Minister van Landbouw in le Kamer Nieuwe handels- voorwaarden aardappelverwerkende industrie 21 Herziening markt- en prijsbeleid gedeeltelijk nodig. Sceptisch gestemd over grondbank. Geen „omkoop" door O- en S-fonds voor bedrijfsbeëindiging. Wel aanvullende voorzieningen O- en S- fonds. Op dinsdag 20 mei 1969 is de parlementaire be handeling van de begroting 1969 voor „Landbouw en Visserij" afgesloten in een middag- en avondzit ting van de Eerste Kamer der Staten-Gemeraal. De Senaat heeft de Landbouwbegroting-1969, evenals de begroting van het Landbouw-Egalisatiefonds v (L.E.F.) voor dat jaar, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Hoewel, vergeleken met de Landbouwbegroting- 1968, de laatste fase van de parlementaire behande ling van het budget voor 1969 dit jaar op een redelij ker tijdstip viel, stond de gedachtenwisseling tussen de Eerste Kamer en de Minister van Landbouw en Visserij toch reeds duidelijk onder invloed van de voorbereiding van de.nieuwe begroting voor 1970. Minister Lardinois. die zich erkentelijk kon tonen voor de blijken van instemming met het landbouw beleid, bracht b.v. reeds aan de Tweede Kamer in uitzicht gestelde voor het parlement bestemde stuk ken in het geding, zoals de in samenhang met de me morie van toelichting der begroting-1970 aangekon digde commentariërende nota over het structuur memorandum der Europese Commissie van de Europese Economische Gemeenschap (Plan-1980) en de voorgenomen behandeling van de structuur van het landbouw (beroeps) onderwijs in de komen de nieuwe memorie van toelichting. Evenals de Tweede Kamer zal ook de Eerste Kamer een notitie van de bewindsman krijgen over mogelijke gevol- gen van wijzigingen van de muntpariteit (revalua tie/devaluatie) voor het gemeenschappelijk land bouwbeleid, waarin de landbouwprijzen niet gekop peld zijn aan de nationale valuta's, maar aan de Europese rekeneenheid. E.E.G.-LANDBOUWBELEID De opvatting staande houdende, dat het markt- en prijsbeleid van de E.E.G. niet is mislukt, maar wel herziening op bepaalde onderdelen nodig heeft, vooral in verband met het optreden van produkten- overschotten, maakte Minister Lardinois wel duide lijk, dat er voor deze heroriëntatie en het overschot- tenvraagstuk een sterk onderling verband bestaat met de per 1 januari 1970 bedoelde, nog nader te ontwerpen, nieuwe regeling voor de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Hangende problemen in het E.E.G.-landbouw- IIET verschijnsel dat de consumptie van ge- 11 kookte aardappelen de laatste jaren een dalende tendens te zien geeft, zou de gedachte wekken, dat het aardappelverbruik in Nederland afneemt, aldus de heer P. Th. M. Cleophas, secre taris van de Vereniging Aardappelverwerkende Industrie te Den Haag. Dit is echter niet zo zeer het geval, dank zij de beleid zullen waarschijnlijk in het najaar verbonden worden met de bespreking van de nieuwe financie ring. De bewindsman was dan ook niet optimistisch over voorzieningen op korte termijn ter bestrijding van de overschotten; hij verwachtte wel maatrege len gelijktijdig met de komende regeling van de financiering van het gemeenschappelijk landbouw beleid. Dat neemt niet weg, dat bij de vaststelling van de nieuwe prijzen voop het rundvlees en de zuivel voor 1 juli 1969 tevens maatregelen aan de orde komen voor de beperking van overschotten, met name bij de zuivel. Het grote probleem van de overschotten is, be halve door de snelle technische ontwikkeling van de landbouw en moeilijkheden bij de te vergroten afzet, ook toe te schrijven aan de gevolgen van bij zonder grote oogsten, zodat het heleid wel gezien moet worden in samenhang met normale produktie- omstandigheden. De totale hoeveelheid der produk- tie zal onder invloed van de produktiviteitsver- hoging nog toenemen, zelfs is, b.v. in de tuinbouw, belangrijke uitbreiding van het produktievolume denkbaar. Een zekere vergroting van de produktie t.o.v. de afzet zag de minister in de zeventiger jaren in een goed werkende E.E.G.