TER BORG MENSINGA's OPRAAPPERS in de nu ook een BORGA populaire prijsklasse! MACHINEFABRIEK N.V. APPINGEDAM TELEFOON 05960 - 2033 De werkgroep organisatievraagstukken rundveefokkerij Een volbloed Nederlandse machine, die de Nederlandse oogst op tijd aan kan! NIEUW! Knappe vindingen maken deze pers extra handig in het gebruik, met nóg meer bedrijfszekerheid VEILIG! Veelvoudige beveiliging van een hoog werktèmpo. Geen tijdverlies door stagnaties op het veld. DOELMATIG! U kunt met deze pers zowel lichte als zware balen persen, met een capaciteit die aanzienlijk hoger ligt, dan U van deze populaire machine zou verwachten! Vraag in ieder geval prospectus met uitvoerige inlichtingen. Dat loont de moeite! KA ET de gehele wereld is ook die van de rund- 1 veehouderij in hoge mate in beweging. Om dit te bewijzer. behoeven geen voorbeelden te wor den gegeven, daar de feiten dit dagelijks duidelijk maken. Aanpassing aan veranderende omstandig heden is daarom noodzakelijk. Dit geldt ook voor de rundveehouders en hun organisaties, welke zich met de veeverbetering bezighouden. Wat de laatste, de organisaties, betreft, kan de vraag gestéld wor den: 1. of zij wel voldoende met de ontwikkeling reke ning houden, en 2. of het gevaar niet aanwezig is, dat bij het stre ven naar aanpassing langs elkaar wordt heen gewerkt. Deze vraag lijkt gerechtvaardigd, omdat ondanks alle ernstige pogingen, welke worden gedaan om „bij de tijd" te blijven, toch moet worden gecon stateerd, dat het antwoord op de gestelde vraag niet geheel bevredigend kan luiden. Dit is op zich zelf ook niet zo verwonderlijk, omdat de proble men, waarmee ook de organisaties geconfronteerd worden, zeer complex zijn. OOK het dagelijks bestuur van het Nederland- sche Rundvee Stamboek is zich hiervan be wust en daarom besloot het in de herfst van 1967 een vergadering te beleggen met de voorzitters van de provinciale bonden van fok- en controlevereni gingen en van de provinciale bonden van K.I.-ver- enigingen, gevestigd in het werkgebied van dit Stamboek. De bijeenkomst vond plaats op 16 no vember 1967. Het doel hiervan was tweeërlei. In de eerstè plaats ging het er om de verschillende organisatorische probemen in grote lijnen in een beperkte kring te bespreken met de voormannen uit onze provincies. In de tweede plaats om te over wegen, of het niet gewenst zou zijn uit de voor zitters een kleine werkgroep te formeren, die tot taak zou hebben, om met medewerking van enkele adviseurs de aan de orde zijnde vraagtukken na der te bestuderen. Zonder voorbehoud mag gezegd worden, dat de vergadering aan het doel heeft beantwoord. Bij de discussies, die zeer levendig waren, kwam dui- Jongvee in de weide delijk tot uiting, hoezeer de verschillende proble men met elkaar zijn verweven en dat het daarom niet alleen gewenst, doch zelfs zeer noodzakelijk was, dat zij in hun onderling verband aan een zo diepgaand mogelijke studie zouden worden onder worpen. De werkgroep werd dan ook ingesteld. Tot voorzitter werd de heer J. Leenheer, de voor zitter van het N.R.S., aangewezen. IN een drietal vergaderingen, welke de werk groep als zodanig hield en in een tweetal bijeenkomsten, welke met alle bondsvoorzitters plaatsvonden, bleek geleidelijk aan, dat het prak tischer zou zijn, wanneer de werkgroep een lande lijk karakter zou krijgen, omdat het grootste deel van de problemen, welke aan de orde waren, van nationale aard zijn en daarom ook dienovereen komstig dienden te worden bestudeerd en zo mo gelijk opgelost. Dit leidde ertoe, dat in een bijeenkomst van voor zitters, of hun veregenwoordigers, van de Federa ties van Bonden van Fok- en Controleverenigin gen en van Bonden van K.I.-verenigingen, de Cen trale Melkcontrole Dienst, de Centrale Commissie van Toezicht K.I., de Hoofdafdeling Veehouderij van het Landbouwschap en de beide Rundvee- Stamboeken besloten werd om de bestaande werk groep door enige aanvulling een landelijk karak ter te geven. De heer ir. E. F. Geessink, adjunct directeur Veehouderij en Zuivel van het Ministerie van Landbouw en Visserij, werd bereid gevonden om het voorzitterschap van de gewijzigde werk groep op.zich te nemen. Omdat de werkgroep tot dusverre naar buiten uit nog niet veel van zich deed horen, leek het goed om in het kort iets mee te delen over haar ontstaan en ontwikkeling. Maar hiermee kan niet volstaan worden, omdat de werkgroep gericht is op de toekomst en niet op het verleden. Vandaar dan ook, dat hieronder een samenvatting wordt gegeven van hetgeen, zowel in de oude werkgroep als in de nieuwe, tot dusverre aan de orde is ge weest. BIJ de eerste oriënterende besprekingen bleek reeds, dat coördinatie van de werkzaamheden van de verschillende organisaties op het gebied van de rundveeverbetering nagestreefd zal dienen te worden. Ten aanzien van het diepvriezen van sper ma kwam de werkgroep tot de conclusie, dat dit vergaande gevolgen kan hebben op de ontwikke ling van de K.I.-organisaties. Bij volledige toepas sing ervan zou gedacht kunnen worden in eenhe den in de orde van grootte van 150.000250.000 koeien. Het is naar haar oordeel noodzakelijk nu reeds te streven naar een sterke bundeling van de activiteiten op dit gebied. Het initiatief van de Federatie van Bonden van K.I.-verenigingen om de mogelijkheden te bestuderen van een service station voor de K.I. (wachtstieren diepvries) wordt door de werkgroep sterk ondersteund. IN de werkgroep werd voorts besproken een nota van de Directie Veeteelt en Zuivel over „De organisatie van de rundveeteelt op provinciaal niveau". Het gaat hier om een bundeling van de instellingen, die zich in de provincie bezighouden met het toezicht op de uitvoering van veefokkerij maatregelen of met de uitvoering van algemene maatregelen ter verbetering van de rundveestapel. Deze instellingen zijn: de Provinciale Veeverbete- ringscommissie, de Provinciale Commissies van Toezicht op de K.I., de Provinciale Melkcontrole Diensten en de Provinciale Commissie voor het Melkbaarheidsonderzoek. Met de gedachte om deze provinciale instellingen tot één provinciale stich-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 8