Onkruid- bestrijding in bieten na opkomst 1* R.L.V.D. Goes Axei P. VERHAGE QOK al waren de omstandigheden dit voorjaar gunstig voor de werking van de bodemherbi ciden, ongetwijfeld doen er zich toch weer gevallen voor waar na opkomst een dusdanige bezetting met onkruid voorkomt dat gevreesd moet worden dat de Pyramin het laat zitten. Daarnaast zijn er ook per celen bieten waar, om welke reden dan ook, voor op komst geen Pyramin gespoten werd. In beide geval len is de vraag wat men tegen het onkruid in reeds bovenstaande bieten kan doen. Vooropgesteld moet worden dat er na toediening van Pyramin, vrijwel steeds enig onkruid (opslag) bovenkomt dat echter ook weer snel verdwijnt. Kon- stateert men reeds voor opkomst (te veel) onkruid, dan kan tot tegen de opkomst nog met Reglone of Gramoxone gespoten worden. IN ZEER JONG STADIUM SPUITEN Voor de bestrijding van reeds aanwezig onkruid zijn er twee middelen beschikbaar. Betanal en Pyramin Citowett. Voor beide middelen geldt dat de meeste onkruidsoorten in zeer jong stadium moeten ver keren om van succes verzekerd te zijn. Hier staat of valt het effekt van de bestrijding mee. Zodra het on kruid meer dan twee echte blaadjes heeft gevormd valt de bestrijding tegen, vooral bij hardnekkige on kruiden zoals kamille en varkensgras. Grasachtigen en wortelonkruiden worden praktisch niet bestreden. De bieten verdragen een behandeling over het alge meen goed. De kiemblaadjes moeten gestrekt zijn, dit Is meestal 7 a 8 dagen na opkomst het geval. WANNEER BESTE RESULTATEN? De beste resultaten worden bereikt bij zonnig niet te schraal weer. Bij schraal weer kan men beter wachten tot tegen de avond. Regen kort na de be handeling maakt de middelen onwerkzaam. Geadviseerd wordt niet meer dan 300 liter water per ha te gebruiken, zorgvuldig te mengen en na het klaarmaken van de spuitvloeistof ddrekt te spuiten en wel met een fijna druppel. Beide middelen niet mengen met een insekticide. Van Betanal wordt gebruikt 6 tot 7x/2 liter, onder ideale omstandigheden kan met 6 liter worden vol staan. De kosten per ha bedragen 140,- tot 170,- per ha. Pyramin Citowett, waarvan men resp. 3 a 4 kg 2 liter (Citowett is een uitvloeier) nodig heeft, komt op 120,tot 150,per ha. INDIEN VOOR OPKOMST NIET GESPOTEN IS In die gevallen dat er vóór opkomst geen Pyramin gespoten werd, heeft Pyramin -f Citowett het voor deel dat men zich ook van een zekere nawerking ver zekert. Betanal heeft geen enkele nawerking terwijl dit toch, met het oog op zwarte nachtschade bijv., van groot belang kan zijn. Op percelen waar er muur van betekenis voorkomt is Pyramin Citowett ech ter minder bedrijfszeker en wordt aangeraden Be tanal, maar dan met toevoeging van 3 kg Pyramin, te gebruiken. Ook kan in dit geval Venzar aan de Betanal wor den toegevoegd. In 1968 gaf dit mengsel zeer goede resultaten. Op percelen met grasachtige onkruiden verdient Venzar zelfs de voorkeur boven Pyramin. Van Venzar wordt op grond met minder dan 30 afslibbaar en minder dan 5 humus 0.75 kg, op zwaardere grond en bij meer dan 5 humus 1 kg per ha gebruikt in kombinatie met Betanal. RIJENBEHANDELING Tenslotte kan ook nog gewezen worden op de mo* gelijkheid om, gezien de hoge kosten, rijenbehande» ling toe te passen. Er kan dan tussen de rijen schoffeld worden, een bewerking die als grondbehaffc? deling weliswaar meestal overbodig, maar anderzijds bij aanwezigheid van wortelonkruiden toch nood zakelijk is. BLIND OF TASTEND DUNNEN VAN BIETEN Tot onze spijt is bij het in ons nummer van de vorige week geplaatste artikel over blind of tastend dunnen van bieten weggevallen dat ir. J. A. Hoenderken, R.L.V.D. Goes, de schrijver daarvan was. NIET BEZUINIGEN OP WANDKONSTRUKTIE In veel oude schuren is een houten wandkonstruk- tie niet verantwoord toe te passen. Daarom zal steeds ter plaatse met een aannemer moeten worden be keken welke materialen het beste kunnen worden ge bruikt. In dê praktijk blijkt echter, dat men in veel ge vallen op de wandkonstruktie probeert te bezuinigen. Bovendien wordt in veel bewaarplaatsen reeds 4 m storthoogte aangehouden, hoewel de wanden daar vaak niet op zijn gebouwd. Het is dan ook begrijpelijk dat iedere winter van een aantal