-markt binnen de mogelijkheden vallen. In dit verband gewaagde voeir van de produkten van „landbouw en visserij", die, als de trend van het eerste kwartaal zich zal voortzetten, 30 procent hoger komt te liggen dan twee jaar geleden. BENARDE FRUITTEELT De Minister deelde de bezorgdheid over de fruit teelt, die door een dal gaat van harde sanering, maar wel toekomst heeft. Hij herhaalde de waarschuwing, dat niet alles aan concurrentievervalsing moet wor den geweten: de fruitteelt in andere Europese lan den maakt ook een zware crisis door. Het voor de fruitteelt zo ongunstige jaar 1968 heeft echter ook overheidssteun in grote omvang te zien. gegeven, o.m. blijkende uit f 11 miljoen voor het uit de markt nemen van overschotten en 10 miljoen voor de rooipremie boomgaarden. Desgevraagd verklaarde de minister, tachtig pro cent van de inhoud van de voorstellen der Euro pese Commissie gegeven het interventiebeleid te zien als verbetering, vergeleken bij de thans nog bestaande regeling voor groenten en fruit; dit geldt toenemende hoeveelheid aardappelen, die jaar lijks door de aardappelverwerkende industrie wordt verbruikt voor aardappelprodukten. Het verbruik van consumptie-aardappelen bedroeg in ons land in 1955 in totaal 106 kg per hoofd der bevolking, waarvan 1 kg aardappelprodukten. Het verbruik van aardappelprodukten beliep in 1967: 10 kg op een totaal aardappelverbruik van 89 kg per hoofd der bevolking, derhalve reeds 11 Tot nu toe is in Nederland patates-frites het meest gefabriceerde aardappelprodukt, daarna volgen chips en gedroogde aardappelprodukten. HE telers zullen steeds meer te maken krijgen met de afzet van aardappelen als grondstof voor de aardappelverwerkende industrie. Enige maanden geleden zijn door de organisaties van de aardappelverwerkende industrie en de aardappel- handel handelsvoorwaarden vastgesteld met eisen voor aardappelen, die aan verwerkers tot aard appelprodukten worden geleverd. Bij deze leve ringen dient er vooral op te worden gelet, dat de aardappelknol gaaf is, zonder beschadigingen en vrij van in- en uitwendige gebreken. Aardappe len met rooibeschadigingen zijn zeer moeilijk te verwerken, zodat bij het rooien van de aardappe len voldoende aandacht moet worden besteed aan een juiste afstelling van de machine en de hierbij overeenkomende rijsnelheid. Bovendien dient het transport van de aardappelen en het vullen van de bewaarruimten met de nodige zorg te geschie den. Bijzonder belangrijk is de temperatuur, waar op de aardappelen zijn bewaard. In verband met het verschijnsel dat in aardappelen bij een hoge temperatuur een omzetting van zetmeel in suiker plaats heeft, krijgen de aardappelen een te hoog b.v. voor een Europese rooipremie zonder steun verlening bij de aanleg van nieuwe boomgaarde» en de vaststelling van interventieprijzen op basis van kwaliteitsklasse II, geldende voor alle E.E.G.- landen. De Europese Commissie wil verder 't begrip crisissituatie laten vervallen en streeft er naar fruit niet meer te laten vernietigen, maa^ heeft daarvoor nog geen bevredigend alternatief. VOEDSELHULP Minister Lardinois was verheugd over de inscha keling van voedsel-, met name zuiveloverschotten bij de ontwikkelingshulp via het Wereld Voedsel Programma van de F.A.O., dat het systeem toepast van verstrekking van voedsel als (gedeeltelijke) loonbetaling, hetgeen vooral van belang is bij ont- ginnings-, irrigatie- en soortgelijke werken, want op deze wijze betekent het een rechtstreekse bij drage tot verhoging der eigen voedselproduktie in de ontwikkelingslanden. Het is altijd al 's minister» streven geweest vooral ook de E.E.G.