Passend werk bij noodzakelijke afvloeiing vraagt herscholingsmogelijkheden met
een goede vakopleiding.
UIT 30% van de antwoorden komt naar voren, dat indien de rentabiliteit in de
land- en tuinbouw zich mocht verbeteren en de rentevoet niet te hoog wordt,
men voor de blijvers nog wel voldoende mogelijkheden ziet om voldoende
kapitaal aan te trekken, mits men zelf reeds over een bepaald eigen vermogen
beschikt en zijn onderneming op een gezonde basis opbouwt. Bovenal zal het
ondernemerschap hierbij een rol spelen.
We zullen er steeds op moeten letten, dat de investeringen zo economisch moge
lijk moeten geschieden en er zeker geen over-investeringen gedaan moeten wor
den. Dit wil niet zeggen, zo stellen zij, dat het de taak is en blijft van het ge
organiseerde bedrijfsleven, de banken, en de overheid, om steeds naar nieuwe
financieringsvormen te blijven zoeken, aangepast aan de tijd waarin we leven.
55% van de, afdelingen ziet juist de financiering voor de blijvers als een groot
probleem. Overheidsmaatregelen zullen noodzakelijk zijn. Wat dit betreft worden
in vele antwoorden rentesubsidies en belastingfaciliteiten genoemd, terwijl men
van mening is, dat de grondbank voor de toekomst bepaald ook perspectieven
zal openen.
Laten we dé beleggers in ere houden, zo stelt men, want vergroten met pacht
grond biedt altijd perspectieven. Meer voorlichting over het borgstellingsfonds
vindt men hard nodig. Ook vraagt men zich af of er op grond niet afgeschreven
kan worden, en de termijnen van aflossing langer gesteld kunnen worden. Er
kwamen bij de beantwoording van deze vraag geen nieuwe gezichtspunten over
nieuwe ffnancieringsvormen naar voren. 15% van de afdelingen gaven geen ant
woord op deze vraag!
De antwoorden op de vraag, welke bedrijfsgrootte men voor de verschillende
bedrijfstypes in de toekomst als gewenst zag, liepen zeer uiteen.
W OOROP kan gesteld worden, dat het niet alleen gaat om de oppervlakte in
ha. Velen laten zien, dat zij op een gering aantal ha met een aangepast
bouwplan toch tot een redelijk inkomen komen.
Anderen menen, wanneer men vindt dat hun oppervlakte in ha te klein wordt, er
een niet aan de grond gebonden produktietak bij zoals varkens en kippen.
De oppervlakte, die men als gunstig zag voor de toekomst voor een zuiver akker
bouwbedrijf liep uiteen van 30 ha tot 100 ha. Voor het veebedrijf liep dit uiteen
van 20 ha tot 50 ha met als minimum 25 melkkoeien tot maximaal 80 melkkoeien.
Voor het gemengd bedrijf van 20 ha tot 50 ha met minimaal 20 25 melkkoeien.
De grootte, die men zich voorstelde voor een fruitbedrijf liep uiteen van 7 ha tot
20 ha, terwijl de gedachten voor een gespecialiseerd glasbedrijf uiteenliepen van
een minimum van 4000 m2 tot een maximum van 2 ha. Voor het vollegronds-
groenteteeltbedrijf gingen de gedachten uit van minimaal 4 ha tot maximaal 12 ha.
Vele afdelingen stelden, dat de bedrijfsgrootte niet exact in cijfers is uit te druk
ken, de intensiteit, de capaciteit van de betreffende ondernemer, de ligging en de
kwaliteit van de grond spelen hierbij onder meer een grote rol. Diegenen, die de
kleinste oppervlakte noemden, zagen dit als éénmansbedrijven. Velen vonden een
éénmansbedrijf echter op sociale gronden ongewenst voor de toekomst. Dit on
danks de mogelijk tijdelijk financiële voordelen, die dit bedrijfstype momenteel
biedt.
De afdeling Terneuzen stelde aan het einde van haar verslag de vol
gende conclusie, die we onverkort laten volgen en waar naar we
menen velen het mee eens zullen zijn:
„Wij willen opmerken, dat wij vertrouwen hebben, dat de Nederland
se landbouw, ondanks de moeilijke omstandigheden, door aanpassing
en noeste vlijt, zij het geen rijk, zich toch een bestaan zal weten blijven
te verwerven.
Wij spreken de hoop uit, dat de Overheid en het Nederlandse volk,
in deze tijden van overvloed, beseffen dat het een nationaal belang is,
de landbouw niet te laten verpauperen. En dat een zekere mate van
overschot in een welvaartstaat een normaal verschijnsel is, dat gezien
moet worden als een soort verzekeringspremie tegen een tekort".
Het opstellen van een goed financierings plan en het toetsen oi
Wees waakzaam, werk doordacht en niet overleg 1