f
Moeilijkheden en
mogelijkheden bij de
bloembollenteelt
10
De woning is groot, maar toch doelmatig.
EEN DU1VELANDS
BEDRIJF
ONDER DE LOEP
De heer A. M. Neele te Sirjansland is iemand die van aanpakken houdt Hij teelt op
grote schaal bloembollen, levert niervan vee. s.'.ijoioemen af voor cle handel verwerkt de
bollen van zijn eigen bedrijf en bovendien nog van een aantal andere bedrijven en vult
tenslotte zijn inkomen nog aan met het introduceren van nieuwe soorten gladiolen.
Wie denkt dat hij aan dat alles de handen zo vol heeft dat hij nergens anders meer tijd
voor heeft, vergist zich. De heer Neele vecht namelijk voor een ander, beter afzetpatroon
en ook daaraan besteedt hij veel uren. De afgelopen winter heeft hij o.a. op 35 vergaderin
gen hierover het woord gevoerd. Wat hem overigens vlot afgaat, want hij hoeft niet vlug
naar woorden te zoeken en het onderwerp ligt hem zo na aan het hqrt dat het bijna vanzelf
gaat.
slechts één ha eigen grond
De heer Neele is 46 jaar en begon met het telen
van bloembollen in 1935, dus bijna 15 jaar ge
leden. Hij woonde toen in Dinteloord. In 1958 ves
tigde hij zich in Zeeland. Hij kocht in Sirjansland
een woning met een flinke schuur en ging aan de
slag. Geleidelijk werd het bedrijf uitgebreid e
nu heeft hij jaarlijks 1820 ha bloembollen.
Opmerkelijk is daarbij dat hij zelf maar 1 ha
grond in eigendom heeft en dat daar alles op ge
teeld wordt, behalve bloembollen. De grond ligt
namelijk bij zijn schuur en de afval van de bollen
komt hierop terecht. Daardoor is het waarschijn
lijk de meest verziekte bollengrond van het hele
eiland.
Er zijn twee zoons, die beide in het bloembollen
vak opgegroeid zijn. De oudste (Jan) is 22 jaar
en vertoeft als we dit schrijven in Canada. In dat
onmetelijk grote land liggen goede kansen op
bloembollengebied, zowel wat betreft de teelt als
de handel. De mogelijkheden worden daar nu be
studeerd, door er in de praktijk te werken.
De tweede zoon (Piet) is 19 jaar en werkt op
het ouderlijk bedrijf, waai" hij geleidelijk meer
verantwoordelijkheid krijgt. Tevens stelt vader
Neele echter dat hij minstens even hard moet
werken en in alles moet meedoen met het overige
personeel. Ons inziens een goed standpunt.
voldoende grond te iiuur
Jaarlijks worden 1820 ha bloembollen geteeld,»
zoals reeds werd. opgemerkt. Dat betreft dan 3 ha
tulpen, een halve ha narcissen en de rest (ca. 15
ha) gladiolen. Verder wordt er o.a. in Limburg
nog plantgoed op contract gekweekt, bestemd voor
het eigen bedrijf.
De benodigde grond wordt gehuurd. In verband
met de noodzakelijke vruchtwisseling is steeds
verse grond nodig. Deze is in de naaste omgeving
in voldoende mate aanwezig en het levert geen
problemen op om die te huren voor 1250,a
1500,per ha. Bij voorkeur wordt een graan-
stoppel gekozen waarop gras als groenbemester
werd ingezaaid. In verband met het machinaal
rooien is verder lichte grond gewenst, b.v. 10
20 afslibbaar. In dit deel van Duiveland lukt
dit bevredigend, want er is veel lichte grond in
deze contreien.
Het grootste gevaar zit wellicht in verslemping.
Vooral voor tulpen, die de hele winter in de grond
zitten, worden daarom extra hoge eisen op dit
punt gesteld. Liefst wordt hiervoor oud weiland
gehuurd.
jaar kwam de heer Neele op één perceel zelfs aan
25,per roe aan bloemen. Dat was uitzonder
lijk hoog en mag niet als normaal worden be
schouwd, maar 15,tot 20,is toch wel haal
baar.
Natuurlijk moeten er nqg al wat kosten af, glo
baal 5,a 7,per roe, maar dat betreft in
hoofdzaak arbeidsloon. En het werk valt in een
periode dat het niet druk is. Dat laatste is vooral
erg belangrijk.
Niet alleen voor de heer Neele is bloemen snij
den aantrekkelijk, ook de andere bloembollen
kwekers op Duiveland zien er brood in. Men moet
hiervoor echter een erkenning hebben als bloem
kweker. Vandaar dat er de laatste winters spe
ciaal schakelcursussen zijn gegeven in bloemen
teelt, omdat men met het diploma op recht
heeft op een erkenning, althans onder bepaalde
voorwaarden. Er zijn nu zeker al 20 bloembollen
telers die bloemen snijden. En dan natuurlijk niet
alleen tulpen, maar ook irissen en gladiolen. On
getwijfeld een gunstige ontwikkelingEnerzijds
omdat men meer arbeid produktief kan maken en
anderzijds omdat men meer mogelijkheden krijgt
voor een lonende teelt.
