Het COPA
en de pr[jzen
I970/I97I
Dagelijks Bestuur
ZLM vergaderde
Deze week
(Vervolg van pagina 1.)
De Vraag naar tomaten blijft groot en de prijs
ligt hoger dan vorig jaar. De prijs van de kom
kommers is gedaald, doch mede gezien de grote
aanvoeren nog redelijk. Wat de sla betreft neemt
het aanbod van glassla af, doch dat van natuursla
neemt thans snel toe.
De afzet van winterprodukten is praktisch af
gelopen. Nu het seizoen ten einde is kan geconsta
teerd worden dat het verloop voor de telers zeer
bevredigend is geweest, want de prijzen waren
vaak hoog.
De aanvoer van fruit neemt sterk af. Er is feite
lijk alleen nog aanbod van Golden Delicious en
Jonathan. De appels worden hoofdzakelijk voor
het binnenland gekocht. Er is een klein beetje ex
port naar West-Duitsland. Frankrijk heeft geen
belangstelling voor kwaliteit II, hoogstens beperk
te interesse voor klasse I.
De glasaardbeien zijn vorige week plotseling
sterk in prijs gedaald. Deze daling was vooral te
wijten aan grote aanvoeren uit Italië en België op
de verschillende markten. Nu dit grote aanbod
voorbij is, trekt de prijs weer iets aan.
Met betrekking tot de moeilijkheden in een aan
tal sectoren werd vastgesteld dat blijkt dat sociale
voorlichting zoals over beroepsovergang e.d. steeds
meer noodzakelijk is. Te weinig wordt evenwel
nog gebruik gemaakt van de voorlichting en ad
visering die door de standsorganisatie in deze kan
worden geboden.
Voorts werd aandacht geschonken aan de inter
pretatie en toepassing van groepsregéling zelfstan
digen. Het blijkt dat bij diverse gemeenten de toe
passing van deze regeling uiteen loopt.
Het Dagelijks Bestuur deed een beroep op mede
werking naar een soepele toepassing.
In de vakatures van de K.N.L.C.-commissies
afd. Tuinbouw werd overeenkomstig de gedane
voorstellen van de commissie Tuinbouw ZLM voor
zien.
VEEHOUDERIJ
DE heer J. M. van Heijst, voorzitter van de Vee-
houderijlcommissie, schetste in zijn overzicht
enkele ontwikkelingen in de veehouderijsector. Het
slachtvee blijft duur, de uitvoer van slachtkalve-
ren met name naar Italië is mede aanleiding'voor
zeer hoge prijzen van de nuchtere kalveren.
De afzet van slachtvarkens blijft een gunstig
beeld vertonen; ondanks de hoge biggenprijzen,
blijkt het aantal dekking terug te lopen. De in
voer van biggen en ook slachtvarkens uit Duits
land kan voor onze varkenssector en onze naam in
het buitenland bezwaren gaan opleveren, daar de
kwaliteit vaak niet best blijkt te zijn.
De kaasprijzen handhaven zich goed, het groot
ste probleem blijft de boterberg. In verband hier
mee ware een heffing op de invoer van oliën en
vetten ernstig te overwegen.
De vergadering stelde vast, dat in tegenstelling
tot de produktie van varkensvlees, de rundvlees-
produktie in ons land onvoldoende op gang is kun
nen komen, dit in tegenstelling tot een aantal ge
bieden in de partnerlanden.
BELASTINGZAKEN
OVER de toepassing van de B.T.W. blijkt nog
steeds verwarring te bestaan. De ene koop
man noteert zijn prijzen inclusief omzetbelasting
de ander exclusief. Hetzelfde geldt o.a. voor da
marktberichten.
Meer uniformiteit in deze is wenselijk. Het D. B»
nam in dezen met instemming kennis van een voor
stel van het Boekhoudbureau van de ZLM om ta
komen tot een zo goed mogelijk gefundeerde po
sitie van de boer, die volgens art. 27 van de wet
op de omzetbelasting niet als ondernemer wordt
aangemerkt. Dit zou o.a. mogelijk zijn door han-
delsvoorwaarden te deponeren bij de rechtbank,
koopbriefjes op te maken, waarop vermeld staat
dat de overeenkomst geschiedt op de voorwaarden
zoals die gedeponeerd zijn ter rechtbank en daar
in op te nemen, dat de prijs verhoogd wordt met
ei en percentage, gelijk aan de omzetbelasting die
over het betreffende produkt verschuldigd is. Daar
mee zou de juridische situatie duidelijk gesteld
zijn en komt de boer in een juiste positie te verke
ren.
