Vlas is niet vervang!
Een fantastisch pro(
D
A1
12
Welke toekomst
voor
het vlas?
De toekomstmogelijkheden voor rendabele
en -verwerking hangen ten nauwste samen met I
men erin zal slagen tot een rationele en industriël
king yan het strovias te komen! Over de stand
dienaangaande handelt onderstaand artlkeL
(kc
bre
kin
telt
sch
gaa
ink
tor
woi
wai
de
drij
drij
vini
rek
van
nes
geit
was
pral
D
ïeer
Ven
ken
tot
om
mee
alle.
drij'
vlas
prol
gen.
iiesg
den.
resu
men
hoe\
de
digh
bede
rotei
Van
Voor
sterl
te o
van
veel
aan i
te R
door
derz<
bedrijven die minder verwerken dan de vlasop
brengst van 30 ha De rest, behoudens dan enkele
grotere, zijn veelal twee- of driemansbedrijven
die het hoofd ook niet veel langer boven water
zullen kunnen houden. België laat in grote lijnen
hetzelfde beeld zien. Alleen in Frankrijk hebben
vlasteelt en vlasindustrie zich behoorlijk kunnen
handhaven. Maar. dit alleen door een ver door
gevoerde steun van de Franse overheid. Maar ook
in 1968 bleek in Frankrijk het vlasareaal sterk te
zijn teruggelopen, dit ten gunste van de graan-
sproken worden zonder de andere er daarbij di-
rekt te betrekken. Zo is de prijs, die de teler voor
zijn vlas betaald kan worden, afhankelijk van de
verwerkingskosten die de vlasser moet maken
voor de bewerking daarvan. Maar de prijs die de
vlasser voor zijn produkt maakt hangt ten nauw
ste samen met de prijs die de industrie bereid is
voor de garens te betalen. En die prijs is o.m. weer
afhankelijk van de toepassingsmogelijkheden bij
de verwerking in de produkten. En uiteindelijk
komen dan de afzetmogelijkheden om de hoek
kjjken n.l. de vraag van de consument
uit het oogpunt van vrucht wisseling (in het toch
al zo begrensde bouwplan) als dekvrucht. Een
gemiddeld Nederlands areaal van zo'n 18.000 ha
zou bij een rendabele vlasprijs geen problemen
met zich mee brengen en vele akkerbouwers zon»
den deze kans met beide handen aangrijpen.
UOOR de vlasser ligt de zaak beslist anders. Dé
heer Vanneste rekent ons voor. Eén kg onge-
repeld vlas levert naast de kg- en afvalproduktea
11,7 lint als hoofdprodukt en 6,3 aan lokkje®
IN grote lijn, en'de vooroorlogse jaren omstreeks
1932 en '45 daarbij buiten beschouwing latend,
is sinds 1964 weer de klad in het vlas gekomen.
De uitzaai van het Nederlandse vlasareaal liep in
.enkele jaren tijds tot minder dan Va van de opper
vlakte terug. In 1964 werd nog ruim 30.000 ha in
gezaaid, in de jaren 1967 en 1968 was het areaal
ingekrompen tot ca. 10.000 ha. Ook de Nederland
se vlasverwerkende industrie laat een ingrijpen
de teruggang zien. Werd in 1964 in een 300 be
drijven en bedrijfjes nog een vlasopbrengst van
ruim 9000 ha verwerkt er zijn er nu nog maar zo'n
190 van over dié in totaal zo'n 3000 ha verwerken.
En van deze bedrijven zijn er ca. 120 éénmans-
teelt, in verband met de voor Frankrijk aantrek
kelijke E.E.G.-graanprijzén.
Eén van de grotere Nederlandse vlasverwerken-
de industrieën is de Coöperatieve Vlasfabriek
„Dinteloord" te Steenbergen met een arbeidsbe-
zetting van ca. 80 man. En deze Coöp. vlasfabriek
is bezig met een ingrijpende reorganisatie van z:'n
bedrijf. Dit was dan ook de reden van ons gesprek
met de direkteur de heer W. Vanneste.
De heer Vanneste splitste in het gesprek de pro
blemen van het vlas in een drietal punten die alle
nauw met elkaar verbonden zijn. Er kan, zo stelt
hij, niet over één van deze onderdelen alleen ge-
IYE vlasteler zit aan het begin van een lange
vlaspröduktieketen en heeft de laatste j.uen
zich genoodzaakt gezien het areaal sterk in te-
krimpen. Toch is de bij een goede kwaliteit vlas,
zeker in 1967, de geldelijke opbrengst per ha met
ongunstig geweest. Vergelijking met andere ge*
wassen laat bij een renta'oiliteitsberekening vast
een zestal landbouwgewassen in de IJsselmeer®
polders zien dat na veld.beemd 1200,het vlas
met een saldo van 1180,uit de bus komt bij
een prijs van 23 cent de kg en een opbrengst v&s
8000 kg/ha. Tarwe bij ƒ36 brengt ƒ1170,-— op bij
4800 kg/ha.
Landbouwkundig is vlas een ideaal gewas 20W€>!