-zuivelover- schotten mede dienstbaar te maken aan dit werk. GROND, GRONDBANK, PACHT De bewindsman zeide zeer benieuwd te zijn naar het definitieve ontwerp van het Landbouwschap vootr de eventuele stichting van een z.g. grondbank. Maar hij blijft sceptisch gestemd, vooral als nader mocht blijken, dat de overheid financiëel zou moe ten bijspringen voor de bekostiging van het ver schil tussen de pacht en de bankrente van het kapi taal. De minister was huiverig voor schijnoplossin gen, vooral als de mogelijkheid van stijging van grondprijzen zich zou voordoen. Een grondbank ver werft grond en begeeft zich dus in de prijsontwik keling van landbouwgronden. En: hoge grond prijzen zijn geen landbouwbelang! De Minister wil wel streven naar meer beweeg lijkheid in het grondverkeer en zou de pacht eerder meer dan minder levensvatbaarheid willen geven, al is hij zich bewust, dat verregaande bescherming van de pacht ook nadelige aspecten kan hebben in verband met de structurele ontwikkeling van de landbouw. ONTWIKKELING EN SANERING De Minister verklaarde opnieuw algemene sub sidieregelingen van het Ontwikkelings- en Sane ringsfonds voor de Landbouw af te wijzen en hij wilde evenmin de regeling voor de bedrijfsbeëindi ging in algemene zin verruimen met hoger uitkerin gen. De beëindigingsregeling mag geen omkoop regeling zijn! Wel zijn verbeteringen denkbaar, zo als de mogelijkheid van een uitkering-in-eens. Daar kondigde de minister de goedkeuring ervan aan. Aanvullende voorzieningen zijn evenmin uitgeslo ten, zoals de premieregeling verouderde boomgaar den en de afbraakpremie voor kassen bij bedrijfs beëindiging bewijzen. Eveneens verklaarde de Minister zich bereid een nieuwe premieregeling van het O.- en S.-fonds voor beëindiging van de melk veehouderij op kleine bedrijven met 4 a 5 koeien positief te benaderen. In dit verband kan erop ge wezen worden dat inmiddels een nieuwe bijdrage regeling tot stand is gekomen voor de bouw van eenvoudige en goedkope plaatijzeren stalconstruc- ties, de z.g. koeienhutten en dat de rooipremie voor verouderde boomgaarden thans ook betrekking krijgt op vóór 1955 geplante appel- en pereboom gaarden. suikergehalte en kleuren de schijfjes en staafjes te bruin. Bovendien wordt de smaak dan bitter. IN de handelsvoorwaarden is ook aandacht be steed aan de temperatuur waarop de aardap pelen dienen te worden afgeleverd. Het drogestof gehalte is bepalend voor het rendement bij de ver werking. Ook dit begrip is in de handelsvoorwaar den voor de levering van aardappelen aan de aard appelverwerkende industrie ingebouwd. Verschil lende industrieën zullen dit jaar bij aankoop van aardappelen een opgave wensen van het onder watergewicht, waarroede het drogestofgehalte van de aardappelen kan worden bepaald. In het alge meen zal door de aardappelverwerkende industrie een aardappel met een hoog drogestofgehalte worden geprefereerd, maar de industrie, die ge conserveerde aardappelen in blik of in glas afle vert stelt daarentegen slechts prijs op aardappelen met een laag drogestofgehalte. Hieruit blijkt, dat de eisen voor de verschillende industrieën zeer kunnen uiteenlopen. HET is derhalve van belang, dat de telers, wan neer zij aardappelen willen verbouwen, die voor de aardappelverwerkende industrie bestemd zijn, zich eerst over de eisen welke door de ver schillende takken van industrieën worden gesteld, oriënteren bij de handel die aardapelen aan deze industrieën levert, of bij die industrieën, welke contracten met de telers afsluiten. Door dit samen spel kan worden bereikt, dat iedere aardappelver werkende industrie de beschikking kan krijgen over aardappelen, waarbij gedurende de teelt reeds rekening is gehouden met het te vervaar digen aardappelprodukt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 21