S. E. R. over anti-inflatatie maatregelen Verandering van beroep 17 In zijn veertiende halfjaarlijkse economische rap: port doet de Sociaal-Economische Raad aanbeve lingen over de maatregelen gericht op de doorbre king van de prijs- en loonspiraal. De Raad kwam in deze tot een vrijwel unaniem advies. Daarom mag verwacht worden dat de rege ring de uitspraken van de Raad niet naast zich neer zal leggen. In de gegeven economische situatie, acht de Raad een verhoging van de B.T.W. - tarieven per 1 januari 1970 ongewenst en dringt hij tevens aan op enig uitstel van de huurverhoging. LOON- EN PRIJSSP1RAAL AANPAKKEN Hoewel de verwachtingen t.a.v. de economische ontwikkeling in 1970 niet ongunstig zijn, moet het toch als een groot bezwaar worden gezien dat de lo nen en prijzen zich op een te hoog nominaal niveau bewegen. Teneinde aan de inflatie paal en perk te stellen kwam een S.E.R.-advies tot stand waarin van alle betrokken partijen t.w. bedrijfsleven en overheid offers worden gevraagd. Het grootste offer komt ongetwijfeld voor reke ning van dé werkgevers. Die immers moesten reeds genoegen nemen met een schorsing van de inves teringsaftrek. Thans moeten zij ook nog aanvaarden, dat de te rugbetaling van de omzetbelasting op investerings goederen over een langere periode zal worden uitge smeerd. Zij zegden voorts medewerking toe aan het verlenen van een uitkering ineens van 1% van de loonsom (of 1 van het jaarinkomen) in 1969 uit te bétalen in die gevallen, waarin bij het afsluiten van de c.a.o. geen rekening kon worden gehouden met de sterke prijsstijging van de laatste tijd en waarin tot heden evenmin werd overgegaan tot 't verstrekken van duurte-toeslagen aan de werkne mers. K.N.L.C. Veel wordt er de laatste tijd gesproken en ge schreven over vermindering van het aantal arbeids krachten in de landbouw. Het ziet er naar uit dat het noodzakelijk zal zijn, dat nog velen de land bouw gaan verlaten. De mogelijkheden een ander beroep uit te gaan oefenen hangen echter in hoge mate af van faktoren buiten de landbouw. Het is van het grootste belang, dat deze afvloeiing op een sociaal verantwoorde wijze plaats vindt. De volgen de regelingen zijn in het leven geroepen om per sonen die van beroep willen veranderen, daarbij behulpzaam te zijn. JEUGDMIGRATIE-REGELING Jeugdigen met een lagere beroepsopleiding of met algemeen vormend voortgezet onderwijs kun nen bijdragen ontvangen wanneer zij elders een op leiding gaan volgen in het kader van het leerling stelsel, voor de duur van het opleidingsprogramma. Het Rijk vergoedt 50 van de pensionkosten tot maximaal ƒ22,50 per week. De reiskosten voor wekelijks gezinsbezoek worden eveneens vergoed. MIGRATIEREGELING VOLWASSENEN Deze regeling geldt in het algemeen voor inge schreven gehuwde valide werklozen, in beginsel ongeacht de leeftijd, voor wie binnen redelijke ter mijn geen blyvend werk beschikbaar is in de di- rekte omgeving, terwijl elders in het land wel werkgelegenheid voor hen bestaat. In het algemeen geldt de regeling slechts bij mi gratie naar een gebied, buiten de Randstad Hol- De afspraak met betrekking tot de uitkeringineens heeft ook voor contractpartijen in de land- en tuin bouw de deur opengezet voor een nader gesprek over deze kwestie. Maar ook de werknemers zijn niet zonder kleer scheuren uit het overleg gekomen. De vakbeweging was overigens reeds tot het inzicht gekomen, dat de werknemers niet gebaat zijn met nominale loonsver hogingen welke met zodanige prijsverhogingen ge paard gaan dat het reëel beschikbaar inkomen niet omhoog gaat. Door dit inzicht geleid heeft de vakbeweging zich bereid verklaard mee te werken aan matiging van de looneisen voor 1970. Zij deed dit eerst toen zij de garantie verkreeg, dat volgend jaar aanvullende maatregelen worden aanbevolen wanneer de zaken zich anders ontwikkelen dan thans wordt voorzien. Voor 1970 zal derhalve een bijsturingsclausule gelden welke inhoudt, dat nader overleg met de vak beweging zal plaatsvinden voor het geval dat hetzij de prijsontwikkeling uit de hand mocht lopen hetzij de algemene produktiviteitsontwikkeling zich gun stiger ontwikkelt dan thans kan worden voorspeld. Onder dit voorbehoud