zoals die op het moment in de consumptiemelksektor lig gen: een assortiment van ongeveer 30 produkten! Bij de drinkmelk is ook een wijziging aan de gang. We zien een teruggang van de gesteriliseerde melk naar de gepasteuriseerde melk. Daarnaast zijn er een aantal soorten die de markt op een stormachti ge wijze aan het veroveren zijn. In het dichtbevolk te gedeelte van het westen neemt het gebruik van de magere melk enorm toe. U kent misschien wel de merken Slanka-melk en de Halfom. Het is misschien wel een wat zotte situatie dat het gebruik van magere melk toeneemt nu we met een vetoverschot en dus een boteroverschot zitten. Het is naar mijn mening niet alleen het gevolg van het geschrijf in allerlei bladen over de magere melk, maar volgens mij ligt het in hoofdzaak aan de prijs. Als ik u zeg dat de magere melk op straat wordt verkocht voor ongeveer 45 tot 47 cent en de 3,20 vet melk voor 61 cent, dan ligt hierin een belang rijk prijsverschil. De Nederlandse consument is zeer prijsbewust (dat blijkt ook uit andere sektoren) en daardoor wil men een grotere consumptie toeken nen aan de magere melk. En ik wil eraan toevoegen, dat wanneer deze melk goed gebracht wordt, diep gekoeld, dan is het een voortreffelijk produkt. De ondertoon van mijn inleiding zou eigenlijk kunnen zijn dat ik in alle onderdelen de positie van de melkprijs van de boer wil stellen in hoeverre er voor hem plussen in die onderdelen zijn te vinden die hem een goede melkprijs kunnen verschaffen. rLNU, wanneer ik kijk naar de magere melk, dan is de marge daarvan gunstiger dan van de consumptiemelk op straat wordt verkocht. U heeft waarschijnlijk ook wel gelezen dat die con sumptiemelk een „politiek" consumptie-artikel is, evenals brood. De consumptiemelk trekt de aan dacht doordat deze sektor door de prijsstop getrof fen wordt; vandaar dat wij in deze sektor weinig mogelijkheden hebben. Twintig jaar geleden kon de zuivel de consumen tenwereld wat beter overzien. Nu is dat niet meer het geval. We vinden daar nog wat voorbeelden van in Europa, met name in België, waar men nog wel van hoevemelk en van hoeveboter spreekt. Een situatie die we 20 jaar geleden in Nederland ook kennen. De melkslijter die met zijn wagentje van huis tot huis rijdt, zijn assortiment is ook aan ver andering onderhevig. We zien dat de kruideniers waren een steeds grotere en zijn melkartikelen een steeds kleinere plaats innemen op zijn wagen. Daar naast voert hij een groot assortiment frisdranken mee. We hopen toch vurig in Nederland als melkafzet- ters, dat de zuivel zijn plaats zal behouden. De grootste omzet is ermee gebaat. Om een paar cijfers te noemen: de omzet die door de melkslijter wordt bereikt, ongeveer 90 en 10 vindt zijn weg in de supermarkten enz. Daarnaast is er nog een ver schijnsel aan de gang dat zijn weg vindt door de stuntmelk. Stuntmelk dat aan enkele grootwinkel bedrijven in Nederland wordt geleverd en voor ab normaal lage prijzen wordt verkocht. De marge die de melkslijter heeft komt hierin helemaal niet tot uiting. De prijs daarvan kan dus eigenlijk als kale kostprijs worden aangeduid. Eigenlijk kunnen we dit verschijnsel aanduiden als een rotte plek, omdat hier dus de positie van de slijter, waar wij toch sterk op gebaseerd moeten blijven, ondergraven wordt. r afzet van melkprodukten is eveneens van grote betekenis. Dat heeft een bepaalde reden, n.l. de sterke toename van het gebruik van de koel kast bij de huisvrouw en daarnaast het toenemend gebruik van de koelvitrines in