krreinproblemen
lozing
B" de grote installaties (de zgn. R modellen) is
het systeem „extended aeration" verlaten,
daar de lange 24-uurs beluchtingstijd voor de grotere
capaciteiten een te groot beluchtingsvolume zou ver
gen. Het hier toegepaste systeem is bekend als „kon-
takt stabilisatie". Het binnenkomende afvalwater
wordt in kontakt gebracht met tevoren geaktiveerde
aerobe bacteriën, welke in zeer korte tijd de organi
sche afvalstoffen aan zich binden. (Kontakttijd circa
P/2 uur).
nze planologen gaan er van uit dat over
tim 30 jaar onze bevolking met ruim 50
il zijn toegenomen, ons autobezit met
M) en onze welvaart met 100 Voor
vrijetijdsbesteding, waarvan de recreatie
in van de specifieke vormen is, zullen nog
;le voorzieningen getroffen moeten wor-
Voor de particuliere ondernemer in de
creatiesector zal, gezien de grote investe-
ngen die hiermede gemoeid zijn, overheids-
ilp onontbeerlijk ziin.
Het kleinste type van de ge
prefabriceerde oxigest riool
zuiveringsinstallaties van
„Landbouwindustrie" te Sneek
waarvan de kosten inclusief
pompen ca. 45.000,exclu
sief B.T.W. bedragen. Daarbij
komen dan nog bijkomende
werken, zoals grondwerk, fun
datie, aanleg en aansluiting
toe- en afvoerriool, eleetri-
sche kabels, enz.
tief kleine ruime een grote hoeveelheid van deze
micro-organismen gebracht en door Deluchting zuur
stof toegevoegd. Het zuiveringsproces vormt voort
durend nieuw actief-slib dat, ter voorkoming van
overschrijding van een bepaalde maximumwaarde,
regelmatig verwijderd moet worden. Zowel bij de
oxydatie-sloten als de compakte installaties Kan na
de biologische zuivering het actief-slib van het water
worden gescheiden door een zgn. bezinkruimte. Het
gezuiverde en van slib ontdane water kan vervolgens
worden geloosd op het ontvangend oppervlakte
water.
1 Oxydatiesloten, de zgn. Pasveersloten zijn er zo
wel in open als gesloten uitvoering. In principe een
soort „sloot", bekleed met beton of ander niet water
doorlatend materiaal, waarin het afvalwater door een
roterende borstel in circulatie wordt gehouden. Be
halve de circulatie van mengsel-water en actief slib
zorgt de borstel voor het inbrengen van de nodige
zuurstof voor het zuiveringsproces. Scheiding van slib
en water vindt plaats door de borstel stil te zetten
en na verloop van een zekere bezinktijd het gereinig
de water via een overlaat af te voeren. Een bezwaar
van dit systeem is dat e.e.a. de nodige plaatsruimte
vraagt, groter dan de compact installaties en naar
ons werd verteld niet onder alle omstandigheden
blijken te voldoen.
Compactinstallaties zijn globaal onder te verdelen
in een tweetal typen de zgn. aerobic-digestion en de
contact-stabilisatie-installaties. Het zou ons te ver
voeren hierop te diep in te gaan. De afbeeldingen op
deze pagina geven enig idee omtrent indeling en op
zet. Wij ontvingen deze van de „Landustrie Sneek",
postbus 199 te Sneek, die reeds grote ervaring met
biologische zuiveringsinstallaties heeft opgedaan en
onder meer de installatie te Nieuwvliet verzorgde.
Daar werd een rond mode] geplaatst. Een installatie
bestaat uit twee hoofdafdelingen: de beluchtings
ruimte en de bezinkruimte.
LANDUSTRIE SNEEK" schreef hierover in een
brochure. In de beluchtingsruimte wordt het
afvalwater gedurende gemiddeld 24 uur belucht. De
aanwezige organische voedingsstoffen, met het riool
water aangevoerd, vorinen met de overvloedig inge
blazen zuurstof een ideaal milieu voor aerobe bacte
riën, waarin zij zich snel vermeerderen en de orga
nische afvalstoffen (zowel de bezinkbare als de op
geloste) afbreken en omzetten tot gemakkelijk bezink
bare, gemineraliseerde slibdeeltjes. Een en ander
wordt nog gestimuleerd door een intensieve menging,
door de luchtinblazing veroorzaakt.