verklaarde de vakbeweging zich ermee akkoord, dat de loonontwikkeling in 1970 zal worden beperkt tot 5 in de C.A.O. Met deze uitspraak heeft zij er in feite aan meegewerkt dat de vrije loonpolitiek een deuk heeft gekregen. Duidelijk is gebleken, dat dit systeem van loonpolitiek onder moeilijke omstandigheden niet functioneert. Afgewacht zal moeten worden of het bij een toe nemende krapte op de arbeidsmarkt mogelijk zal zijn bij de loonontwikkeling, de gestelde limiet van 5 te handhaven. De Raad liet niet na ook van de overheid offers te vragen. Deze werd in overweging gegeven na te gaan of door opvoering van de effi ciency, op overheidsuitgaven kan worden bespaard. Ook werd van haar gevraagd matiging te betrachten bij tariefsverhoging door overheidsbedrijven. DEKKING FINANCIERINGSTEKORT. Het wegvallen van de B.T.W.-verhoging per 1 januari 1970 betekent dat de regering met een fi- nancieringstekort te maken krijgt van niet minder dan 500 miljoen. In zijn advies geeft de S.E.R. mo gelijkheden aan om dit tekort te dekken. Reeds werd gewezen op een mogelijk uitstel van terugbetaling van de omzetbelasting op investeringsgoederen, het* geen een bijdrage zou kunnen opleveren van circa ƒ250 miljoen. Voorts is de Raad het erover eens dat de inflatiecorrectie op de loon- en inkomsten belasting voor een deel naar 1971 zou kunnen wor* den verschoven. Een dergelijke maatregel zou een bijdrage opleveren van 100 a 150 miljoen. Het on gedekte tekort zou de regering moeten vinden door bezuinigingen op haar uitgaven. Dat de Raad er in is geslaagd tot een unaniem advies te komen onder omstandigheden waarin de economische situatie een doelmatig ingrijpen vereist, mag een bemoedigend feit worden genoemd. N. A. V. S.E.R. OP DE BRES VOOR MINDER DRAAGKRACHTIGEN IN zijn advies over maatiegelen ten behoeve van minder draagkrachtigen pleit de S.E.R. voor een verhoging van de inkomensgrenzen welke in gevolge de Kinderbijslagwet Kleine Zelfstandigen, voor het le en 2e kind recht geven op kinderbijslag. In haar adviesaanvrage had de regering een der gelijke maatregel uitsluitend voorgesteld voor het recht van kinderbijslag voor het 2e kind. De re gering had meegedeeld dat zij overwoog deze in komensgrens te brengen op het niveau van mini mumloon van werknemers, vermeerderd met 6 vakant ietoeslag. De Raad sprak zich erover uit dat het voornemen van de regering ertoe moet leiden dat ook de ma ximumgrens voor het recht van kinderbijslag voor het le kind, op overeenkomstige wijze wordt ver hoogd. Het voorstel van de Raad intussen betekent voor de overheid een extra uitgave van 16 miljoen. Voor dit bedrag zal dekking gezocht moeten wor den. Poor de vakbeweging en van landbouwzijde is ervoor gepleit het beoogde bedrag aan de algemene middelen te onttrekken. Wij achten dit om meer dan één reden de beste oplossing. Het gaat hier om een maatregel, welke voor zelfstandigen met lage inkomens van grote betekenis is. Het S.E.R.-stand- punt sluit overigens aan bij verlangens welke het K.N.L.C. destijds opnam in zijn urgentieprogramma. Er bestaat goede kans dat dit onderdeel van het urgentieprogramma thans zijn realisering tegemoet gaat. r S.E.R. heeft zich tevens opgeworpen als pleit bezorger voor de deelnemers aan de vrijwil lige en bejaarden verzekering ziekenfonds. De Raad sprak zich n.l. uit voor een verhoging van de ma ximum-inkomensgrens voor toetreding tot de be jaardenverzekering. Door een dergelijke maatregel zal een groter aantal bejaarden tot deze verzekering kunnen toetreden. Voorgesteld werd, de maximum-inkomensgrens te stellen op 9.660,Tevens meent de Raad een wijziging van de inkomensklassen voor de premie berekening voor de bejaarden verzekering te moe ten voorstaan. Bovendien wilde de Raad komen tot verbetering van de premiereduktieregeling voor de vrijwillige ziekenfondsverzekering. Ook in dit opzicht gaan de verlangens van de Raad verder dan door de regering is voorzien. De extra kosten welke aan een en ander vastzitten kunnen worden ge raamd op circa ƒ30 miljoen. Dit bedrag zal dus moeten komen boven de extra uitgave welke de regering voor het gestelde doel had uitgetrokken. De Raad heeft met zijn voorstellen een belang