de grootwinkelbe drijven en als derde ter verkrijging van een goed produkt een koelinstallatie op de bedrijven. Deze installaties komen er wel meer en meer in, maar eigenlijk nog veel te langzaam. De consument is meer op zijn gemak gesteld, hij kan in een korte tijd een grotere hoeveelheid in slaan, en thuis gekoeld opbergen. Daarnaast, nu de mogelijkheden er zijn om de zuivelprodukten langer houdbaar te maken, dat we de buitenlandse ondernemingen de mogelijkheid geven om hier met hun produkten af te zetten. Ik noem u er enkele: Danon Gervène, de grote zuivel onderneming in Frankrijk; Belle, ook een grote Franse onderneming, en niet te vergeten Unilever, die zich ook weer meer en meer voor de zuivelsek- tor gaat interesseren. Men is op het ogenblik bezig in drie proefplaatsen in Nederland, met name Gouda, Breda en Deven ter, om daar een aantal produkten bij wijze van proef in te voeren, en aan de hand van de verkoop resultaten na te gaan of men in Nederland in de toekomst sterker zal kunnen doorstoten. Het is dui delijk dat de zuivelindustrie in de toekomst een onderdeel van de levensmiddelenindustrie zal gaan worden. ENKELE voorbeelden: een produkt als koffie melk, praktisch in alle winkels van Nederland te verkrijgen, is een produkt dat steeds minder door de slijter wordt verkocht. Koffieroom is een klein produkt wat moeilijk van de grond wil ko men. Wanneer echter de boterprijs verlaagd zou worden, zou koffieroom een aantrekkelijk produkt kunnen worden op de Nederlandse markt, omdat het dan ook in prijs zou dalen. Chocolademelk is ook in handen van enkele grote ondernemingen en er ontstaat juist in deze sektor nogal wat concurrentie. Ook de magere chocolade melk neemt zeer sterk in afname toe, een produkt dat zeker toekomst heeft op de Nederlandse markt. Op het ogenblik zijn op hun retour de verschil lende paspoorten. De veredelde produkten, om het zo maar eens te noemen, nemen sterk toe en de soorten als karnemelkse- en gortpap nemen sterk in omzet af. De vlassoorten liggen ook goed in de markt. Daarnaast is er een ander produkt dat in Neder land nog maar weinig afzet vindt en dat is het pro dukt kwark, dat in Duitsland grote afzet vindt. Ik geloof dat het zaak is om daarvoor in Nederland binnen korte tijd een markt van óp te bouwen. Een ander produkt dat de markt aan het ver overen is, is de Bulgaarse- en vruchtenyoghurt. Het is een verrukkelijk produkt, wanneer het goed ge produceerd is en daarnaast is het voor de boer een aantrekkelijk produkt. Wanneer men over consump tiemelk spreekt, een prijsstop vaststelt en daarbij over centen en halve centen moeilijkheden onder vindt, is het goed te realiseren dat een vijfje van een liter vruchtenyoghurt ongeveer 45 cent kost. Je komt ongeveer terecht op ongeveer 2,20 of 2,30 per liter melk. Natuurlijk gaan er de kosten van de ingrediënten af, de vruchten en de suiker en de bewerking. Ook de slijter heeft bijna een dubbel tje van zo'n potje. Maar daarnaast schiet er een goede marge over om de boer weer aan een goede melkprijs te helpen! Nog een paar produkten, waarvan ik zeker weet dat er een goede markt voor zal komen, n.l. pudding en ijs. In Nederland zijn coöperatieve ondernemin gen, die ijs produceren. Deze hebben ongeveer 50 van de markt, de andere 50 zijn enkele grote, o.a. Unilever en Belgische fabrikanten. Er is een ontstellende concurrentie tussen die eerste 50 Het zou met name voor de veehouders bijzonder aantrekkeijk zijn, wanneer men elkaar op dit vlak wat meer zou künnen