Op welke diepte
bevindt zich de stikstof
begin maart gestrooid
Veredeld lucernebrokje
7
J. M. VAN DER WEELE
R. L. V. D. Goes
|N de periode van 5 t/m 10 maart is op veel akker-
bouwbedrijven stikstof op de wintertarwe ge
strooid. Ook op een deel van de bietepercelen is toen
reeds alle of een groot deel van de stikstof gegeven.
Nu is de neerslaghoeveelheid zowel in maart als in
april van dien aard geweest dat verplaatsing van stik
stof in de grond naar diepere lagen niet denkbeeldig
is. De vraag kan dan ook gesteld worden of al deze
stikstof nog voor de plant beschikbaar is of komt, of
dat ze als verloren moet worden beschouwd. In het
laatste geval zou overbemesting dringend gewenst
zijn.
Laten we eerst eens nagaan waar de stikstof zich
in de grond bevindt. Uit onderzoek van ir. G. K.
Kolenbrander van het Instituut voor Bodemvrucht
baarheid te Haren (Gr.) is gebleken dat de verplaat
sing van stikstof in de grond bij een bepaalde hoe
veelheid neerslag niet voor alle grondsoorten gelijk is.
Zo komt hij, wanneer er geen verdamping plaats
vond, aan de hand van proefveldmateriaal tot de vol
gende cijfers
Verplaatsing in cm
per 100 mm regen
Zavelgrond; 20 afslibbaar 30
Kleigrond; 4060 afslibbaar 20
De tussen 10 maart en 1 mei gevallen neerslag
bedroeg voor wis gebied 130 mm (110150 mm).
Zowel in maart als in april moeten we rekening hou*
den met enige verdamping. Zeer. globaal zouden wm
kunnen stellen dat de hoeveelheid neerslag na aftrek
van enige verdamping ruim 100 mm is. De verplaat*
sing van stikstof zou dan met de door Kolenbrander
gegeven cijfers beperkt blijven tot 30 cm onder
maaiveld voor zavel- en tot 20 cm voor kleigron
den.
Dit betekent dat in de praktijk deze stikstof in
praktisch alle gevallen nog voor de plant bereikbaar
is. Alleen wanneer de grondwaterstand in die periode
tot dicht onder maaiveld is opgelopen of de grond
een zeer geringe bewortelingsdiepte heeft kan er
aanleiding zijn tot een overbemesting met stikstof.
Vanzelfsprekend staat deze overbemesting los van
de voorgenomen overbemesting op bijvoorbeeld tar
we en bieten en in sommige gevallen op aardappelen.
Deze hoeft dus niet opgeschroefd te worden.
EEN WAARDEVOL
NATUURPRODUKT VOOR DE
VEEVOEDING
Rijksveeteeltconsulentschap Goes
C. DEN ENGELSEN
AKKERBOUW EN
VEETEELT REIKEN ELKAAR
DE HAND
Naarmate de arbeidskosten stij
gen en dus vereenvoudigde
voedermethoden in de praktijk
van de veehouderij moeten wor
den toegepast krijgen de groen-
voederdrogerijprodukten betere
kansen. Als gevolg van de re
latief hoge droogkosten was
het prijsverschil tussen lucerne-
brokjes en zelf gewonnen voe
ders van belang. Wanneer de
luzernedrogers door een goede
organisatie er in slagen de
droogkosten relatief minder
snel te laten stijgen dan het
loonpeil is Ce tijd niet ver meer
dat kunstmatig gedroogde pro-
dukten voor de veehouders, zeer
aantrekkelijk worden.
De Coöp. Groenvoederdrogerij
„De Bevelanden" te Kortgene
is er daarbij tevens in geslaagd
de gebruiksmogelijkheden van
luzernebrokjes te verruimen en
wel door enkel voederbestand
delen daarin aan te vullen. In
bijgaand artikel wordt hierop
nader ingegaan.
|N de akkerbouwgebieden van Zeeland draagt de
teelt van luzerne in hoge mate bij tot het in
standhouden van de bodemvruchtbaarheid. Het is
daarom een gewaardeerd gewas voor opname in het
bouwplan. Aangezien de akkerbouwers doorgaans
zelf weinig of geen vee houden komt de luzerne als
handelsDrodukt beschikbaar. In toenemende mate
vindt deze afzet nlaats in de vorm van kunstmatig
gedroogde luzernebrokjes. Het ziin in het biizonder
de groenvoerdrogeriien in het zuid-westen van Neder
land die deze luzernebrokjes leveren.
