SUKHOEK, WEEKOVERZICHT NOTERINGEN OtT een aefttim Weekboek BRAM>u/roi Ir C. S. Knottnerus in landbouwschaps vergadering (ons verstrekt door Nobeco) Vorige week bleven de omzetten op de binnen landse graanmarkt aan de matige kant waardoor het |»rijspeil enigszins onder druk kwam te staan. De restanten inlandse tarwe gedenatureerd met visolie waren wat moeilijker te plaatsen hetgeen de vraag prijs enigszins deed dalen. Voertarwe op de nieuwe oogst ondervond nauwelijks belangstelling. Specu latieve offertes Franse tarwe tot en met juni 1970 aflading noteerden regelmatig lager hetgeen de ko pers enigszins terughoudend maakte. De restanten in gerst werden traag verhandeld. De vraag naar dit artikel is uitermate klein en druk van aanbod Van restanten ging met lagere vraagprijzen gepaard. Voor de nieuwe oogst offertes bestond geen be langstelling. Het aritkel rogge bleek vrijwel onver koopbaar. Zonder tot zaken te kunnen komen liepen de vraagprijzen regelmatig terug. Voor nieuwe oogst rogge werd evenmin belangstelling getoond. Haver van de oude oogst was kalm gestemd. De vraag was klein terwijl het aanbod van restanten daarentegen iets groter werd. Haver nieuwe oogst AARDAPPELTERMIJNMARKT Weekbericht 1824 juni 1969, verstrekt dooi G. de Vries Zonen N.V., Amsterdam; voor Zeeland: Goes, tel. 01100—6451. Consumptie-aardappelen Bintje 40 mm opw. oogst 1969. April-levering. Bij een weekomzet van 195 contracten in dit vroege stadium kan reeds ge sproken worden van een bepaalde belangstelling. Met een inzet van gedane transakties op 15,90 en 15,50 brokkelde de notering geleidelijk af op 15,5015,30 en 15,20 om op de laatste beurs- dag te dalen tot 15,De slotnotering was ƒ15,0014,80. De openstaande positie was 357 (v.w. 302). MARKT GOES (24 juni 1969» Hooi: Weidehooi van ƒ110,tot ƒ117,50; dijk- hooi van 85.tot 95,veldbeemd van 60, tot 67,50. Alles uit de ruiter geperst en per 1000 kg. Eieren: 1,581,61 per kg. Alle noteringen exclu sief B.T.W. VARKENSNOTERINGEN COVECO (25 juni 1969) Geklassificeerden: 68—80 kg 81—85 kg 86—90 kg 91—100 kg la ƒ3,42 ƒ3,42 ƒ3,37 3,27 2a, lb „3,30 „3,30 „3,25 '„3,15 3a, 2b, lc 3,25 3,25 3,20 3,10 3b, 2c. 3c 3,20 „3,20 „3,15 „3,05 4 en Cc „3,14 „3,14 .,3,09 „2,99 Ongeklassificeerden: 101110 kg ƒ3.07 111—150 kg ƒ2,97 PEULVRUCHTENMARKT ROTTERDAM (24 juni) (in j/100 kg) Bruine bonen, prima doorsnee: juli 76,nom.; nieuwe oogst: okt./nv. 92,92,50 gedaan/J 92,50 bieden. Kapucijners, nieuwe oogst 5 sept./okt. 68,nom., okt./nov. 68,nom., nov./dec. 68, nom. Groene erwten 3 sept./okt. ƒ60,50 bieden, okt./nov. 60,50 bieden/61,laten - 60,50 60,75 gedaan, nov./dec. 61,50 gedaan, dec. 61,50 nom. Schokkers, nieuwe oogst 3 okt./nov. 71, nom. Schokkers 5 okt./nov. 68,50 nom. VAM lag verlaten in de markt. De markt sloot kalm prijs houdend zonder zaken van belang. Op de markt voor peulvruchten en fijne zaden ging vrijwel niets om. De noteringen gaven geen noemenswaardige veranderingen te zien. Op de aardappeltermijnmarkt werden vorige week in totaal 40 april-contracten bintje klei 40 mm opwaarts verhandeld, waarvan maandag 2 tegen 16,10, dinsdag 15 tegen 16,woensdag 20 tegen 15,8015,90, donderdag geen en vrijdag 3 tegen 15,70. Op de Franse aardappelmarkt was de handel vo rige week levendig als gevolg van exporttransakties met West-Duitsland. De binnenlandse verkopen waren gering. De prijzen daalden na een kortston dig herstel op maandag verder. In Italië is het aanbod van aardappelen vorige week in alle centra toegenomen, vooral in Bologna, waar men druk bezig was te rooien. De vraag zowel uit het binnenland als het buitenland was tamelijk kalm. 24 juni :69 We ihaden na die nogal droge dagen verlangd naar een buitje regen, maar we durfden het bijna niet zeggen. Als het eenmaal regent wat dan? We waren vrijdag in Brabant en daar regende het. En wat jammer was, het viel op het asfalt. Vele aardbeientelers hadden het liever op hun aardbeivelden gehad. Het onweer bracht ons vannacht wat regen en door de ruiten gezien regent het nog. Alles frist er van op. Je ziet alles fleuriger staan in de tuin en de akkergewassen nemen de regen met volle teugen op. Mijn vriend, die een prachtig mooi lang stuk vlas heeft, zie ik al