r -J VRIJDAG 30 MEI 196$ 57e Jaargang No 2983 j Officieel orgaan van ie Maatsi happjj tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland ZLM vraagpunt winter 1968/1969 ,De toekomst van de Land- en Tuinbouw' Verder in dit nummer o.m.: Algemene Vergadering ZLM Pagina 2 Jaarverslag Landbouw Risico 1968 Pagina 2223 De maand juni op het Zeeuws landbouwbe drijf Pagina 2425 Jaarvergadering Z.H.V. - Goes Pagina 18 Waarom volle kegel- doppen en geen spleet- doppen bij spuiten Pagina 19 Het drogen van gras zaad Pagina 13 Adviezen veeartsenij- kundige dienst en Rund- vleesproduktie in de be langstelling Pagina 10 en 11 Mechanisatienieuws Pagina 26 Voor het ZLM vraagpunt „De toekomst van de land- en tuinbouw", in de winter van '68'69 aan de afdelingen der ZLM voorgelegd, is de belangstelling groot geweest. De leden hebben getoond dat zij zelf een visie op de toekomst „hun toekomst" hebben. De vragen en de daarop betrekking hebbende antwoorden zijn in dit nummer op de pagina's 3 t/m 9 opgenomen. TEN GELEIDE LJ ET heeft het Dagelijks bestuur der ZLM zeer verheugd, dat ook dit jaar weer door de af delingen grote aandacht aan het vraagpunt „De toekomst van de land- en tuinbouw" is geschonken. Vooruitlopende op de toen nog aanstaande fusie tussen de Maatschappijen in Zeeland en Brabant werd het vorig najaar het vraagpunt tevens aan de Brabantse afdelingen toegezonden. Dat een ruim aantal van de afdelingen in Noord-Brabant aan de behandeling van de gestelde vragen heeft deelge nomen, doet het rapport aan waarde winnen. Het rapport is dan ook een weerspiegeling van menin gen, die in het werkgebied van de nieuwe maat schappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in Zeeland en Noord-Brabant leven. Q E aandacht die dit vraagpunt heeft gekregen, hangt ongetwijfeld samen met het onder werp, wat dit jaar door het bestuur centraal werd gesteld. De toekomst van de agrarische onderne ming is immers door het z.g. „Plan-Mansholt" in versterkte mate, zowel buiten als binnen de land bouw, een onderwerp van discussie. Daarnaast hebben juist de laatste jaren met name in de ak kerbouw en fruitteelt twee belangrijke produktie- takken in het werkgebied der ZLM de proble men zich sterk toegespitst. Dit alles tengevolge van slechter wordende markt- en prijsontwikkelingen en stijgende kosten. De tendenzen der laatste tijd, waarbij de agra rische sector in haar eigen zwaard van het eigen kunnen, namelijk de produktiestijgng valt, wekt gro te bezorgdheid. In de beantwoording van het vraag punt komt dit duidelijk naar voren, zowel daar waar de „hoopvolle" afdelingen spreken, als daar waar de meer „moedeloze" afdelingen aan het woord zijn. LJ ET zal geen verwondering wekken, daar waar het bestuur bij herhaling op het verband tus sen kostenontwikkeling en prijzen de nadruk heeft gelegd, dat het hierbij gaarne nog eens een onder streping van de hier aan de orde zijnde problema tiek wil geven. Dat eventueel de praktijk voorts een duidelijk verband legt tussen de produktie en af zet, blijkt uit de opmerkingen, die in het rapport met betrekking tot de afzetorganisaties zijn neer gelegd. Het bestuur is van oordeel, dat er in dit verband door de afdelingen diverse behartigens waardige opmerkingen worden gemaakt, die ruime aandacht vragen. Overigens is het bestuur zeer verheugd over de berichten, dat in diverse sectoren zoals in aan- en verkoop en zuivel ontwikke lingen naar een efficiëntere en betere opstelling gaande zijn. w ERSCHILLENDE onderwerpen, die in het rap- port worden genoemd, zijn op nationaal of internationaal niveau in behandeling. De snelheid van behandelen en handelen laat evenwel in een te groot aantal gevallen zeer te wensen over. Met name is dit van toepassing op de E.E.G. Met grote bezorgdheid moet geconstateerd worden, dat op het gebied van produktenregelingen (vlas, gras zaad, lucerne) en op het terrein van concurrentie voorwaarden maatregelen uitblijven. Hierdoor wordt in een kritieke fase d<~ Nederlandse land- en tuin bouw grote schade toegebracht. ~7 OWEL met betrekking tot de opmerkingen in het r. pport over het voor boeren en tuin ders geldende belastingstelsel, alsook bij de op merkingen over de sociale voorzieningen, spelen dan ook ongetwijfeld de gegevens op deze gebie den die bekend zijn uit andere E.E.G.-landen een grote rol. Het bestuur is van oordeel, dat de Ne derlandse overheid geen afwachtende houding dient aan te nemen bij de moeizame ontwikkelin gen binnen de E.E.G. maar zelf moet medewerken (Zie verder pagina 2.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1