rijke stap gedaan om verbetering te brengen in een voor zeer vele kleine zelfstandigen zeer schrijnen de zaak. Reden waarom wij gaarne met dit advies van de Raad instemmen. Aan de uitgaven welke de Raad in deze voor ogen staan, menen wij een hoge prioriteit te moe ten toekennen ook in een situatie waarin de econo mische ontwikkeling de overheid dwingt haar uit gavenbeleid niet alleen kritisch te bezien maar zelfs op onderdelen te wijzigen. N. A. V. land gelegen. Vergoed worden verhuis- en inrich tingskosten en voorts in bepaalde gevallen, gedu rende ten hoogste één jaar, een deel van de pension kosten dan wel van de dagelijkse reiskosten tussen woonplaats en werk. Voor agrarische arbeidskrachten, die elders op nieuw een agrarische werkkring aanvaarden, geldt geen geografische beperking. SCHOLING OP CENTRA VOOR VAKOPLEIDING Behoudens de uitslag van een geschiktheids- onderzoek kunnen personen van 18-50 jaar op de centra worden geplaatst. De opleidingen zijn ge richt op een aantal vakken in de bouw- en metaal- sektor. De duur van de opleiding varieert, afhan kelijk van het vak en de persoonlijke aanleg, van 4 tot 20 maanden. Tijdens de opleiding wordt een loondervingsver goeding betaald die momenteel voor 23-jarigen en ouderen 142,per week bedraagt, met daarnaast eventueel een prestatietoeslag, variërend van 1, tot 7,per week. De sociale verzekeringswetten zijn op de cursisten van toepassing. Voor zelfstandige agrariërs geldt een bijzondere regeling. Deze kunnentijdens de opleiding hun werk op het bedrijf nog gedeeltelijk voortzetten, mits zij minimaal 5 uur per dag of 25 uur per week de opleiding op het centrum volgen. Van deze mo gelijkheid wordt echter door betrokkenen vrijwel geen gebruik gemaakt. TRAININGSTOESLAGREGELING De werkgever die een werkloze of met werkloos heid bedreigde werknemer van 18 jaar of ouder in zijn bedrijf een opleiding geeft volgens een door het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorzie ning goedgekeurd programma, kan in aanmerking komen voor een trainingstoeslag. Deze toeslag is af hankelijk van de opleidingsperiode, het loon vol gens de c.a.o. en de geschatte prestatiewaarde van de werknemer aan het begin van de opleiding. Het maximumbedrag van de toeslag is voor gebieden buiten de Randstad Holland 3.300,voor de Randstad 1.500, STUDIEKOSTENREGELING Personen van 18 jaar en ouder, ingeschreven bij een arbeidsbureau, die niet op een voor hen pas send niveau bemiddeld kunnen worden, kunnen op- leidingskosten (praktijk of theorie) door het Rijk -vergoed krijgen. Een psychotechnisch en medisch onderzoek zal uitwijzen of de gekozen opleiding voor de betrok kenen geschikt is. Voorts moeten in het beroep waarop de opleiding zich richt, redelijke plaatsings mogelijkheden bestaan. ADVIES BIJ KEUZE NIEUW BEROEP De arbeidsbureaus kunnen adviseren bij de keuze van een nieuw beroep dat zo goed mogelijk aan sluit Lij vroeger verrichte werkzaamheden. Men beschikt daartoe over beroependeskundigen, men kan psychologisch en medisch testen, terwijl per groep van bedrijfssektoren speciale bemiddelaars aanwezig zijn. Er wordt voorts naar gestreefd dat per arbeids bureau eventueel voor meerdere bureaus gecom bineerd een kontakt-ambtenaar voor ex-agra riërs wordt aangewezen. Hierdoor kan worden be reikt dat de bestaande mogelijkheden zo doeltref fend mogelijk worden gebruikt, terwijl tevens knel punten tijdig kunnen worden onderkend. Tot op heden worden in de landbouw nog slechts weinig van deze regelingen gebruik gemaakt. Hier bij speelt waarschijnlijk een grote rol de geringe bekendheid met de mogelijkheden en natuurlijk de drempelvrees die er bestaat voor de arbeidsbureaus. Er wordt daarom gestreefd naar een beter kontakt tussen de arbeidsbureaus en de voorlichtingsfunk- tionarissen (agrarisch-sociale en economisch- sociale voorlichters) van de standsorganisaties. Mochten er onder u ztfn, die wat nader willen weten van de bestaande mogelijkheden, om een be roep buiten ae landbouw te gaan uitoefenen, dan kunnen zij zich in ieder geval het beste wenden tot deze voorlichtingsfuntionarissen van onze organi satie. v. d. T.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 17