De toenemende welvaart brengt een grotere
vraag naar bloemen met zich mee en wellicht kun
nen op deze manier de bloembollenkwekers ook
en graantje meepikken.
een goede gok
Bij het telen van bloembollen is het ook belang
rijk, soorten (cultivars) te hebben die „in de
mode" zijn. Regelmatig treden er verschuivingen
op. De ene soort raakt bij het publiek uit de gratie,
de andere komt in trek. Het is gewenst de vinger
aan de pols te houden en tijdig aan te passen. Ove
rigens is dat niet zo eenvoudig, want men moet
de ontwikkeling als het ware van te voren aan
zien komen. Dat heet „feeling".
De verschuivingen hebben voor een deel be
trekking op bekende soorten. Een vrij oud ras,
dat weinig geteeld wordt, kan plotseling in de be-
langsteling komen. Andere populaire soorten raken
in ongenade. En verder komen er steeds nieuwe
soorten bij, die soms een grote vlucht nemen maar
soms zeer snel in de vergetelheid wegzakken. Als
men het hiermee probeert kan men geluk hebben
en pech, zoals trouwens vaak in het leven het ge
val is.
De heer Neele kocht enkele jaren geledien een
De schuur is van binnen geheel ingericht vc
gee:
De
bloefr
het
teler
de v»
colle;
Bij d
mind
als c
zet.
falitc
Vo
dat
ïegei
Üen 1
reist
moet
saemi
den
te or
Vo
een
prijs;
kunr
zuini
kuur
Maai
Duit
te d
tegei
om i
een
daar
-wa
rneer op dan het gros van de gewone soorten, dat
de kosten van het dure beginmateriaal er royaal
uitkomen.
De andere soort, met prachtige blauwe bloemen,
wordt weliswaar op tentoonstellingen ook zeer
gunstig beoordeeld, mede wegens geschiktheid
voor mengboeketten, doch de produktiviteit is
lager. De kans dat deze soort een topper wordt
lijkt kleiner, maar daarin kan nog best verande
ring komen. Voorlopig ligt echter het zwaarte
punt bij de Cordula, die krijgt voorrang bij de
introductie.
veel seizoenwerk
De schuur is L-vormig en geheel ingericht voor
opslag en verwerking van bollen. Er zijn 5 grote
cellen voor het drogen en verder is er een koelcel
pas nieuw bijgebouwd, waarin de temperatuur ge
heel beheerst kan worden. Deze biedt daardoor
o.a. mogelijkheid voor de 5° en 9° behandeling
van tulpen.
Aansluitend aan de droogcellen is een gedeelte
voor het pellen. Vervolgens is er een grote ruimte
voor opslag en nadrogen en een kleiner gedeelte
voor het verzendklaar maken.
In totaal worden van het eigen bedrijf en voor
anderen ca. 10 ha tulpen en 30 ha gladiolen ver
werkt. Hiervoor is vanzelfsprekend nogal wat per
soneel nodig. Daarmee gaat het als volgt. In janua
ri is er geen vreemd, personeel. In maart wordt
een paar man in dienst genomen die tot nieuw
jaar blijven. In juni komen er nogmaals een man
of vier bij, die eveneens tot en met december
werk hebben. In het najaar zijn er verder nog
ONTWIKKELING NAAR SNIJBLOEMEN
De tulpenteelt was de laatste jaren niet lonend.
De prijzen lagen te laag. Toch heeft de teelt an
derzijds weer nieuwe perspectieven gekregen door
het snijden van bloemen voor de handel. In 't al
gemeen gaat dat bloemen snijden ten koste van
de bol, die blijft te klein. Er zijn echter bepaalde
soorten (officieel moeten we „cultivars" zeggen)
die zo krachtig groeien, dat men hiervan de bloe
men kan snijden en toeh een leverbare bol over
houdt. Speciaal als men vrij groot plantgoed ge
bruikt en dan bovendien alleen van de zwaarste
planten de bloemen verkoopt, kan men als het
ware twee ruggen snijden uit één varken. Dit
zakje kralen van twee nieuwe soorten gladiolen
voor tienduizend gulden. Alles werd in het werk
gesteld om hiervan zo vlug mogelijk een flink
kwantum plantgoed te krijgen. Vervolgens werd
een deel hiervan tegen redelijke prijzen aan an
dere kwekers en handelaren in binnen- en buiten
land verkocht, om de soorten onder de aandacht
te brengen en zo te bevorderen dat er vraag naar
kwam. Er werd met de bloemen op tentoonstel
lingen geëxposeerd en daarbij werden ze zeer
gunstig beoordeeld.
Vooral de ene soort, de Cordula, die fraaie rode
bloemen heeft, geniet al een zekere populariteit.
De heer Neele heeft hiervan nu een flink kwan
tum plantgoed en dat brengt bij verkoop zoveel
20—30 vrouwen en meisjes voor het nellen van de
bollen nodig.
Men zal zich afvragen hoe het mogelijk is de
benodigde manlijke arbeidskrachten (6) alle voor
seizoenwerk te krijgen. De oplossing is, dat en
kelen van hen in een ander deel van het seizoen
elders terecht kunnen, b.v. in de men. Er zijn er
ook bij die slechts een aanvullend inkomen nodig
hebben, omdat ze een uitkering krijgen van het
O. en S.-fonds wegens bedrijfsbeëindiging.
Verder kan nog worden opgemerkt dat de uit
bouw van het bedrijf nog steeds doorgaat en dat
er de komende jaren waarschijnlijk voor een paar
man doorlopend werk zal zijn, o.a. door het over
gaan op temperatuurbehandeling van bollen.