wF merken hierbij op dat binnen de E.E.G. een
intensief ruilhandelsverkeer tot ontwikkeling
komt. Hierbij worden de verschillende kwaliteiten op
die plaatsen afgezet waar de hoogste opbrengsten
mogelijk zijn. Een bekend verschijnsel is dat uit ons
land achtervlees naar Frankrijk en Italië wordt ge
ëxporteerd, terwijl voorvlees uit Frankrijk wordt in
gevoerd.
Goldbey
in
Zeeland
Rundvleesproduktie
in de
belangstelling a)
6
A LHOEWEL drs. W. L. A. Lockefeer te Hulst, zoals uit een ingezonden
stukje in de P.Z.C. blijkt, niet de Zeeuwse primeur heeft van de im
port van een Arabische volbloedhengst, zijn enthousiasme waarmee hij over
zijn importervaringen (een verhaal apart!) en de belangstelling hiervoor in
de paardenwereld vertelt is bijzonder groot. Even om de zaak recht te zetten:
de heer Lockefeer heeft nooit verteld dat zijn hengst de eerste Arabische
volbloed in Zeeland zou zijn. Wel de eerste goedgekeurde Arabische hengst
in Zeeland die ter dekking gesteld.
rwE heer Lockefeer komt er graag voor uit. Pony's en paarden zijn voor hem
V en zijn gezin een hobby. Dat hij daarbij ook de economische en dug com
merciële kant in de gaten houdt ligt voor de hand. Begonnen als zuivere lief
hebberij, uit gezondheidsoverwegingen en uit opvoedkundig oogpunt voor de
kinderen werd alweer 'n tijd geleden met een Shetlandpony gestart. Overgang
naar de iets grotere Engelse Dartmoor-pony beter geschikt voor het beoogde
doel, sport, was maar een kleine stap. Van het een kwam het ander en ook aan
de fokkerij werd aandacht besteed. Uitgangspunt prima fokmateriaal! Nu is
de heer Lockefeer voorzitter van het Ned. Dartmoor-pony Stamboek. De vol
gende stap was de interesse voor het grootste type pony de Haflinger. En van
de Haflinger, die van oorsprong origineel Arabisch bloed voert, is de aankoop
van de Arabische volbloedhengst Goldbey niet zo verwonderlijk meer. En
daarmede de mogelijkheid voor de heer Lockefeer zelf tot het herinvoeren van
origineel Arabisch bloed in zijn Haflingers; een veredeling die het inschrijven
van de nakomelingen in het Haflo-Arab Stamboek mogelijk maakt.
DE aankoop van Goldbey in Engeland heeft nogal wat voeten in de aarde
gehad. Eerst tijdens een vakantie in Engeland zich oriënteren bij tiental
len stoeterijen wat beschikbaar was. Toen uiteindelijk de keus op Goldbey
gevallen was, de lange weg die gegaan moest worden om dit fokprodukt los
te krijgen uit de handen van de eigenaresse Mrs. N. Bush. Zelf ophalen uit
Engeland en transporteren, uitvoeren, invoeren in Rotterdam met alle ellende
vandien was er het gevolg van. Daarna ziekte van Goldbey door een simpele
opgelopen infectie en de zorg en het werk dat deze onvoorziene omstandig
heden weer met zich mee brachten. Toen was het leed geleden en kon alsnog
de keuring, in dit geval een aparte, plaats vinden. En deze verliep zonder moei
lijkheden zodat Goldbey als (Zeeuwse) Arabische volbloedhengst voor alle
njE heer Lockefeer heeft nog meer pijlen op zijn boog. In zijn stallen heeft
hij ook de 5-jarige Iran schimmelmerrie Ghamar waarvan, met als vader
Sir Jambi, een volbloed Tripo-arabiér, in maart een volbloedhengstveulen in
Hulst is geboren. Deze heeft de naam „Ibn Jaghamar van Hulst" op zijn verdere
levensweg meegekregen. De merrie is destijds drachtig in Engeland verkocht.