De gevormde slibdeeltjes worden in een bezink
ruimte, door de zeer geringe stroomsnelheid van de
vloeistof, achtergehouden, waardoor zij niet met het
effluent worden afgevoerd. Vanuit de bezinkruimte
wordt het bezonken slib continu teruggezogen naar
de beluchtingsruimte.
Als gevolg van de lange beluchtingstijd is het slib
vergaand gemineraliseerd, en het kan dan ook bij
aftappen zonder bezwaar worden gedroogd op droog-
bedden of gebruikt als meststof. Hierbij treedt geen
hinder van geur of vliegen op.
De hoeveelheden surplus-slib zijn bij deze kleine
installaties in de regel gering, zodat het veelal niet
lonend is speciale voorzieningen te treffen. In veel
gevallen wordt periodiek (ca. 1 maal per kwartaal bij
volbelaste installaties) een geringe hoeveelheid slib
afgezogen d.m.v. een kolkenzuiger.
Behalve de blower-aggregaten, waarvan steeds één
reserve wordt gemonteerd, bevatten deze installaties
geen bewegende mechanische delen, zodat het onder
houd beperkt blijft tot het wekelijks controleren van
de blower en het schoonmaken van de installatie. Het
controleren van het slibgehalte geschiedt op simpele
wijze d.m.v. een maatglas.
Het drijfvuil in de bezinkruimte wördt continu
teruggezogen naar de beluchtingstank, waardoor het
tijdrovende „drijflaagscheppen" tot het verleden be
hoort. In de constructie zijn hiertoe enkele verras
send eenvoudige patenten verwerkt.
Hierna wordt het gevormde slib afgescheiden in een
bezinkingsruimte waarna het in een herbeluchtings-i
ruimte gedurende 7 tot 10 uur opnieuw wordt be
lucht. Tijdens deze herbeluchting worden de gebon*
den organische stoffen verder tot slibdelen afgebro
ken en de bakteriën gereaktiveerd, waarna ze op
nieuw „op het verse afvalwater worden losgelaten".
De hoeveelheid surplus-slib is uiteraard groter dan
bij de kleinere installaties en bovendien in mindere
mate gemineraliseerd en aldus ongeschikt om zonder
meer te worden afgetapt. Om deze redenen is in deze
installatie een afzonderlijke slib-mineralisatïeruimte
(ddgestor) aangebracht, waar het surplus-slib lang
durig (10 tot 14 dagen) wordt nabelucht, waarna het,
ook zonder hinderlijke verschijnselen, kan worden
afgetapt en verwerkt. Dit geschiedt veelal op een
voudige droogbedden. De centrale bezinkruimte is
voorzien van een bodemruimer voor het slib en een
oppervlakteruimer voor' het drijfvuil. Aandrijving ge
schiedt vanaf een centrale loopbrug, het drijfvuil
wordt automatisch naar de digestor-ruimte gevoerd.
Het vorenstaande kon en wil niet meer zijn dan
het aanstippen van enkele mogelijkheden die tech
nisch uitvoerbaar blijken omdat zonder veel moeilijk
heden het probleem van de afvoer van afvalstoffen
opgelost kan worden. Het ontwerp van wet „Hygiëne
kampeerplaatsen", nu in de Eerste Kamer in behan
deling, bevat een aantal voorschriften die de over-»
heid in het belang van de hygiëne op campings enz.
kan voorschrijven. Eén daarvan is het regelen van
de afvoer van huishoudelijk afvalwater. Het is dus
zaak tijdig daaraan aandacht te besteden opdat latei
niet blijkt dat geïnvesteerd wordt in voorzieningen
die later niet daarmee in overeenstemming zouden
blijken te zijn.
Een ander punt is dat de kosten van deze voor
zieningen naar verhouding bijzonder hoog kunnen
zijn. Bedrijfseconomisch 's het kampeerbedrijf, door
de seizoenmatigheid, toch al veelal een zwak ren
dabele zaak. Wellicht iets voor het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk om zich
over dit probleem te buigen, en waar nodig subsidie
mogelijkheden in te stellen.
BI.
Rioolzuiveringsinstallatie, zo onopvallend mogelijk
in het terrein geplaatst.