bewaarplaatsen de wanden het begeven, omdat de druk van de aardappelen is onderschat. Zo bedraagt de totale zijwaartse druk per strek kende meter wand bij 3 m storthoogte 675 kg en bij 4 m storthoogte 1200 kg BELUCHTINGSSYSTEEM In een goede bewaarplaats bestaat het beluchtings- systeem bij voorkeur uit een ondergronds lucht- kanaal, waarbij de ventilator in de interne ventilator koker is geplaatst. De verdere beluchting vindt dan plaats via de bekende lattenroosters. Een geheel vlakke vloer wordt verkregen door het aanleggen van ondergrondse zijkanalen. Een vloer met een volledig ondergronds beluch tingssysteem werkt gemakkelijker bij het mechanisch oprapen van aardappelen. Vooral wanneer nog geen betonvloer aanwezig is, verdient deze vloer alle aan dacht. Het plafond dient bij voorkeur op minstens 4 m hoogte aangebracht te worden. Een houten zolder met hierop stro voor isolatie is voldoende. De deuren dienen bij voorkeur 4 m breed en 4 m boog te zijn. De plaats van deze deur(en) is erg belangrijk. Wanneer de bestaande buitenwanden moe ten worden vernieuwd, is het verstandig om buiten deuren te nemen. Vooral bij het inbrengen van de aardappelen werkt men met buitendeuren gemakke lijker dan via een veelal te smalle deel. STRO- OF VERPLAATSBARE MONTAGEWANDEN Zoals bekend is werd vroeger een bewaartempera- tuür aangehouden van ca. 2" C. Om dit te kunnen bereiken was een gesloten en goed geïsoleerde ruimte noodzakelijk en werd meestal 's nachts met buiten lucht geventileerd. De laatste jaren zijn echter veel bewaarplaatsen gebouwd waarvan 1 of 2 wanden met pakken stro en/of verplaatsbare montagewanden zijn opgebouwd, een plafond soms ontbreekt en evenals bij de tijdelijke bewaring de koellucht uit de schuur wordt aange zogen. Vooral het ontbreken van de mogelijkheid om intern te kunnen ventileren, is bij een bewaarplaats een groot bezwaar. Dóarbij ontbreekt in veel geval len zowel een regel- als vorstthermostaat, zodat de he»e bediening van de ventilatoren met de hand moet worden geregeld. Nu is bij toepassing van kiemrem- mingsmiddelen een bewaartemperatuur van 2° C niet nodig en kan worden volstaan met een bewaartempe ratuur van ca. 8°10° C. Gebleken is echter dat in niet geheel gesloten en niet goed geïsoleerde bewaar plaatsen de temperatuur in de partij aardappelen niet overal gelijk blijft. Het steeds op één vast punt af lezen van de temperatuur op de thermometer is dus niet betrouwbaar. -OPPASSEN VOOR WARMTE EN VOCHT Aardappelen behandeld met een kiemremmings- middel en bewaard bij een hogere temperatuur pro duceren meer warmte en meer vocht. Juist het afvoe ren van deze warmte en vocht is erg belangrijk, om dat dit de werking van het kiemremmingsmiddel on gunstig beïnvloedt. Teleurstellingen bij de bewaring doen zich vnl. voor langs de wanden met pakken stro, langs mon tagewanden, en vooral bovenin de partij aardappelen. Juist op genoemde plaatsen is de temperatuur in de partij erg onderhevig aan de wisselende buitentempe ratuur. Verder is het gewenst om per ventilator geen al te grote hoeveelheden aardappelen of uien te ventileren. Een goede afmeting van een bewaarplaats is 5—7 m breed en 1012 m lang. Vooral voor uien is dit belangrijk. Voor het ventileren van uien is veel meer lucht nodig dan voor aardappelen, zodat bij de keuze van de ventilator hiermee goed rekening moet worden gehouden. UITVOERING IN GEDEELTEN EN ADVIEZEN J^OEWEL de voordelen bij de bewaring van aard appelen in gebouwen aantrekkelijk zijn, zullen de kosten zo laag mogelijk moeten blijven. Dit is ak leen mogelijk door veel zelf te doen of mee te hek pen met de aannemer. Ook kan het bouwen van een bewaarplaats over een aantal jaren worden verdeeld door b.v. te beginnen met een ondergrond* beluch« tingssysteem en het plaatsen van buitendeuren. Daan na kunnen dan de wanden en het plafond aan de beurt komen. Voor de bouw van bewaarplaatsen kan men bij de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst de nodige tekenin» gen en gegevens krijgen. Daarnaast is het verstandig om met de aannemer een bezoek te brengen aan ee« bewaarplaats, welke ongeveer overeenkomt met cfc» eigen situatie.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 13