Ontwikkelingen in de afzet
Zuivel
TARWE
De verbouw is zo groot mogelijk, de uitbreiding
is louter het gevolg van de onmisbare prijs
garantie (en van de daling van prijzen van andere
produkten). Onze rassenkeuze is uiterst beperkt;
over bakkwaliteit wordt nauwelijks gedacht of
gesproken. We combinen nat en droog, mooie,
grove tarwe en smalle, noodrijpe tarwe, en gooien
alles op een hoop. (Er is geen prijsverschil en
samen maken we het er ook naar!). De tarwe moet
maar vermalen worden of gemengd met goede
tarwe."
In de U.S.A. is me opgevallen:
a. het nauwkeurig kwaliteitsonderzoek (bestem
ming waarvoor geschikt)
b. het bijzonder sterke, zoeken naar nieuwe pro
dukten.
Van de op de markt gebrachte nieuwe produk
ten noem ik u twee voorbeelden:
1. Ëbn veredeld landbouwprodukt, dat we de
naam graanvlokken kunnen geven (vergelijk
cornflakes). In U.S.A. verorbert de jeugd bij
het ontbijt ongeveer de helft van de produk-
tie (d.i. 272.000 ton) van dit graan-ontbijt (ont
bijt zeer gevarieerd).
2. Een van tarwe gemaakt nieuw produkt, een
nieuw tarwevoedsel dus, Bulgur genaamd. De
tarwe wordt gewassen, gestoomd, gekookt (bij
bepaalde temperaturen), gedroogd, gemalen.
Het produkt dat dan ontstaat lijkt op rijst.
Bulgur dient voor consumptie in eigen land en
in de tweede plaats voor de export naar India,
Pakistan etc. Men tracht dus het produkt geschikt
te maken voor de consumptiegewoonten elders L
In Nederland is het produkt Brinta bekend, ook
een tarwe-produkt. Onze afzet in Nederland ver
loopt bij CEBECO veelal gecentraliseerd. Dit is
belangrijk in verband met de invloed op de markt,
de benutting van de opslagcapaciteit, silo-politiek
enz. Indien de afzet in coöperatief verband toe-
neemt, kan er vanzelfsprekend meer gedaan wor
den aan de z.g. marketing, waarover ik sprak.
SUIKER
Nu hierover pas door ir. M. A. Geuze uitge
breid is gesproken, en het gesprokene is gepubli
ceerd, kan ik hierover kort zijn. De uitlating van
ir. Geuze over de wenselijkheid van de diversi
ficatie is zeer belangrijk; in de toekomst komen
er hopelijk gelegenheden om sommige taken bij
voorbeeld gezamenlijk te behartigen. Van CEBE-
CO-kant willen wij daar gaarne een streep onder
zetten.
Opmerkelijk is de bouw door Eurocoop van een
chocolade- en suikerwerkfabriek totale inves
tering 40 miljoen te Dortmund. Dit is dus een
fabriek van het samenwerkingsorgaan der ver
bruikscoöperaties in België, Frankrijk, Italië,
Nederland en West-Duitsland.
GERST/BROUWGERST
Het bierverbruik gaat sterk omhoog. In Neder
land bedroeg het per hoofd van de bevolking in
1949 10 liter, 1959 23 liter, 1967 44 liter en ver
wacht wordt dat in 1975 de Nederlander 70 liter
bier zal drinken.
Het aantal zelfstandige brouwerijen neemt af.
Wat zijn de gevolgen van de vergaande concen
tratie bij de brouwerijen? Hierbij denken we ook
aan de frisdranken, met het toenemend verbruik!
Bundeling van de afzet van alle brouwgerst in
Nederland, in Europa, is gewenst, met daarbij
handhaving van kwaliteit, terwijleveneens het
aanbod toch dient te geschieden tegen een aan
trekkelijke prijs.
AARDAPPELEN - ZAL BOER WIJZER
WORDEN?