WERKGEVERS- EN SOCIALE ZAKEN
HOOR de heer A. J. van Nieuwenhuyzen werd
een overzicht gegeven van het beraad rond
het opnemen van de zelfstandige ondernemers in
de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Actueel is voorts het overleg over de gevolgen van
de loon- en prijsspiraal en de daarvoor te treffen
looncompensatie-maatregelen. In de S.E.R. werd
hierover geen akkoord bereikt, zulks als gevolg
van de zeer uiteenlopende standpunten van werk
gevers- en werknemerszijde.
AFSCHEID
AAN het eind van de vergadering werd afscheid
genomen van de heer P. W. C. van Westen
(kring Tholen) en de heer J. C. Zandee (Platte
landsjongeren), die beiden niet meer in het Dage
lijks Bestuur terugkeren. De voorzitter bracht hun
dank voor hun positieve inbreng op de vergade
ringen van D. B. en H. B. en voor de prettige
samenwerking.
voltallige vergadering van het COPA heeft
concrete eisen met betrekking tot de prijzen
van agrarische produkten voor het landbouwjaar
1970/'71 geformuleerd. Men acht het zeer belangrijk
dat deze gemeenschappelijke prijzen waarin de
verordeningen - van de Raad voorzien vóór 1
augustus worden vastgesteld zodat de producenten
hun produktieplannen kunnen maken. Deze prijzen
moeten overeenkomstig artikel 39 van het E.E.G.-
verdrag bij' voorrang gericht zijn op de verbetering
van het inkomen in de landbouw. Men moet in het
bijzonder met de volgende criteria rekening houden:
het is noodzakelijk het algemene prijsniveau in de
landbouw aan te passen aan die algemene ontwikke
ling der produktiekosten, die thans reeds de toe
neming van de produktiviteit nadelig beïnvloedt,
waarbij vooral de huidige ongelijke inkomensverde
ling in het oog gehouden moet worden en de noocb-
zaak dat de investeringen op bevredigende wijze uit
eigen middelen kunnen worden gefinancierd.
HeT COPA is er tegenstander van dat de prijzen
voor 1970/'71 worden vastgesteld op grond van
de grondslagen zoals die zijn-vastgesteld in het memo
randum van de Europese Commissie. De prijsvoor
stellen van de Commissie moeten vóór de behandeling
in de raad besproken worden met de boerenbonden.
Een prijspolitiek dient niet alleen uit te gaan van de
vraag in de E.E.G.; deze moet ook rekening houden
met de uitvoer, de wenselijkheid van toenemende
levensmiddelenhulp en met de invoer van concurre
rende produkten of vervangingsprodukten. Men moet
de gemeenschappelijke handelspolitiek baseren op het
dioel van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek en
niet omgekeerd.
g^ET COPA stelt vervolgens vast dat het verschil
tussen het inkomen in de landbouw en in ande
re vergelijkbare sectoren van het bedrijfsleven on
danks de toeneming van de produktiviteit is toege
nomen. Sinds de eerste gemeenschappelijke prijzen
in 1964 zijn ingevoerd, die in sommige landen een
verlaging van de prijs "betekenden, is het prijsniveau
voor het overgrote deel van de agrarische produkten
vrijwel niet verhoogd. Onder meer door de onderlinge
concurrentie liggen de prijzen van veel produkten
overigens in de buurt van de interventieprijs of daar
onder.
jS^LS in het algemeen belang stabilisatie der prijzen
noodzakelijk wordt geacht moet dit volgens
het COPA worden bereikt door middel van een ven
bruikerssubsidie en niet door middel van een produk-
tiesubsidie. De statistieken tonen aan dat de gemid
delde kostprijzen met gemiddeld 45 procent per
jaar stijgen, terwijl de stijging van de landbouwlonen
boven dit gemiddelde uitkomt. Vandaar dat elke be
vriezing en verlaging van de prijzen tot verslechtering
van de landbouwinkomens zal leiden. Het COPA is
dan ook van oordeel dat de huidige situatie een ver-»
hoging van het algemeen niveau van de landbouw-»
prijzen rechtvaardigt, zulks gedifferentieerd per pro
dukt teneinde een betere prijsverhouding en een be-«
tere oriëntatie van de diverse produkties te verkrij*
gen. Tenslotte wordt benadrukt dat meer dan de
richt-, oriëntatie- en basisprijzen, het de werkelijk op
de markten behaalde prijzen zijn die bepalend zijn
voor de door de landbouwproducenten te ontvangen
prijzen en dus hun inkomens. Vandaar dat verzocht
wordt onmiddellijk alle maatregelen te treffen opdat
de producenten de prijzen die voor het seizoen 1970/
'71 zullen worden vastgesteld, ook werkelijk kunnen
realiseren.