Goldbey staat tijdens het dekseizoen gestationeerd bij Serrarens te Ossenisse,
waar geleider Emery van Vooren een oogje in het zeil houdt en de nodige zorg
aan hem besteedt. Lockefeer is met deze import nog verder de paardenwereld
ingedraaid, verder dan hij vroeger vermoed zal hebben. Hij ziet de kruisings-
produkten van zijn hengst met selectief uitgezochte en gelimiteerde merries
ideaal voor het Zeeuwse sportpaard in opkomst!
BI.
paarderassen voör dekking" beschikbaar is. Het hekgeld bedraagt TI75,— ën
liefhebbers hebben, aldus de heer Lockefeer, de mogelijkheid om tegen een
betaalbare prijs een prachtig veulen te fokken.
POLDBEY, Lockefeer's Arabische volbloedhengst, is 'n goudvos (chestnut)
U met nagenoeg witte manen, een lichte staart, wit achterbeen, links en
rechts voor een witte voet, een elegant doorlopende smalle bfes, géboren op
23 april 1966, gefokt *n Engeland in het Graafschap Cambridgeshire door Mrs.
N. Bush; in Engeland ingeschreven in 't Reg. Arab. Horse Stud book volume
XI No. 613/66, en onder No. A 279 in het Nederlands Arabisch Paardenstam
boek.
De afstamming van Goldbey gaat bewijsbaar terug tot afkomst uit de woes
tijn. Eén van zijn direkte voorouders is de door ontdekkingsreizigster Lady
Anne Blunt in 1881 in de woestijn gekochte en in Engeland geïmporteerde
Rodania. 'Ook komt in de bloedlijn zowel van vaders als van moeders zijde de
eveneens door Blunt geïmporteerde hengst Messaoud voör.
Van de afstamming van Goldbey, met veel kampioenenbloed in de bloedlijn,
vermelden wij zonder volledig te kunnen zijn, voor de „insiders" de volgende
bijzonderheden.
Vader (Blue Domino (v) Rissalix (v) x Niseyra (m)
Ludo (Rithyana (m) Raktha (v) x Rishyana (m)
Moeder (Grey Owl (v) Raseem (v) x Naxina (m)
Abeya (Rufeiya (m) Aluf (v) x Ranya II (m)
In beide stammen komt als voorouder de beroemde Arabisch importhengst
Skowronek voor.
KORTE SCHETS VAN DE HUIDIGE SITUATIE
Ir. W. L. HARMSEN.
[^E rundveemesterij is in het verband van de
Zeeuwse akkerbouwbedrijven altijd een niet te
verwaarlozen nevenbedrijf geweest. Als redenen gel
den het tot waarde brengen van verschillende bij-
produkten, de benutting van minder geschikt bouw
land en van de beschikbare arbeid, vooral in de
winterjferiode.
In de afgelopen jaren lag het prijspeil bij aankoop
van het jonge en magere uitgangsmateriaal in door
snee niet gunstig t.o.v. het prijsniveau op de vlees
markt. Een belangrijke oorzaak hiervan is de sterk
uitgebreide en goed renderende kalvermesterij (voor
export) welke de prijzen van de nuchtere kalveren
opdrijft. Daarnaast zien we landelijk vooral sedert
1967 een uitbreiding van de veestapel, in het bijzon
der ook van het aantal melkkoeien, mede als gevolg
van een minder renderende rundveemesterij. Er wer
den minder dieren voor de mesterij bestemd.
De zelfvoorzieningsgraad voor rundvlees biedt in
ons land nog de nodige ruimte. De jaarlijkse produk-
tie bedraagt ca. 85 van de consumptie. Dit ver
schijnsel doet zich gemiddeld in nog wat sterkere
mate voor in andere E.E.G.-landen.
Gezamenlijk hebben we een jaarlijks tekort va
riërend tussen 400.000 en 600.000 ton rundvlees. In
1967 was de netto-invoer in ons land ruim 53.000 ton
en we moeten er mee rekenen dat onder de thans
geldende omstandigheden 150.000 tot 200.000 slacht-
runderen (of 'het vlees hiervan) dienen te worden in
gevoerd om aan de vraag te voldoen. Hieroij is ook
van invloed dat de varkensvleesproduktie zich, niet
tegenstaande goede prijzen bij toegenomen export,
niet zodanig heeft uitgebreid als aanvankelijk werd
aangenomen. De kapitaalbehoefte voor investering in
deze veredelingssector zal hieraan niet vreemd zijn.