MET name op het terrein van de consumptie-
aardappelen treden aanzienlijke wijzigingen
in het consumptiepatroon op. De z.g. aardappel-
produkten, dus verwerkte aardappelen, worden
steeds belangrijker (frites - pommes parisiennes,
etc.). Vereist is ook hier marktonderzoek, terwijl
we moeten zorgen voor goede grondstofproduktie
en goede verwerkingsmethoden. De uitvoer van
aardajppelprodukten steeg van 3320 ton in 1962 tot
bijna 20.000 ton in 1968.
Er is een groeiende markt voor de volgende ver
werkte aardappelprodukten:
1. vers geschilde aardappelen (bijv. in vacuum
verpakking Avico);
2. klein verpakte aardappelen (aanzienlijke toe
name bij Nedato);
3. aardappelpuree (uitbreiding in Engeland en
Nederland)
4. krielaardappelen in 1 literblikken (Hero);
5. stijging verwacht van het verbruik van zg. „5
minuten aardappelen" (zijn voorgekookte aard
appelen). i
Vanzelfsprekend is ook de export van consump
tie-aardappelen van grote betekenis. Men moet
steeds aan grote vraag (concentratie van de vraag)
kunnen voldoen; ook aan de vraag naar sortering
en kwaliteit.
Daarom moeten wij als boeren de afzet bunde
len in de z.g. afzetcoöperaties, en daarbij niet ver
geten ook deze streekafzetcombinaties te vereni
gen. We moeten regelmatig verkopen, een jaar-
pool vormen en niet op leven of dood speculeren,
zoals gedurende de laatste zes weken hier in Zuid-
West Nederland door boeren is gedaan.
Als in ZLM-verband de vraag wordt gesteld of
sterke afzetcombinaties gewenst zijn, antwoordt
men in de afdelingen met een bijna volmondig ja.
Men wil dit „ja" echter te vaak voor de ander
laten gelden! En zelf nog te vaak onverantwoorde
risico's nemen!
We vragen ons bezorgd af welke les men trekt
uit het verleden, en hoe de verkoop zich het aan
staande jaar weer gaat ontwikkelen. Of zal de boer
wijzer worden en eindelijk zijn verkoopmethodiek
aanpassen, zoals hij ook de teelt volledig heeft ge
moderniseerd
SLACHTKUIKENS
TENSLOTTE nog een enkel woord over de
slachtkuikenproduktie en de eiersector, al
dus de heer Geluk. Niet vergeten mag worden dat
de belangstelling voor deze sectoren ook hier toe
neemt en dat kippen grote graanverbruikers zijn.
De slachtkuikenproduktie heeft zich stormachtig
ontwikkeld. In de slachterijen van de N.V. Wezep
(70 CEBECO) bijv. worden 10.000 kuikens per
uur geslacht; per jaar betekent dit ongeveer 20
miljoen kuikens. Samen met de Coöp. Pluimvee
slachterij C.P.S. te Boxmeer is de Pluimveeslach
terij N.V. „Wezep" verenigd in de Coöp. Pluim
vee Verkoopvereniging (C.P.V.) te Roermond, die
20 a 25 van de Nederlandse slachtkuikenpro
duktie op de markt brengt (Fri-Ki). Ook de kal-
koenenproduktie ontwikkelt zich gunstig.
Ten aanzien van de eieren merkte de heer Ge
luk nog het volgende op: In 1968 zijn van iedere
vijf in Nederland geproduceerde eieren er twee
geëxporteerd. De overige drie worden in Neder
land geconsumeerd of worden industrieel .ver
werkt. De Nederlander consumeert per jaar 204
eieren, de Duitser 254. Behalve aan de buiten
landse, moeten we dus ook denken aan de bin
nenlandse markt. Binnen afzienbare tijd zal de
eierproduktie geconcentreerd zijn bij een beperkt
aantal grote producenten.
