Toekomstperspectief
voor de
Nederlandse fruitteelt
8
A''V
■H wm. 'a£
\*Z V>:^.:r -
- X:ykL-y
OP KORTE TERMIJN NIET ROOSKLEURIG
OP LANGERE TERMIJN VERBETERING
De levenskrachtige bedrijven in ons land moeten door de moeilijke periode heen geholpen worden.
OP initiatief van de afdeling Tuinbouw van het
K. N. L. C. hebben de 3 C. L. O.'s in overleg
met de N. F. O. een werkgroep ingesteld om te
rapporteren over de toekomstmogelijkheden voor
de Nederlandse fruitteelt. Behalve genoemde or
ganisaties werd tevens samengewerkt met het
Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen.
Door de werkgroep is kortgeleden het eindrap
port ingediend. Dit rapport is op een tijdstip ver
schenen dat er dringend behoefte aan was, want
de toekomst van onze fruitteelt is vooral 't laatste
halve jaar vaak onderwerp van gesprek geweest.
Het verslag van de werkgroep munt uit door
duidelijkheid. Behalve op de sterke punten van de
vaderlandse fruitteelt, worden ook de zwakke pun
ten onverbloemd en scherp naar voren gebracht.
Dat hebben we in vorige rapporten wel eens gemist.
Het verslag wint er ons inziens door aan waarde.
Het belangrijkste uit het rapport wordt in dit
artikel beknopt weergegeven. We merken vooraf
op, dat het bij herhaling gevoerde pleidooi voor
„grotere bedrijven" wellicht menigeen zal irriteren.
Het klinkt evenwel meer aanvaardbaar als men
weet dat hiermee geen mammoetbedrijven van 50
ha of meer worden bedoeld, doch dat ook bedrijven
van 4-5 ha tot de grotere worden gerekend.
MOEILIJKE JAREN
De werkgroep wijst erop, dat het aanbod van
appels en peren in Europa sneller is toegenomen
dan de vraag, vandaar de huidige moeilijkheden.
Men verwacht dat de druk op de prijzen in de ko-
verwachten, terwijl dit voor de peren enige tijd
later mogelijk is.
CONCURRENTIEPOSITIE
Kan de Nederlandse fruitteelt op de lange duur
de concurrentie tegen het buitenlandse fruit vol
houden? Dit wordt bepaald door een aantal facto
ren.
Klimaat en bodem zijn redelijk geschikt voor de
teelt van appels en peren, hoewel met dit voorbe
houd dat er nogal verschil is tussen de gebieden.
Het zuidwesten heeft het gunstigste klimaat, gun
stiger dan b.v. in het noorden en oosten van ons
land. De indruk is dat in verschillende delen van
de Betuwe grond en klimaat niet optimaal zijn,
terwijl dit toch nog altijd het grootste fruitgebied
van ons land is.
In sommige jaren is het klimaat in ons land voor
bepaalde rassen zo ongunstig (koude, natte zomers
met weinig zon) dat de vruchten onvoldoende op
kleur, grootte en smaak komen. Dat geldt voor di
verse pererassen, doch ook voor Jonathan en Gol
den Delicious. Daarentegen zijn er ook in koele,
natte zomers geen moeilijkheden met rassen als
Goudreinette, Cox's en Conference.
Wat de ligging betreft verkeert Nederland in een
zeer gunstige positie, wat tot uiting komt in naar
verhouding lage transportkosten.
Ten aanzien van het kapitaal is de positie van
Nederland echter weer nadelig. Allereerst door het
ongunstige fiscale klimaat en verder door de sub
sidiepolitiek van de overheid in vele concurreren
de landen.
TE VEEL KLEINE BEDRIJVEN
Uit de studie van de werkgroep is naar voren
gekomen dat wat betreft bedrijfsgrootte, leeftijds
opbouw van de boomgaarden en kwaliteit van het
geproduceerde fruit de situatie van dë Nederland
se fruitteelt niet ideaal is. In de meeste andere
produktiegebieden in de E. E. G. lijkt de situatie
echter op deze punten veel op die in ons land.
Ook daar kon het heel wat beter zijn!
Het grootste knelpunt in de structuur van de
produktie is de versnippering van het Nederland
se appel- en perenareaal. Dit is af te lezen in de
hierna volgende cijfers, die verkregen zijn door
omwerking van de cijfers van de mei-telling 1966.
Onder „fruit" zijn naast appels en peren ook ker
sen en pruimen opgenomen.
Nevenbedrijven en ge-
Gemengde landbouw/
spec. fruitbedrijven
veehouderijbedrijven
Aantal
opp.
Aantal
opp.
fruit
fruit
in ha's
in ha's
tot 1 ha 5750
2200
tot 1 ha 8700
3000
1—4 ha 3400
6950
1—3 ha 3600
6150
4—8 ha 1250
7000
3—5 ha 1200
4600
boven 8 ha 600
7100
boven 5 ha 1200
10900
11000
23250
14700
24650
Volgens de huidige bedrijfseconomische maat
staven ligt (volgens de werkgroep) de beneden-
grens, waarbij een rationele fruitproduktie nog
De pakstations in Italië zijn met royale steun van de overheid gesticht.
Voor peren ziet de werkgroep iets meer kans op meevallers met de prijzen
(in bepaalde jaren) dan voor appels.
mende jaren zal aanhouden, waardoor de meeste
fruitbedrijven in West-Europa niet rendabel zul
len zijn. Op korte termijn is de positie van de
Nederlandse fruitteelt dan ook niet rooskleurig.
Vooral de export van appels zal nog verder terug
lopen en de binnenlandse vraag zal eerder afbrok
kelen dan toenemen.
Op langere termijn verwaeht men verbetering.
Na 1972 zal het aanbod van appels afnemen en dat
van peren enkele jaren later ook. Na 1975 is on de
Nederlandse markt herstel van de appelprijzen te
Tenslotte de arbeid. Het aanbod is voldoende en
lijkt ook in de toekomst geen probleem te wor
den, tenzij het bedrijf voor jonge ondernemers nog
onaantrekkelijker gemaakt wordt dan thans het
geval is.
Bezien we de factoren die op de lange duur de
concurrentiepositie van de Nederlandse fruitteelt
bepalen, dan lijkt de positie niet bijzonder sterk.
Vooral door de gunstige ligging ten opzichte van
de afzetgebieden is het evenwel mogelijk in be
paalde gebieden van ons land een levensvatbare
fruitteelt te handhaven.
mogelijk is, in de orde van grootte van 5 ha. Dit
mede gezien de investeringen in machines, enz.
en de noodzaak dat de ondernemer een volledige
dagtaak heeft.
Deze norm geldt uiteraard voor de gespeciali
seerde fruitbedrijven. Voor fruitteelt op het ge
mengde bedrijf kan dit anders liggen, b.v. bij 34
ha.
Gezien deze cijfers komt de werkgroep tot de
zeer belangrijke conclusie dat het grootste deel
van onze fruitbedrijven ook bij een herstel van
het prijsniveau op den duur bedrijfseconomisch