VEREENVOUDIGING
AANGIFTE INKOMSTENBELASTING
J~)E Staatssecretaris van Financiën heeft enkele
weken geleden een rede gehouden voor de
Gelderse Industriële Club over „De verkorte aan
gifte als middel ter vereenvoudiging van de In
komstenbelastingIn deze rede ontwikkelt de
Staatssecretaris enkele gedachten over de verhou
ding tussen rechtvaardigheid en doelmatigheid die
beide bij de toepassing van het recht, ook van het
belastingrecht een rol moeten spelen. In het recht
probeert men gelijke gevallen gelijk te behande
len en verschillende gevallen verschillend. Als dit
helemaal zou lukken, zou er volkomen rechtvaar
digheid bestaan. Het streven daarnaar is echter te
vergelijken met het proberen de laatste aardappel
van het land te halen. Het is niet doelmatig dit
te doen. De Staatssecretaris stelt (o.i. terecht) dat
er altijd en overal rechtstekorten zullen zijn dat dus
niet iedereen in alle opzichten aan zijn trekken zal
kunnen komen. Hij meent overigens dat de ver
houding tussen de overheid en de burgers het als
een groter onrecht wordt gevoeld als de burger
wordt benadeeld dan dat hij wordt bevoordeeld.
T\E Staatssecretaris heeft zijn algemene be-
■*-' schouwing laten volgen door enkele ideeën
over de mogelijkheid een aantal aftrekposten voor
de Inkomstenbelasting vast te stellen op forfaitaire
wijze, dat wil zeggen op vaste bedragen of een
vast percentage van de bruto-inkomsten. Als dit
systeem zou worden ingevoerd, zouden .de belas
tingplichtigen heel wat minder werk aan hun aan
giften hebben en de belastingdienst zou heel wat
minder moeten controleren.
Dit systeem zou bruikbaar zijn voor looninkom-
sten, inkomsten uit onroerende goederen en wel
licht enige andere bronnen van inkomen.
Voor de berekening van de winst uit onderne
ming zou deze methode niet kunnen gelden.
De berekening van de winst verschilt daarvoor,
naar de mening van de Staatssecretaris, teveel van
die van de opbrengst van andere bronnen van in
komen.
Dit laatste is wel juist. Toch betekent dit o.i. niet
dat er op dit gebied ook niet het een en ander
vereenvoudigd zou kunnen worden.
ALS men eens zou nagaan waarom nu eigen-
lijk, na, laten wij zeggen 1945 allerei rege
lingen in de wettelijke bepalingen over de bere
kening van de winst zijn opgenomen en welk effect
deze hebben gehad, zou de conclusie waarschijn
lijk zijn dat er heel wat kan worden geschrapt.
Allerlei speciale bepalingen die bedoeld zijn om
de ondernemers tegemoet te komen, zouden wel
eens opgevangen kunnen worden door één verla
ging van het tarief van de Inkomstenbelasting.
Over afschrijvingen zouen tussen belastingdienst
en ondernemers via hun organisaties afspraken ge
maakt kunnen worden waarbij forfaitaire regelin
gen tot stand zouden komen, die heel wat gereken
overbodig zouden maken en geschillen zouden
voorkomen. Het is onverteerbaar dat gevochten
moet worden b.v. over toepassing van de methode
van afschrijving over de boekwaarde, omdat er
theoretisch wel iets over deze methode gezegd kan
wordenEvenveel vóór als tegen overigens1
Zo zal er nog wel meer te vinden zijn waardoor
ook de berekening van de winst uit bedrijf een
voudiger kan worden. Dit is nodig. Het zou het
paard achter de wagen spannen zijn als de tijd
die vrijkomt door vereenvoudiging van de aan
gifte met betrekking tot lonen renten en derge
lijke, door de belastingdienst gebruikt zou wor
den om de winstberekening ingewikkelder te ma
ken.
PAAUWE.
ALGEMENE VERGADERING
BOEKHOUDBUREAU ZLM
Oproep tot bijwoning van de algemene vergadering
van het Boekhoudbureau en Accountantsdienst der
ZLM Coöp. Ver. U. A. te Goes, te houden op vrijdag
20 juni 1969 te 10.30 uur in hotel „Centraal" te Goes.
Agenda
1. Opening en notulen.
2. Financieel verslag, jaarrekening 1968.
3. Verslag directie.
4. Bestuursverkiezing. Aftredend zijn de heren
M. de Bruyne te Zuidzande,
J. J. de Regt te Zaamslag.
Deze zijn direct herkiesbaar.
5. Verkiezing lid commissie van Toezicht in cto
plaats van de heer I C. Hage te Oud-Vossemeer
(statutair niet herkiesbaar).
Door het bestuur wordt voorgesteld:
de heer W J. de Putter te Axel.
6. Voorkomende zaken.
7. Sluiting.
Goes, juni 1969.
J. B. BECU, voorzitter.
JAC. P. LINDENBERG, secretaris.