CONTINGENTERING
IN verband met de ontwikkelingen in de E.E.G.
wordt steeds meer gewerkt naar contingen-
tering, toewijzing van bepaalde produkten, per
land of per bedrijf van bijv. melk, suiker enz.,
aldus de heer Geluk. Ik heb twee voorbeelden
van een dergelijke contingentering aangetroffen,
één in Amerika, één in Canada.
Bij ons bezoek aan een groot melkveebedrijf in
de U.S.A. bleek dat de boeren een contingent
hadden voor levering van een bepaalde hoeveel
heid melk. Daarvoor kreeg hij de volle prijs.
Leverde hij meer dan ontving hij voor het meer
geleverde slechts ongeveer de helft dan wel twee
derde van de volle prijs. Hij streefde ernaar juist
zijn contingent vol te leveren. Zijn buurman
leverde soms wel tot 50 boven de hem toege
wezen hoeveelheid. „Dat moet hij dan maar weten;
op deze wijze doet hij mij geen pijn" was het
commentaar van de boer die alleen de hem toe
gewezen hoeveelheid leverde. Daarbij kan nog op
gemerkt worden dat het contingent verhandelbaar
is.
Als tweede voorbeeld noemde de heer Geluk
de Tabaks„coöperatie" in Canada, waar iedere
tabaksteler lid van is. Voor iedere boerderij geldt
een bepaald contingent, een bepaalde opervlakte
die per jaar met tabak beteeld mag worden. De
waarde van de boerderij wordt mede bepaald door
de grootte van deze toewijzing. Ieder jaar wordt
door de „Coöperatie" bepaald of de toewijzing
volledig mag worden ingeplant. Wanneer er een
overschot is aan tabak wordt soms een korting
voorgeschreven. De boer plant altijd boven zijn,
toegewezen oppervlakte in en rijdt dan de slechte
stukken uit, zodat hij precies overhoudt het hem
toegewezen areaal. De tabak wordt centraal in
genomen en op enkele veilingen verkocht. De pro-
duktie wordt op deze wijze in overeenstemming
gehouden met de vraag. Ik noem deze voorbeelden
zonder een standpunt in té nemen inzake contin
gentering, maar zuiver in verband met onze af-
zetproblemen.
De ontwikkeling van de afzet is belangrijk. In
coöperatief verband ligt hier nog een breed ter
rein. De steun van de organisatie is daarbij onmis
baar. De steun van de individuele boer is daarbij
eveneens onmisbaar. Daar immers ligt het begin.
In de Verenigde Staten ontmoette ik Jimmy
Dean. Hij is de algemeen directeur van de grote
graanafzetcoöperatie in de Mid-West. Jimmy Dean
zei me, dat hij heel sterk gelooft dat in de moei
lijke periode voor de landbouw over heel de
wereld enkel coöperatief denken en handelen uit
komst kan bieden voor de individuele boer. Bij zijn
overtuiging sluit ik me gaarne aan, aldus de heer
Geluk tot besluit van zijn inleiding.
A. VAN LEEUWEN,
lid bestuur C.M.C.
£*EACHTE vergadering, het doet mij genoegen
deze middag hier iets over de zuivel te mo
gen zeggen, te meer daar in uw werkgebied de ak
kerbouw en de fruitteelt eigenlijk de boventoon
voeren. Ik zou mijn inleiding in drie onderdelen wil
len verdelen. In de eerste plaats een korte beschou
wing over de binnenlandse markt en de afzet van
produkten. In de tweede plaats over de E.E.G.-
markt en de markt daar buiten. En in de derde
plaats over het voeren van reklame voor zuivelpro-
dukten. Ik wil centraal stellen dat de melkprijs voor
de boeren bijzonder belangrijk is, temeer daar hij
jaar op jaar met stijgende kosten heeft te maken,
en de perspektieven van verhoging njet bijzonder
hoopgevend zijn.