Bovendien voelt zich niet elke ondernemer geroepen
tot de vereiste vakmanschap. Uitbreiding is over
wegend het gevolg van grotere bedrijfseenheden bij
een afnemend aantal ondernemers.
Dit voorjaar liggen de prijzen voor slachtvee onge
veer 0,45 per kg geslacht gewicht hoger dan een
jaar geleden als gevolg van het rundvleestekort in de
E. E. G. Door import kan hierin alleen tegen hoge
prijzen wegens marktbeschermende maatregelen wor
den voorzien.
MET de huidige melkveestapel van tegen de 2
millioen koeien gaat een produktie van ruim
1.950.000 kalveren gepaard.
Het aantal slachtingen van rundvee bedraagt
nuchtere kalveren uitvoer inbegrepen 100.000
gras- en vette kalveren 800.000
jongere en oudere koeien 430.000
pinken en vaarzen 220.000
stieren en ossen 150.000
totaal per jaar
uitvoer van fok- en gebruiksdieren
gedestrueerde runderen 10.000
gedestrueerde kalveren 200.000
totale destrukties
totale afvoer
1.700.100
40.000
210.000
1.950.000
Ongeveer 800.000 stuks mestvee leveren de totale
Nederlandse rundvleesproduktie. Van de binnenland
se dieren werd in 1961 189.000 ton vlees verkregen
tegen 213.000 ton in 1968. De produktie liet in 1963
als gevolg van abnormaal grote uitstoot door de te
lage prijzen in 1962 een top zien van 253.000 ton.
MET jaarlijks verbruik van rundvlees is ongeveer
260.000 ton, of ruim 20 kg per hoofd. Het ge
middelde geslacht gewicht van het mestvee varieerde
in die jaren tussen 260 en 170 kg. Verhoging van de
vleesproduktie zal allereerst gezocht moeten worden
in verhoging van het geslacht gewicht.
Uit de categorie nuchtere kalveren, waarvan het
aantal slachtingen (afvoer naar de destruktor buiten
beschouwing gelaten) tot beneden 100.000 dieren is
gedaald, kan praktisch geen uitgangsmateriaal meer
worden verkregen.
De kalvermesterij, waartegen de rundveemesterij
(nog niet kan concurreren, beweegt zich in stijgen
de lijn. De mestduur van hoogstens 4 maanden is
kort, d.w.z. de omzetting snel, terwijl landelijk gezien
meer dan genoeg stalruimte op deze „industriebedrij-
ven" aanwezig is. Vergeleken met de stierenmesterij,
welke overigens nog de beste kansen heeft, kunnen
in dezelfde produktieperiode 3 4 vette kalveren wor
den afgeleverd.
WAT het aantal jaarlijks geslachte koeien betreft
is de uitstoot van demelkveestapel overwe
gend als een, overigens economisch aantrekkelijk, bij-
produkt van de melk te beschouwen. Het zit er niet
in dat het aanbod van 400.000 tot 450.000 slacht
koeien per jaar veel zal toenemen. Eventuele preimies
voor afslachting van melkkoeien in de E. E. G., zoals
het Plan Mansholt oppert, laten we hier buiten be
schouwing.
Grote wijzigingen in het aanbod van pinken en
vaarzen voor de mesterij is evenmin te verwachten
of het zou moeten zijn dat de kalvermesterij bij ge
brek aan stierkalveren nog meer vaarskalveren gaat
opzetten. Dit zal dan echter een vermindering van de
geproduceerde vleeshoeveelheid betekenen.
Uitbreiding van het aantal ossen en stieren voor de
rundvleesproduktie kan alleen worden bereikt door
uitgangsmateriaal aan de kalvermesterij te onttrek
ken. Zoals de siuatie nu ligt bestaat het aanbod hier
voor zeer overwegend uit voorjaarskalveren. Hiervan
worden er nog meer geboren dan de bestaande over
het gehele jaar overigens ruime hokcapaciteit voor
de kalvermesterij kan opnemen.
Na deze situatieschets zullen we ons in een volgend
artikel bezig houden met bepaalde ontwikkelingen
die tot een economisch verantwoorde uitbreiding van
de rundvleesproduktie (zouden! kunnen leiden.