kijken en in zichzelf .mom pelen „as der noe maer niet te vee komt, dan loopt 't nog af, aars bin me der nog nie." Vlas is een mooi gewas, maar het is een gewas met veel risico's. Het zaailand moet reeds het jaar tevoren vastgesteld worden en als 't mogelijk is in 't najaar voorbewerkt droog geploegd en zo ge lijkmatig mogelijk liggen. Het moet droog gezaaid, als 't kan vroeg. Op lichte grond kan dit vroeger dan op zware. Vroeger zaaide men niet voor de 100ste dag, nu soms heel vroeg! Maar de datum vinden we niet zo belangrijk als de grond. Die moet goed zijn, rul en elastisch, als je er over loopt. Precies als in het boek van Stijn Streuvels „De Vlasaard". waarin de boer die over zijn te zaaien vlasland loopt en tegen zijn zoon zegt: „Voel je het, de aarde zucht naar vruchtbaarheid!" Goed gezaaid heeft kans op een goed opkomend gewas, dat niet te hol staat, wan dan wordt het vlas te grof en komen er geen kilo's af; niet te dicht want dan legert het te vlug. Het trekken gaat ook alleen prachtig wanneer het overeind staat of iets gedreven. Trekt men te nat, dan verkleurt het vlas; trekt men als 't heel droog is dan vlug rusi- teren of schelven, anders verbrandt het. Blijft het weer slecht dan kan er nog veel waterschade aan komen. Je ziet, het is niet gemakkelijk om een stuk vlas te krijgen dat goed zwaar en lang is. Toch blijven er boeren zaaien, niettegenstaande de al enige jaren slechte prijzen. Ze proberen het beste te kwe ken om er nog uit te springen. Zeker, de oogst va:: vlas vraagt nogal wat mankracht, maar dor samenwerking met buren of samenspel kan dit altijd. We geloven dat, wanneer de prijs beter wordt, en het onderste regeltje maar wat beter wordt en er per ha met vier cijfertjes opstaat, er weer vlas zal gezaaid worden. Dan kan de boer weer zegen, wanneer straks het adele mooie lin nen, verfijnd en veredeld van de spinnerij komt en de dames het weer zullen dragen: „Wij zorgen voor voeding, kleding en deksel voor de mensen! U ET dagelijks bestuur heeft zich ln de afgelopen J-J- weken met vele vraagstukken bezig gehou- den. De weerslag daarvan vindt u in de volle en be langrijke agenda die we vandaag zullen behandelen. Het zijn steeds weer dezelfde problemen, waarover we ons moeten buigen. Echter door de voortschrij dende tijd krijgen ze voortdurend nieuwe aspecten. Ons denken evolueert mèt de omstandigheden. Die omstandigheden zijn er de laatste tijd voor de land en tuinbouw niet beter op geworden. De EEG-boter- berg blijft groeien en daarmee de kritiek op het landbouwbeleid. Ik vraag me weieens af, of de stoe re kritici van het. in hun ogen mislukte markt- en prijsbeleid van de EEG wel beseffen dat hün oplos sing meestal neerkomt op het in de steek laten van honderdduizenden boerengezinnen op het hele Europese platteland. Aldus de voorzitter van het Landbouwschap, de heer ir C. S. Knottnerus, in zijn openingswoord bij de aanvang van de openbare be stuursvergadering op woensdag j.l. Het dagelijks bestuur heeft, met behulp van de commissies en organen van het Landbouwschap, óók gezocht naar een oplossing van de landbouwvraag stukken. Jammer genoeg is er geen snelle gemak kelijke oplossing. Ook niet voor de overschotten. Na grondige studie zijn wij tot de slotsom gekomen, dat contingentering van de melkproduktie voor ons land meer nadelen dan voordelen heeft. U vindt dit standpunt in de nota over het plan-Mansholt, waarin wij tot een zekere afronding van onze discussies over dit plan proheren te komen. Ik wijs er on, dat het hier een commentaar op de plannen van de Europese Commissie betreft. Wanneer die plannen straks meer concreet gestalte krijgen in ontwerp-verorde- ningen, zullen wij ons daarover kunnen hei aden aan de hand van het „beginseMandpunt" dat wij van daag naar ik hoop zullen bepalen. LI ET prijsbeleid voor 1969/1970 is nog steeds niet voltooid. Dit uitstel van beslissingen door de Raad van Ministers, mede een gevolg van de politie ke situatie in Frankrijk en Duitsland, betekent een ernstige aantasting van het gemeenschappelijk be leid. Hopelijk zal de nieuwe Franse regering, waarin Europees gezinde figuren de portefeuilles van Bui tenlandse Zaken en Landbouw gaan beheren, het