11 GEEN COLLEGA'S MAAR CONCURRENTEN De heer Neele praat graag over de teelt van bloeknbollen. Maar ook d)e afzet ligt hem na aan het hart. Hij wil daarin verandering. Een fruit teler of groenteteler brengt zijn produkten naar de veiling; die zorgt voor de afzet. Hij kent alleen collega's; men heeft geen geheimen voor elkaar. Bij dè bloembolen is van oudsher teelt en handel minder afgescheiden geweest. Men zag elkaar vaak als concurrenten, zowel bij de teelt als bij de af zet. Dat is altijd van invloed geweest op de men taliteit. Voor een buitenstaander is liet onbegrijpelijk dat tientallen Nederlandse firma's elk jaar een leger vertegenwoordigers op pad sturen om bol len te verkopen, waarbij men de hele wereld be reist en elkaar het leven zuur maakt. Weliswaar moet men diep respect hebben voor de onder nemingsgeest, doch het is moeilijk te doorgron den waarom men zo hardnekkig probeert elkaar te onderbieden. Vooral met tulpen en hyacinten is er sprake van een Nederlandse monopoliepositie. Als men tot prijsafspraken kon komen en het werkterrein zou kunnen verdelen, zou men zeer sterk kunnen be zuinigen op de kosten van de verkoop en en prijs kunnen bedingen die voor de telers lonend is. Maar nu holt men maar achter elkaar aan, naar Duitsland, Italië, Engeland en Amerika om offerte te doen. De afnemers lachen en spelen de ver tegenwoordigers tegen elkaar uit. Het gaat er niet om dat men de bollen te duur vindt, maar dat een ander ze nog goedkoper aanbiedt. Men zegt daarom niet tegen een vertegenwoordiger: „Je (gericht voor opslag en verwerking van bollen. bollen zijn te duur", maar: „Jij bent te duur." Met gevolg dat hij noodgedwongen „goedkoper" wordt. En op zijn beurt proberen moet goedkoper in te kopen, waarvan de bollenkweker de dupe wordt. HOOP OP ANDERE AFZETMETHODE Dat alles verdriet de heer Neele. Hij ziet nog goede mogelijkheden voor bloembollen en bol- bloemen, als de handel en de telers meer eensge zind en beter georganiseerd zouden optreden. Want ssowel bollen als bloemen zijn gewilde produkten bij een groeiende welvaart De heer Neele teelt elk jaar ca. 15 ha gladiolen. De moeilijkheid is dat alles zo hopeloos ver stard is. Men zit vast aan een bepaald patroon. De vele duizenden die bij de teelt en afzet be trokken zijn hebben een bepaalde positie ingeno men. Sommigen willen die liever niet loslaten omdat ze goed zitten, anderen komen niet eens tot de gedachte dat hét anders kan. En het idee dat men elkaar als concurrent moet zien, is van vader of zoon overgeërfd en vaak met de pap lepel ingegeven. Dat raakt men niet vlug kwijt. Toch zal het anders moeten. De heel Neele is er van overtuigd dat het op de lange duur ook ver anderen zal. Anders zal het wellicht van bovenaf opgelegd worden, is zijn mening. Dat zou volgens hem echter te betreuren zijn, omdat het gevaar dreigt dat het leger vertegenwoordigers sterk in krimpt, doch dat er een leger controlerende amb tenaren voor in de plaats komt. Als een flink aantal telers en handelaren het eens zouden kunnen worden, kan alles in goede banen komen. Degenen die niet mee willen dóen, zullen dan toch hun prijzen aanpassen. Lang niet elke arbeider is lid van een werknemersorganisa tie, maar toch willen de niet-aangeslotenen niet voor een lager loon werken. Daarom ziet de heer Neele nog wel mogelijk heden voor een betere afzet en meer ensgezind- heid. En daarom blijft hij er voor vechten. A v. O. De foto van Jan Neele werd genomen tijdens zijn verblijl in Canada en werd afgedrukt in één dei grootste bladen van dat land.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11