Voor de veevoeding hebben deze brokjes een hoge
waarde, d'e vooral wordt ontleend aan hun smakelijk
heid. guncts'»'1 d:ët'sch° eigenschanp^n, hoog earoteen,
eiwit en kalkgehalte a'smede de gemakkelijke be-
waarbaarheid en toediening.
Na overleg met en advies van de Provinciale Ge
zondheidsdienst voor Dieren in Zeeland en het R'iks-
veeteeltconsulentschap voor Zeeland te Goes is d"
Coöperatieve Groenvoerdirogerij „De Bevelanden"
G.A. te Kortgene er in geslaagd op eenvoudige en
weinig kostbare wiize dit brokje te verrijken met fos
faat, natrium en vitamine D, waarvan de gehalten in
het gewone brokje relatief aan de lage kant zijn. Het
veredeld brokje voorziet, bij bescheiden toepassing,
in iuist die voedingsstoffen waaraan de landbouw
huisdieren in de praktij# veelal behoefte blijken te
hebben.
VOEDERWAARDE
Het veredeld luzernebrokje van de groenvoer
drogerij „De Bevelanden" is verrijkt met slechts 4
van een speciaal mineralenmengsel dat vooral fosfor,
magnesium en natrium bevat, slechts weinig kalk
meer aanvoert en geen chloor Dit is gunstig daar
een ongelimiteerde aanvulling met zouten bezwaar
lijk kan zijn. Een vitamine D:t preparaat zorgt voor
een vitamine D-gehalte van 5000 I.E. (Internationale
eenheden) per kg. De natuurlijke rijkdom van het
brokje aan earoteen, gestabiliseerd door een anti-
oxydant, waarborgt een goede vitamine A-voorzie
ning.
De zetmeelwaarde van dit brokje is uiteraard lager
dan van de normale krachtvoeders en kan deze dus
in het algemeen niet vervangen.
De voederwaarde van dit natuurprodukt, dat is ge
baseerd op 3 delen luzernemeel en 1 deel grasmeel,
loopt, al naar de kwaliteit van de gebruikte grond
stoffen, iets uiteen maar kan per kg gesteld worden
op:
900 gram droge stof
110 gram voedernorm ruweiwit (vre)
13 gram calcium
410 gram zetmeelwaarde (ZW)
9 gram fosfor
6 gram natrium
3 gram magnesium
80120 milligram earoteen
5000 I.E. vitamine D.t.
De groenvoerdrogerij „De Bevelanden" G.A. te
Kortgene brengt dit veredeld brokje in de handel
onder de naam Gezondheidsbasisbrok 5000, afgekort
„G.B.B. 5000". Inclusief b.t.w. bedraagt de prijs
slechts 29,per 100 kg; bij afname van grotere
partijen reduktie.
GEBRUIK
Dank zij de gunstige diëtische eigenschappen en
de goede aanvulling met belangrijke voedingsstoffen
draagt dit brokje duidelijk bij tot de algemene ge
zondheid van de dieren. Het begunstigt daardoor een
goede opname en verwerking van het gehele voeder
rantsoen. De groei van jongvee en mestdieren wordt
daardoor gunstig beïnvloed. Bij fokvee wordt de
vruchtbaarheid en de geboorte van levenskrachtige
jonge dieren er door bevorderd. De betere algemene
gezondheid van het vee draagt bij tot het optreden
van minder uitvallers en minder beengebreken.
Hoewel een wat grotere hoeveelheid zeker niet be
zwaarlijk zal zijn zal het beste effekt van dit voeder
middel worden verkregen indien aangewend als volgt-
melkvee
volwassen mestvee
jongvee en groeiend mestvee
jonge stieren en dekstieren
werkpaarden
fokpaarden (drachtige en zogende
merries, dekhengsten)
pony's
fokzeugen, opfokzeugen en dekberen
fokschapen
geiten en bokken
p. dier p. dag
1 —2 kg
1 kg
-i kg
1 —2
1
kg
kg
1 —2 kg
Va kg
0.20.5 kg
0.20..5 kg
0.2—0.5 kg
Voorshands zal dit voer nog in beperkte mate be
schikbaar komen en vooral in Zeeland toegepast wor
den. Indien de veehouders goede ervaringen met dit
brokje opdoen en daar twijfelen we niet aan, zal de
produktie aan de vraag worden aangepast.