mogelijk maken dat er weer beweging komf in de Europese samenwerking. Dit zou dan tevens kunnen betekenen dat op monetair gebied de Franse maat regelen ter bevordering van de export ik denk met name aan de graanhandel ongedaan worden gemaakt. Inmiddels heeft de Europese Commissie prijsvoor stellen voor 't seizoen 1970/1971 gedaan. Deze voor stellen omvatten geen drastische prijsverlagingen, zoals de prijsvoorstellen in het memorandum. De prijsverhogingen voor slechts enkele produkten zijn echter uiterst miniem en komen niet tegemoet aan de wens van het bedrijfsleven, dat niet alleen met de marktsituatie maar ook met de kostenontwikkeling in de hele EEG en de inkomenspositie van de produ centen rekening moet worden gehouden. Voor gra nen en suikerbieten is het Franse kostenpeil van doorslaggevende betekenis. Ik meen er echter nog maals op te moeten wijzen, dat dit voor de Neder landse akkerbouw alleen maar aanvaardbaar is. als dit het gevolg van grotere efficiency op de bedrij ven, en niet van lagere lonen, sociale lasten en be lastingen, en zoals op dit ogenblik van de zwakke positie van de Franse franc. I" ANDBOUWBELEID is tegenwoordig, ik zou haast zeggen gelukkig, niet meer alleen meer alleen markt- en prijsbeleid. Naast het steeds belangrijker wordende structuurbeleid en in sa menhang daarmee komen steeds meer planologi sche problemen op ons af. De moderne agrarische onderneming heeft evenzeer ruimte nodig voor ex pansie als de industrie. Bovenal echter is het voor de ondernemer noodzakelijk, dat hij weet waar hij pla nologisch aan toe is. Onzekerheid rond streek- en bestemmingsplannen is fnuikend voor de intiatieven die boeren en tuinders moeten nemen om hun be drijven bij de tijd te houden. Tijdens excursie met de dagbladpers door het zuidwesten, op 5 en 6 juni, hebben wij juist dit thema in verschillende va riaties uitgewerkt. De diverse persorganen hebben hieraan een verheugende aandacht geschonken. INGAANDE op de planologie n.a.v. een nota van A G. S. in Zuid-Holland en het voorontwerp- streekplan Veluwe merkte ir Knottnerus op dat het Landbouwschap reeds lang een voorstander is van spreiding. De door G. S. gegeven oplossing een ontwikkeling op de as RotterdamAntwerpen van grote of middelgrote industrieën van afgeleide en verwerkende aard. die niet voor het overgrote deel voor grote schepen bereikbaar hoeven te zijn - geeft ons aanleiding tot ernstige twijfel. Ook op een ander punt geeft de ontwikkeling van het planologisch beleid het Landbouwschap aanlei ding tot zorg. Het betreft hier de maatregelen ter bescherming van natuur- en recreatiegebieden, die o.a. worden voorbereid in Gelderland (voorontwerp streekplan Veluwe) en Nrd. Brabant (voorontwerp streekplan West-Brabant). De toelichtingen bij deze plannen bevatten beide goed gedokumenteerd een voor ons zeer wel aanvaardbare hoofdstukken over de landbouw. Men liet echter achterwege om daar verder iets mee te doen. In feite is er maar één uit gangspunt: „Elke boom is onaantastbaar". Enig on derscheid tussen werkelijk fraaie bossen en boom groepen en dorre denneplantages wordt niet ge maakt. Alle recreatieve en andere voorzieningen worden verwezen naar het agrarisch gebied. De mo gelijkheid tot een soepele aanpassing in bestem mingsplannen eventueel met een vervangende bosaanplant op landbouwgrond ontbreekt. Met name he»t Gelderse plan is bovendien erg gedetail leerd en is als zodanig een groot bestemmingsplan. Van een programma in de geest van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening is geen sprake meer. Deze dogmatische instelling dreigt onder meer een vermenging teweeg te brengen van kampeerterrei nen en mesterijen van kippen, kalveren en varkens. Dit kan aanleiding geven to,t op zichzelf gerecht vaardigde klachten van de kant van de recrea tie, waarvan de bedoelde veredelingsbedrijven de dupe kunnen worden. Het verdient daarom aanbe veling recreatieve voorzieningen waar mogelijk te treffen binnen de rand van bepaalde bosgebieden. De planologisch ongewenste vermenging van recrea tie en veredelingslandbouw zou daardoor aanzien lijk kunnen worden beperkt. Aldus ir Knottnerus.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 20