vinden. Dat er op deze ijs- markt op het ogenblik grote marges worden weg gegeven is een feit. Laten we hopen dat zich in de hele opbouw zoals die zich op het ogenblik gaat ontwikkelen, voor ons in de toekomst gunstiger perspectieven gaan ontwikkelen. Ook 't produkt pudding komt door de toenemen de welvaart, de werkende vrouw en de stijgende vraag naar kant-en-klaar-produkten steeds meer in de belangstelling. Vandaar dat ook andere bed ven zich voor de distributie daarvan gaan interes seren. Ook de frisdranken gaan een steeds belang rijker plaats innemen bij de slijter. Het verbruik is in korte tijd gestegen tot 43 liter, dus staat het on geveer gelijk met 't bierverbruik. Als u ziet welke marges er liggen bij deze frisdranken dan is het begrijpelijk dat de slijters deze dranken graag bij hun consumenten aandienen. IK heb nu de positie van de slijter enigszins trachten te schilderen, maar prompt komt er een ander gevaar om de hoek kijken en dat is dat in Nederland grote organisaties zich aanbieden en wel op het vlak van de grossiers. De grossiers trachten door grote bundeling de slijters een groot assorti ment aan te bieden. U heeft misschien wel op de wagentjes van de slijters het S.R.V.-vignet gezien, het vignet van een grote onderneming, met het woord „zuivelservice" eronder. Dat geeft te denken. Ik geloof dat het voor de Nederlandse zuivel de hoogste tijd is om met deze organisaties kontakt op te nemen om het assortiment dat wij hebben ook door middel van deze organisaties bij de consument te brengen. Anders zou het kunnen zijn dat buiten landse organisaties door middel van deze organisa ties bij de consument zich gaan aandienen. Nieuwe produkten. Het is moeilijk te zeggen wat je allemaal in de toekomst zou moeten gaan maken, maar de grondstof melk is zo veelzijdig om er een groot aantal produkten van te laten maken, dat ik geloof dat er voor bijv. de proeffabriek nog enorme taken zijn weggelegd. We kunnen denken aan een kant-en-klaar-ontbijt en half vette roomboter gezien de ontwikkeling in de margarinesektor waar nu de halfvette margarine zo'n opgang maakt. Deze voorbeelden noem ik nu maar om u aan te tonen dat men met het onderzoek betreffende de zuivel nog veel verder kan gaan en door moet gaan. En ik geloof, dat, na het lezen van het verslag van de Suikerunie, we elkaar moeten vinden om gezamenlijk verder in dat vlak van de research tot nieuwe produkten en tot de afzet kanalen te komen. Nog een enkel woord over de imitaties, een punt waar we niet zomaar aan voorbij mogen gaan. In Amerika wordt imitatiemelk op de markt gebracht die 30 lager ligt in prijs dan de gewone melk. UT weet dat de Nederlandse consument zeer prijsge voelig is. Het zijn misschien produkten die binnen korte tijd een greep naar de Nederlandse consu menten kunnen doen. De smaakmakers (tegenwoordig een geëigende uitdrukking die veel voor reklamedoeleinden wor den gebruikt) zijn bijzonder ver in hun onderzoek, welke smaak zij wel en welke zij niet moeten bren gen. Een zaak die wij goed in de gaten moeten hou den. Ook de „filled-milk" die men in het Verre Oosten produceert en daar een markt mee verovert. Als men deze ontwikkeling ziet dan geloof ik dat we bij deze imitatie de boot niet moeten missen. Dan moeten we niet de les vergeten die we geleerd hebben in de dertiger jaren. ER wordt wel eens gezegd dat de melkveehou der in Nederland melkt in de pan van de con sument, maar de traditionele melkpan is verdwenen en men vraagt steeds meer naar het kant-en-klaar- produkt. Daar