STUDIEDAG STICHTING AFNEMERS
CONTROLE OP VEEVOEDER
/1P de studiedag van de Stichting Afnemers
Controle en Veevoeder in Lunteren heeft
de heer H. Smith, voorzitter van de A.C.V.-Con
trole, verleden week woensdag verklaard dat de
ontwikkeling in de E.E.G. voor degenen in de
landbouw niet moedgevend is. De -prijzen voor de
landbouwproducten zijn nog niet afgekondigd, om
dat er geen overeenstemming bereikt kan worden
in de Ministersconferentie. De vraag dringt zich
wel eens op of misschien de landbouw de andere
bedrijfstakken in de E.E.G. niet te ver voor is;
dat de aanpassing en de rationalisatie in de land
bouw sneller is gegaan dan bij de anderen.
E. C. van Kraaikamp, oud-medewerker van de
afdeling Bedrijfsonderzoek van het Bedrijfsonder-
zoek van het P.A.W. in Wageningen, maakte aan
de hand van verschillende vooronderstellingen een
vergelijking tussen melkveehouderij en ossenmes-
terijen op grasland.
7rJN conclusies waren dat het arbeidsinkomen
uit de melkveehouderij op een bedrijf met 30
melkkoeien 18.000 per jaar is en dat een ver
betering -van de melkgift per koe noodzakelijk zal
zijn om het inkomen uit de melkveehouderij te
verhogenv De oppervlakte van een melkveebedrijf
dat ook zijn eigen opfok verzorgt moet circa 25
ha zijn.
Het arbeidsinkomen van een mestveébedrijf dat
jaarlijks 80 ossen aflevert ligt bij de gestelde uit
gangspunten op f22.000 per jaar. Men zal moeten
trachten de voederkosten te verlagen, de gezond
heidstoestand te verbeteren en het sterfterisico te
verminderen. Een verbetering van de vleeskwali
teit kan de opbrengst-prijs gemakkelijk met 20 cent
per kg geslacht gewicht verhogen en de grootte
van een mestveebedrijf waar jaarlijks 80 tot 100
ossen worden afgeleverd moet 40 d 50 ha zijn. Het
vermogen in de levende inventaris per ha is bij
de mestveéhouderij ongeveer f3 hoger dan bij de -
melkveehouderij.
7'/VRDER concludeerde hij dat er onder de hui
dige omstandigheden een gebrek aan uit
gangsmateriaal voor de -rundvleesproduktie bestaat.
Uitbreiding van de rundvleesproduktie kan ge
schieden door kalveren die nu bestemd worden
voor de kalfsvlees-produktie te gebruiken voor de
rundvleesproduktie of kalveren uit derde landen
te importeren of over te gaan naar zuivere vlees
rassen. Of er kalveren aan de kalfsvleesproduktie
onttrokken zullen worden ten behoeve van de
rundvleesproduktie is grotendeels een kwestie van
rentabiliteit.
PROVINCIALE RAAD BEDRIJFSONTWIKKELING
IN DE LANDBOUW IN ZEELAND VERGADERDE
In zijn 45e vergadering schonk de Provinciale
Zeeuwse Raad voor de Bedrijfsontwikkeling veel
aandacht aan een rapport omtrent de produktie-
waarde van land- en tuinbouw en veehouderij ron
dom het Sloegebied, dat tot stand was gekomen op
initiatief en verzoek van de Raad.
De problematiek rondom de financiering van
land- en tuinbouwbedrijven werd door de heer
A. C. Simonse, kredietadviseur van de Centrale
Coöperatieve Raiffeisenbank, behandeld. Zijn be
knopte, duidelijke uiteenzetting leidde tot een uit
voerige gedachtenwisseling. De aktualiteit van het
onderwerp in aanmerking nemende lag dit voor de
hand.
Het jaarprogramma voor de technische voorlich
ting aan land- en tuinarbeiders verkreeg de instem
ming van de Raad; het zal op uitgebreide schaal in
brochurevorm worden verspreid.
De Borgstellingsfondskommissie uit de Raad be
handelde een 4-tal aanvragen, waarvan er 3 wer
den goedgekeurd tot een bedrag van 102.000. Eén
aanvraag werd afgewezen.