Luchtverontreiniging door de natuur zelf De vroege aardbeienprijs valt niet mee 5 I\OEL van het Demonstratiebedrijf „Zeeuwsch- Vlaanderen" is om bij een verantwoorde on derlinge verhouding van grond, arbeid en inven taris een doelmatige bedrijfsvoering te demonstre ren aan de praktijk. Het bedrijf is 22% ha groot. De zwaarte van de bouwvoor varieert van 2035 afslibbaar. De grond in deze nog jonge polder heeft een zeer hoog gehalte aan koolzure kalk (1416 Het humuspercentage is 3 en heeft een dalende tendens. De kalktoestand is zeer hoog; die van fosfaat normaal. Vergeleken bij overig Zeeuwsch-Vlaanderen zijn de opbrengsten van aardappelen, suikerbieten en uien op deze jonge zeeklei-grond hoog, die van graan doorgaans laag. Het bedrijf in ingedeeld in 8 vaste percelen. Ofschoon aanvankelijk als be drijf sopzet het gemengde akker bouwbedrijf geko zen was, wordt thans geen vee meer gehouden en wordt het bedrijf als zuiver akkerbouwbedrijf ge ëxploiteerd. Tot 1966 was er naast de bedrijfsleider nog een vaste arbeider aanwezig. Sindsdien wordt de ar beid enkel geleverd door de bedrijfsleider, die bo vendien de excursies grotendeels voor zijn reke ning neemt. Na het scheuren van het grasland miste de vee stal zijn eigenlijke bestemming. Deze is dan ook uitgebroken en ingericht als ontvangstruimte voor excursies. BOUWPLAN EN INVENTARIS Met behulp van het begrotings-systeem „pro gram-planning" werd het optimale bouwplan be rekend in de gegeven situatie (opbrengstniveau van de verschillende gewassen, gedane investerin gen, verplichtingen, arbeidsbezetting enz.) Dit heeft geleid tot het volgende bouwplan: aardappelen suikerbieten tarwe Vs luzerne Ys uien 1969 percelen IV en VIII percelen VI en VII percelen II en III perceel I perceel V Van de inventaris kan o.m. genoemd worden: een Dubex sproeimachine, 12 m breed; aanaard- apparatuur systeem Van Rumpt, 5-rijig; Amac- stortbak met transporteur en boxenvuller (Her cules); wiedbak, bestuurbaar vanaf trekker en 2 tweewielige kipwagens. De methodiek van program-planning toege past op dit bedrijf wordt de bezoekers op in structieve wijze getoond. Ook kan men kennis nemen van de resultaten van de bedrijfseconomi sche- en ar beids boekhouding vanaf de oprichting van het Demonstratiebedrijf in 1956. PROEF- EN DEMONSTRATIE-OBJECTEN De proeven worden meestal genomen op prak tijkschaal. Weliswaar biedt dit de praktijk niet alle vergelijkingsobjecten, maar wel de mogelijkheden voor een gewas op deze grondsoort. De proeven zijn dan ook te zien als demonstratie-objecten voor zowel grotere als kleinere bedrijven. Een greep uit wat het Demonstratiebedrijf biedt; normalisatie van rijenafstanden op basis van 12Vz cm voor 100 de suikerbieten op eindafstand (12Yz cm) gezaaid bij aardappelen het pootgoed deels wél en niet ontsmet tegen rhizoctonia (1969) ter demonstratie van nuttige tijdsbesteding voor de wintermaanden werd de bestaande velddreef voor een deel 160 m) verhard met betonstroken, gemaakt op het bedrijf. Materiaalkosten per strekkende meter dub bele rijbaan: ƒ6,70 (1961). Op dezelfde wijze werd een verharde opslagplaats voor bieten (10% x 17 m) gemaakt van kasseien. Kosten 2,90 per m2 excL arbeid. op het bedrijf is een sproeimachine aange schaft. Bij het bouwplan voor 1967 zal in totaal ±125 ha gespoten moeten worden. Op een be drijf van 22 iha is een sproeimachine dus wel rendabel te maken in 1962 is in de bestaande bedrijfsschuur een luchtgekoelde bewaarruimte voor aardappelen van 75 ton gebouwd, wat in totaal een inves tering van 9200,vroeg. Afhankelijk van de afschrijvingstermijn en de variabele kosten, kost het koelen en bewaren van de aardappe len per 100 kg bij een afschrijvingstermijn van; 8 jaar 2,— 12 jaar 1,50 20 jaar 1,20 Bovendien biedt de schuur ruimte om 120 ton aardappels op te slaan, weliswaar niet vorstvrij, doch wél belucht voor eigen rekening heeft de Stichting een wagenberging achter de schuur gebouwd van 12 x 6 m. Bouwkosten 7200, bij de aardappeloogst wordt er samengewerkt met twee naburige bedrijven, die elk een deel van de inventaris hebben aangeschaft. Deze samenwerking betreft de oogst, de afvoer en het brengen in de bewaarplaats. Na afloop vindt er een verrekening plaats. Per seizoen wordt er 20 a 25 ha geoogst. Ook de uienoogst gebeurt gezamenlijk alle aardappels van ihet Demonstratiebedrijf worden afgezet via de pool van de C.A.V. te Breskens. Het Demonstratiebedrijf is te bezichtigen elke dinsdag, 's middags van l tot 5 uur, uitsluitend na afspraak. Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland Dr. J. TESINK, directeur. Op 25 mei j.L eerste Pinksterdag werd 's morgens in de omgeving van Driewegen, alsook tussen Axel en Sluiskil, in openreservoirs waarin regenwater wordt verzameld door tuinders voor- begieting enof/ bevloeiing van hun gewassen (b.v. tomaten, aardbeien) een gelige bovenlaag waarge nomen. In de avond van 24 mei, alsook in de nacht van 24 op 25 mei, trokken met de zuidelijke tot zuidoostelijke wind zware buien over genoemde streken, In overleg met de heer P. Meeuwse, assistent bij het Rijkstuinbouwconsulentschap, werd het chloorgehalte van het water in genoemde reser voirs bepaald. Het bleek niet verhoogd te zijn. Een tuinder uit Driewegen bracht op 27 mei een aantal flessen op de Gezondheidsdienst waar in een hoeveelheid verontreinigd water was ver zameld. Door het C.D.I., afdeling Rotterdam, werden de watermonsters onderzocht. Het onderzoek wees uit dat de verontreiniging niet van industriële her komst was, doch bleek te bestaan uit een volko men onschadelijke neerslag van stuifmeelkorrels van coniferen, waarschijnlijk van Pinus silvestris. Deze stuifmeelkorrels kunnen bij bepaalde weersomstandigheden tot op relatief grote hoogte worden opgewerveld en over grote afstanden door de luchtstromingen worden getransporteerd. De in de atmosfeer zwevende korrels worden door de regendruppels naar de aarde „teruggebracht". Genoemde coniferen treft men aan in het grens gebied met België, alsook in de aan Zeeland gren zende strook van Brabant. TUINBOUWKLANKEN Met het begin van de maand juni is het met de oogst van de glasaardbeien op het eiland THOLEN weer ver gebeurd. De enkele rijen platglasaardbeien raken ook over het beste heen en zullen deze week wel schoongeplukt zijn. De kilogram-opbrengst was dit jaar geen topopbrengst en de prijzen voor dit produkt zijn óók niet bijster hoog geweest. Het schijnt dat de buitenlandse exportconcurrentie hierin wel een grote rol speelt, zodat de binnen landse produktie meer is aangewezen op het Neder lands '-erbruik. De vollegrondsaardbeien beloven een goede oogst te geven, gezien de goede ontwik keling van de aardbeienpercelen. Met de tegen woordig steeds meer toegepaste teelt met plastic op de aardbeien kan de produktie flink vervroegd en vergroot worden. Voor degene die voor deze teelt nog beschikbare oogsturen heeft, is met een goede teelttechniek nog een goede boterham te verdienen. Men moet het er echter voorover hebben, om een volle maand zéér lange dagen te werken. Door de telers van vroege aardappels wordt met aandacht het prijsverloop en afzet van de oude oogst aard appels gevolgd. Wanneer de oude oogst op tijd geruimd is, zijn de kansen op een lonende prijs voor da nieuwe oogst meestal beter. Vermoedelijk zal men met het rooien dit jaar, beslist niet vroeger kunnen be ginnen dan vorig jaar. De groei van dit produkt is dit voorjaar wel zéér langzaam van start ge gaan, met dikwijls te lage temperaturen. Gelukkig komt de loofontontwikkeling de laatste weken goed op gang en kan men nu wel van een goede stand van het gewas spreken. Vorige week met aandacht het rapport gelezen van de ZLM winter-vraagpun- ten. Daarin óók gelezen, dat het voor een nog vlot tere afzet, op de Thoolse veilingen in de richting zal moeten van een centraal veilen op het eiland van de totale produktie. Wanneer de bestaande ontvangstplaatsen daar bij gehandhaafd blijven, zou er misschien wel iets in zitten tot voordeel van teler en handelaar. Deze afzetmogelijkheid is door alle veilingbe- sturen al dikwijls bestudeerd, maar men is er nog steeds huiverig van om het toe te passen. De prak tijk is dikwijls zo anders dan de theorie, maar in deze tijd is het zeker geboden om iedere nuttige samenwerking zoveel mogelijk toe te passen. In het verdere verloop van het rapport „De toekomst van de land- en tuinbouw" kwam wel duidelijk naar voren dat hierover door alle afdelingen goed is nagedacht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 5