zullen we bedrijven voor nodig heb ben, ik geloof dat we naar grotere eenheden moe ten en als je aan een consumptiemelkbedrijf denkt dan moet je in de grootte van een 200 miljoen den ken. Nog een enkel woord over de boterproduktie: 118.000 ton in Nederland, binnenlandse afzet 30.000 ton. Die bewuste 2lA tot 3 kilo per hoofd komt hier tot uiting. Boterexport 60.000 ton, waarvan een groot gedeelte boter olie naar het Verre Oosten gaat, juist voor die „filled-milk"produktie. Kaasproduktie 250.000 ton, 150.000 ton wordt ge ëxporteerd, 100.000 ton gaat naar de binnenlandse markt. De ontwikkeling voor de export is bijzonder gunstig met name voor de Duitse markt, waar we in 1967 58.000 ton hebben afgezet en in 1968 61.000 ton, met nog een stijgende prijs. De Duitse markt is voor ons bijzonder aantrekkelijk. Er wordt in hoofdzaak Goudse en Edammer verkocht in Duits land. Daar komt echter een ander probleem naar voren. Dat is in hoeverre de Duitse consument de Nederlandse kaas (waar zoveel reklame voor ge maakt wordt) in Duitsland kan onderkennen. Duitsland heeft 80.000 supermarkten waar ver sneden kaas verkocht wordt. U begrijpt dat niet op elk pakje „Holland" kan staan. Vandaar dat het nog een bijzonder treurige aangelegenheid is, dat de hele discussie en de uitvoering van een nationa- liteitsmerk in Nederland niet van de grond wil of kan komen. Dat moeten we dus uitermate betreu ren. Als ik over kaas spreek wil ik nog één voorbeeld noemen: we zien de laatste tijd een indringende re klame van de „milkana-kaascrème". Als ik u zeg dat deze kaas als smeerkaas 8 de kilo opbrengt, dan kunnen we daar nog iets van de Unilever leren! EEN laatste opmerking over de reklame. Het Ned. Zuivelbureau voert een algemene re klame in binnen- en buitenland. Het heeft de be schikking over een budget van 22 miljoen. De re klame in Duitsland is zeer intensief. Men heeft daar een combinatie aangebracht tussen kaas en bier en dat gaat er bij de Duitsers goed in. In Engeland moet ook een intensieve reklame ge voerd worden, maar men heeft daar concurrentie van de Scandinavische landen en Canada en Austra lië en Nieuw-Zeeland. Geraffineerd worden pakjes boter op de Engelse markt gebracht die voorname lijk uit Finland komen maar ook met een driekleur rood-wit-blauw, zij het in een wat andere opstel ling. De argeloze Engelse consument denkt dat het Nederlandse boter is en grijpt in de vitrine om een pakje boter mee te nemen. U begrijpt dat we voor onze reklame nog een grote taak in de toekomst hebben! SAMENVATTEND stelde de heer Van Leeuwen in het slot van zijn inleiding dat: de Euromarkt een uitdaging is voor onze zuivel industrie; we een goed produktie-apparaat hebben en een uitbreidende afzetmarkt; er een stijgende vraag is naar bijzondere pro dukten; overschotprodukten zoals boter en melkpoeder nooit tot hogere melkprijzen zullen leiden; het grote samenspel te verwachten van de regio nale zuivelorganisaties, verkoopverenigingen en centrale produktiebedrijven zal moeten leiden tot een sterke zuivelpositie. Dit zal tot resultaat moeten hebben een boerenmelkprijs die het on der druk van de overschotten zwaar te verduren zal krijgen. Maar, aldus de heer Van Leeuwen, ik geloof dat we de plussen kunnen veroveren die het waar zul len maken dat we in de E.E.G. tot een redelijke melkprijs komen die de Nederlandse melkveehou der in staat stelt de reputatie, die hij heeft, ook in de toekomst te kunnen handhaven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 7