d.; KORTE WENKEN 9 ting voor de veeverbetering om te vormen, kon de werkgroep zich goed verenigen, omdat hiermee een stap gezet wordt in de richting van concentratie van werkzaamheden. In verband met d.eze aanbevolen samensmelting van instellingen werden de werkgroep concept statuten voor de nieuwe provinciale stichtingen ter beoordeling voorgelegd. Deze gaven aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen van prak tische aard. Binnenkort zullen raamstatuten ver spreid kunnen worden. Het vraagstuk van de keuringen op afstamme lingen was een ander punt, waarover de werk groep zich boog. Zij besloot om deze aangelegen heid aan een kleine commissie uit haar midden voor te leggen. Deze heeft de opdracht na te gaan, of de wijze van uitvoering van deze keuringen in de gegeven omstandigheden nog voldoet en zo niet, welke maatregelen er geïiomen moeten wor den om deze aan te passen. DE vraag, of het gevaar niet aanwezig is, dat de organisaties bij het streven naar aanpas sing langs elkaar heen werken, kon niet bevredi gend beantwoord worden. Er is te dien aanzien aanleiding waakzaam te zijn. Mede daarom is vo rig jaar aan de besturen van de provinciale bon den van fok- en controleverenigingen en van bon den van K.I.-verenigingen, aan hun landelijke fe deraties en aan de provinciale vee verbeteringscom missies een schrijven gericht, waarin deze organi saties verzocht werden om de werkgroep op de hoogte te houden van fusieplannen e.d. De werk groep kan daarmee dan bij haar eigen studies re kening houden en zij zou de ontvangen informa ties zo nodig ook ter kennis kunnen brengen van andere organisaties, die daarbij geïnteresseerd zeil den kunnen zijn. Aldus zou er een centrum kun nen ontstaan, waar de diverse plannen bekend zou den zijn. Het aantal reacties op dit schrijven is helaas gering geweest. GEZIEN in het licht van de ontwikkeling in de rundveehouderijsector lijkt het nog niet zo heel veel, wat de werkgroep tot op heden heeft gedaan. Uit wat vanuit de groep naar buiten is gekomen, blijkt namelijk niet, en kon ook nog niet blijken, dat bij de discussies over diverse detail punten steeds meer naar voren^ is gekomen, dat op den duur integratie op de één of andere ma nier van de werkzaamheden, van de verschillende organisaties, die zich met de rundveefokkerij be zighouden, niet te voorkomen zal zijn. Hoever deze integratie zal moeten gaan, is voor de werkgroep nog een open vraag. Zij is thans bezig deze ernstig te bestuderen. Het is een zeer moeilijk complex vraagstuk, dat niet op korte termijn tot een op lossing zal kunnen worden gebracht, maar waar niettemin een oplossing voor zal moeten komen. Bij het zoeken hiernaar zal met verschillende factoren rekening dienen te worden gehouden, zo als met: 1.. het afnemen van het aantal rundveehouderij bedrijven; 2. vergroting der bedrijven door vermeerdering van het aantal stuks rundvee; 3. de concentraties van K.I.-verenigingen; 4. de plannen inzake een centraal wachtstieren- annex servicestation; 5. de concentratie van de uitvoering van de melk- controle op de bedrijven; 6. de bundéling van de provinciale toezichthou dende organen, zoals hiervoor omschreven; 7. de indienststelling van de computer bij de C.M. 8. de mogelijkheden, die deze computer ook biedt voor andere activiteiten op het gebied van de rpnd vee verbeter ing 9. de voortschrijding van de techniek, voor zo ver deze betrekking heeft op activiteiten in onze sector (diepvriessperma, analyse-methoden, roktechnieken etc.); 10. de voortgaande stijging van het kostenpeil. MET de hiervoor genoemde factoren zijn zeker nog niet alle facetten van het probleem naar voren gebracht. Er zijn er nog meer, zoals de voor lichting, het verlenen van de voor de bedrijven geëigende diensten enz. Over elk van de opgesom de punten zou nog wel het een en ander te schrij ven zijn, hetgeen echter vooralsnog achterwege zal blijven, omdat het in dit stadium nog slechts gaat om het onderkennen van de feiten op zich en hun onderlinge samenhang. Hierbij kan er van uitge gaan worden, dat op het gebied van de veeverbe tering drie kolommen kunnen worden onderschei den, t.w.: 1. de melkcontroleverenigingen, die in de mees te provincies ook een fokverenigingsadmini- stratie voeren; 2. de Stamboeken; 3. de K.I.