-
u-, iiii/'- -
A- i ;A
«PS
V...
De afzet zal meer moeten worden
eentraliseerd, zodat de markt kan wol
den beïnvloed.
1Vaste prijzen.
Haalbare condities die duidelijk geformuleerd moeten zijn.
3. Betaling in het zelfde oogstjaar.
4. Er is gebrek aan een onpartijdige beoordeling, zoals bij de graszaadteelt wel
het geval is door het Rijksproefstation voor zaadcontrole.
5. De contracttelersvereniging zou zelf met de fabrikanten contracten af moeten
sluiten en dan bepaalde oppervlakten aan de landbouwers moeten toewijzen.
6. Een verdere uitbouw van de contracttelersvereniging is noodzakelijk. Deze
moet in ieder gevai zo sterk mogelijk gemaakt worden.
7. Er zal een grotere zekerheid moeten gegeven worden ten aanzien van het
tijdstip van afname van het produkt.
8. Indien er conservenfabrieken zijn, die geen bemoeienis willen hebben met de
contracttelersvereniging, dan zullen wc zeker met deze fabrieken geen con
tracten of moeten sluiten, ook niet als individuele teler.
P\IEGENEN, die geen of zeer weinig perspectieven in de contractteelt zagen,
formuleerden „het waarom" als volgt:
a. Niet alleen het teeltrisico, maar ook het prijsrisico wordt geheel op de teler
geschoven.
b. De inspraak van de teler is veel te gering.
c. Wanneer het weer bij de oogst tegenvalt en dus de kwaliteit van het produkt
wordt aangetast, laat men de teler zitten of betaalt men hem abnormaal weinig
uit.
d. Er is, bijvoorbeeld bij contracterwten, een enorm verschil in opbrengst van
rassen en variëteiten en ook wat de kwaliteit betreft. Men zal wel van zeer
goede huize moeten zijn om tegen de fabrieken niet het loodje te moeten
leggen.
Indien men echter contracteert als individuele boer, schakel da te allen tijde
de Nederlandse contracttelersvereniging in, zo stellen alle afdelingen. Dit Ft
zonder meer noodzakelijk!
Vraag V
Acht U verdere samenwerking tussen de bedrijven nood
zakelijk in de toekomst. Waarom wel, waarom niet?
Ziet U deze samenwerking als een noodoplossing naar
andere vormen van landbouw. Welke dan?
Kunnen door een verdergaande samenwerking tussen de
bedrijven de kosten op onze landbouwbedrijven dalen?
Hoe dienen dan volgens U deze samenwerkingsvormen
te worden opgebouwd?
DOOR siechts drie afdelingen werd een samenwerking tussen bedrijven niet
noodzakelijk geacht. Er werd daarin een te groot verlies aan vrijheid e»
zelfstandigheid gezien. Er zijn gelukkig nog zeer veel goede loonwerkers, zo
stelde men in deze afdelingen, die we in ere zullen dienen te houden.
Niet alleen deze drie afdelingen, doch zeer veel afdelingen, voelden het als een
grote onbillijkheid dat de loonwerktarieven beiast worden met 12% B.T.W. Kuiv
nen de landbouworganisaties samen met de loonwerkers hier geen gesloten front
maken om deze belastingheffing tot meer aanvaardbare proporties terug te
brengen?, zo vraagt men zich af. De andere 66 afdelingen vonden een verder
gaande samenwerking tussen de bedrijven wel degelijk noodzakelijk. Echter on
der dit voorbehoud, dat iedere ondernemer zijn zelfstandigheid kan behouden z»
veel als maar mogelijk is.
De keuze van de partner(s) is bij samenwerking van het grootste belang. HierbJ
werd o.a. gedacht aan het karakter, het temperament en de leeftijd van de part
ners. Bij de samenwerkingsopzet speelt mede de houding van de meewerkende
kinderen en ook die van de vrouwen van de deelnemers een grote rol.
Voor Industrieterreinen, wegen
aanleg en woningbouw zal nog
veel grond nodig zijn, zodat de
bedrijfsvergroting minder snel
zal gaan dan velen denken.