r
Het ene niet doenen het andere nalaten?
VRIJDAG 13 JUNI 1969
57e Jaargang No. 2985
j Officieel' orgaan van de Maatschappij tot bevordering tan Land- en Tuiniionw en Veeteelt in Zeeland
ALGEMENE VERGADERING
In dit nummer o.m.:
„Tuinbouwklanken" en
Dingen van de week
Pagina 4
Bijzonderheden over
het Demonstratiebedrijf
Zeeuws-Vlaanderen
Pagina 5
Samenwerking in de
Franse landbouw
Pagina 6
Melkproduktie conti-
gentering lijkt onaf
wendbaar Pagina 7
Heeft een teler wel be
lang bij de aardappel-
termijnmarkt? Pagina 8
Mogelijkheden en moei
lijkheden van de bloem
bollenteelt
Pagina 10 en 11
Markt, Plattelandsjeugd
en bijzonderheden over
de nieuwe voorwaarden
aardappeltermijnmarkt
Pagina 17 en 18
Het Hoofdbestuur van de Maatschappij tot bevordering van Landbouw, Tuinbouw en
Veeteelt in Zeeland en Noord-Brabant (ZLM) heeft de eer U hierbij uit te nodigen tot
hel bijwonen van de
op VRIJDAG 20 JUNI 1969, om 14.00 uur in Schouwburg „Luxor", Lieve Vrouwestraat
te Bergen op Zoom.
AGENDA
1. Openingsrede door de algemeen voorzitter.
2. Notulen van de algemene vergadering van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij
van 2 december 1968 en van de Noord-Brabantse Maatschappij van Landbouw van
21 november 1968.
3. Mededelingen en Ingekomen stukken.
4. Rekening en Verantwoording van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij over het
jaar 1968.
5. Verslag van de financiële commissie over het nazien van de rekening en verant
woording van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij over het jaar 1968.
6. Benoeming van leden van het Hoofdbestuur:
Ingevolge artikel 18 van de statuten worden door de Tuinbouwcommissie ter be
noeming voorgedragen de heren:
R. den Engelse, Oudemolen
J. H. Stoutjesdijk, Oosterland
R. G. Vermeulen, Helenaveen
A. H. v. d. Zande, Kloosterzande
Door de veehouderijcommissie worden ter benoeming voorgedragen de heren:
E. van Hootegem, Kruiningen
P. Lous, Oostkapelle
J. M. C. Ooms, Oud-Vossemeer
Js. Vos, Koudekerke
7. Rondvraag.
PAUZE.
8. Inleidingen door de heren A. M. Geluk, voorzitter Nationale Coöperatieve Aan- en
Verkoopvereniging voor Land- en Tuinbouw G.A. „CEBECO"; A. van Leeuwen, lid
van het bestuur van de Coöperatieve Melkcentrale G.A., en M. Prins, voorzitter
Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen in Nederland over het onderwerp
„ONTWIKKELINGEN IN DE AFZET".
9. Gedachtenwisseling.
10. Sluiting.
Namens het Hoofdbestuur der ZLM,
J. PRINS, voorzitter
E. Wage, secretaris
-J
K.N.L.C.
CR is begrijpelijk nogal wat deining ont-
staan over het bewust, ook in ons land, uit
de landbouwproduktie nemen van grond. Weliswaar
was daarvan sprake in het struktuurmemorandum
„Landbouw 1980" van de E.E.G.-Commissie (plan-
Mansholt), maar in dat plan voor de hele E.E.G. wer
den specaal de slechtere, de z.g. marginale gron
den genoemd. En dan denken wij niet in de eerste
plaats aan Nederland.
Nu werd opeens bekend dat in de ruilverkaveling
Slochteren (bijna 9.000 ha) 500 ha grond door mid
del van aankoop door de SBL uit de produktie zou
worden genomen. Naast hetgeen daar aan grond
nodig zou zijn voor het landschapsplan, wegen, e.d.
Dit dan in, nogal plotselinge, afwijking van de reeds
opgemaakte plannen.
Enkele weken geleden sneed de direkteur van de
Cultuurtechnische Dienst in een inleiding tijdens de
jaarvergadering van de Coöp. Raiffeisenbank het
bier aan de orde zijnde vraagstuk ook aan. Een
vraagstuk, dat misschien het beste als volgt om
schreven kan worden:
Moeten er in Nederland gebieden op een vrij
dure wijze gemoderniseerd worden, terwijl de markt
van belangrijke landbouwprodukten er niet roos
kleurig uitziet en er van andere kanten steeds meer
behoefte blijkt aan grond?
Naar aanleiding van „Slochteren" hebben de
Tweede-Kamerleden Tuynman en Schlingemann
aan minister Lardinois vragen gesteld. De minister
erkende de plannen in Slochteren wel, maar hield
zich verder nogal op de vlakte.
We gaan graag in op het probleem dat hier
levensgroot op ons af komt. Vooraf moeten we ech
ter stellen, dat de handelwijze ten aanzien van
„Slochteren" wel verwerpelijk genoemd moet wor
den. Niet omdat het probleem op zichzelf ons niet
zou aanspreken, maar vooral omdat de wijziging in
het plan te laat komt. Er is al een hele tijd van voor
bereiding verstreken en er zijn terecht verwachtin
gen bij de belanghebbenden gewekt,
RUILVERKAVELING VANDAAG
AL herhaalde malen is vastgesteld, dat de ruil-
verkaveling is geworden van een simpele
kavelruil tot een heel komplex van allerlei samen
hangende verbeteringen in landbouw en landschap
van een bepaald gebied. Een algehele rekonstruktie
van een agrarisch gebied zoals het vaak deftig is
uitgedrukt. De aanleg en verbetering van wegen en
Waterlopen behoorde er al toe, later is de verplaat
sing van boerderijen „het land in" er bij gekomen.
Nog weer later deed het landschapsplan zijn in
trede, werden rekreatievoorzieningen „meegeno
men", enz. Ook ging men zo mogelijk de oppervlak
te van bestaande bedrijven vergroten. Zo mogelijk,
want meestal blijkt er voor dit doel maar weinig
grond over te zijn uit de reserve die de SBL bij
elkaar kon kopen.
Nu gaat echter juist die bedrijfsvergroting zich
steeds meer vastzetten in de gedachten van de be
trokkenen. Er is terecht heel wat te zeggen
van Mansholts ideeën van moderne landbouwbe
drijven. Maar een feit is, dat in de boerenwereld
de noodzaak van grotere bedrijven toch wel haast
algemeen wordt aangevoeld. Tot hoever, daarop
hoeven wij niet in te gaan. Trouwens wie durft en
vermag dat te zeggen?
Evenzeer is het een feit, dat een bedrijfsvergro
ting het meest doelmatig in een ruilverkaveling tot
stand kan worden gebracht. Wij menen, dat de op
pervlaktevergroting van bestaande bedrijven daar
om in de ruilverkaveling van vandaag meer aan
dacht zal moeten kunnen krijgeru Wat natuurlijk
veronderstelt, dat het aanbieden van grond aan
zie verder pagina 3}