-verenigingen. De vraag waar het in wezen uiteindelijk om gaat, is deze: hoe kunnen de werkzaamheden van deze organisaties en die welke daarmee zeer nauw zijn verwant, zodanig op elkaar worden afgestemd, dat zij voor de rundveehouders nu en in de toekomst het hoogste nut afwerpen? VOOR zover de werkgroep dit in dit stadium van zijn onderzoek kan beoordelen, zijn er in principe 4 oplossingen mogelijk. Naarmate de kwaliteit van het gras blad), is bijvoedering eerder verantw Deze zijn: a. de drie hiervoor genoemde groepen met de daar mee zeer nauw verwante organisaties tot één samen te bundelen, waarbinnen alle werkzaam heden in desbetreffende afdelingen zullen wor den verricht; b. de organisaties te handhaven doch hun admini stratieve werkzaamheden centraal te laten ver richten (men denke aan de computer); c. de bestaande organisaties en de uitvoering harer werkzaamheden onveranderd te laten, doch een landelijk orgaan voor overleg te cre- eren, waarin onderwerpen, die van gezamenlijk belang zijn, besproken kunnen worden; d. geen wijzigingen in de bestaande toestand aan te brengen. Het sub d. genoemde is voor de leden van de werkgroep geen discussiepunt, omdat het. irreëel is. Blijven dus over de andere drie mogelijkheden. Deze zullen nu diepgaander worden bestudeerd. Daarbij zal naar verwachting ook gebruik gemaakt kunnen worden van de resultaten van de Coördina tiecommissie, die onder leiding van Prof. Dr. Ir. R. D. Politiek tot taak heeft richtlijnen op te stellen en wenselijkheden naar voren te brengen in ver band met een eventueel verder gebruik van de C.M.D.-computer dan voor de verwerking van de melkcontrolegegevens alleen. IN het voorafgaande is weergegeven, wat de werkgroep tot dusverre in haar betrekkelijk korte bestaan heeft gedaan en wat zij nog heeft te doen. En dat laatste is nog veel. Intussen zullen in onze sector fusies en besprekingen daarover wel doorgaan. Dat kan naar het oordeel van de werk groep zeker zijn nut hebben, mits ten aanzien van nieuwe investeringen de nodige voorzichtigheid betracht wordt. Immers, zolang redelijkerwijze niet vaststaat, dat de optimale concentratie is bereikt, kunnen nieuwe investeringen, die grotere bedragen vergen, later ongewenst blijken te zijn geweest, of moeilijkheden opleveren, wanneer een nog verdere samenbundeling van krachten nodig zou blijken te zijn. IN dit verband doet de werkgroep gaarne nog maals een beroep op alle organisaties haar in kennis te stellen van reorganisatieplannen. Ook houdt de werkgroep zich aanbevolen voor kritische slechter wordt (meer stengel, minder opmerkingen, waartoe de lezing van dit overzicht zou kunnen leiden. Het secretariaat van de Werkgroep Organisatie vraagstukken Rundveefokkerij is gevestigd te Den Haag, Stadhoudersplantsoen 24. De werkgroep zegt harerzijds gaarne toe, dat zij van tijd tot tijd nadere mededelingen zal doen over de ontwikkeling van haar werkzaamheden. De be doeling van deze en toekomstige publicaties is voor al de discussies op een breed vlak op gang te bren gen. Zodra dit gereed is, zal een rapport door de werk groep aan de betrokken organisaties worden uitge bracht. KWEEK LANGS PERCEELSKANTEN is een op dringerig gevaar en het dringt ongemerkt verder het perceel binnen. Zeer goed is kweek te bestrijden door per 1.000 meter over een breedte van een halve meter 4 liter Weedazol T.L. of 4 liter Aamitrol C.T. C. te spuiten. Inplaats van genoemde middelen is het ook mogelijk Dalapon gemengd met M.C.P.A. te gebruiken. Spuit tijdens windstil weer want door overwaaien kan ernstige schade aan de gewassen ontstaan. WINTERTARWE die te zwaar staat geeft veel narigheid door legering waarvan moeilijk oogsten mislukken van een ondervrucht en een tegenval lende opbrengst het gevolg is. Spuit op te zwaar wordende tarwe bij een gewaslengte van 30 cm 2-2'/2 liter CCC. U moet daarmee niet wachten tot de tarwe in de aar staat, want dan is het beslist te laat. HOOIGRAS dat geventileerd zal worden is ge schikt om in te schuren als het een droge stof gehal te heeft van minstens 65 Schudt het hooigras veel en intensief zodat het regelmatig droog wordt. Begin met het venileren zodra het hooi binnen is zodat het geen gelegenheid krijgt in elkaar te zak ken. JONGE KALVEREN zijn erg vatbaar voor be smetting met maagdarmwormen en longwormen. Een lichte besmetting is wel gunstig om immuni teit op te bouwen. Een zware besmetting moet u voorkomen door de kalveren steeds te weiden op gemaaide percelen. Breng de voorjaarskalveren niet naar buiten voordat ze 3 maanden oud zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 9