Voor moderne onkrui d bestrijding in aardappelen op basis van monolinuron en linuron Lonen en prjjzen Ossenmesterij op grasland geen winstgevende zaak 8 bestrijdt zowel breedbladige als grasachtige zaadonkruiden toe te passen na de laatste grondbewerking vóór opkomst van het gewas geeft arbeidsbesparing VlULllMJ PHILïPS-DUPHAR NEDERLAND n.v. AFD. FYT0FARMAC1E Postbus7133 Amsterdam IN de pers is ruime aandacht besteed aan het voorstel van de vakcentrales om de prijsstijgin gen van de laatste tijd te compenseren door twee procent van de premielast van de sociale verzeke ring te verschuiven van de werknemers naar de werkgevers. Een voorstel dat door de werkgevers van de hand is gewezen. Als beleidsstandpunt werd door het K.N.L.C. in genomen dat voorkomen moest worden dat de land- bouwwerkgevers een dubbele rekening gepresen teerd zouden krijgen. Een dergelijk standpunt lag Van een weidebedrijf met ossenmesterij is by de huidige prijsverhoudingen vrijwel geen winst gevende zaak te maken, zo blijkt uit onderzoek in bedrijfsverband op de Waiboerhave. Het onder zoek, waarmee in 1963 werd begonnen, heeft zeer veel waardevolle informatie opgeleverd ten aan zien van kalveropfok op vrij grote schaal, voeding en groei van ossen, graslandgebruik, voederwin ning en arbeidsverbruik bij dit in de praktijk nog weinig voorkomende bedrijfssysteem. Het onderzoek door vier Wageningse insti tuten werd uitgevoerd op een bedrijf met 28 ha grasland op rivierklei, waarop een oude schuur met relatief geringe kosten werd ingericht voor de stal ling van het mestvee. Jaarlijks werden in februari ca. 50 nuchtere stierkalveren aangekocht, die ca. twee en een half jaar later in juli als slachtrijpe ossen werden afgeleverd. Op het bedrijf werkte één man, die bij de voederwinning steunde op de hulp van een loonwerker. Het arbeidsverbruik bedroeg in 1966/67 ruim 2600 man-uren. Arbeidstoppen werden veroorzaakt door de kalveropfok en soms door de voederwin ning. Over de periode 1964 t/m 1968 bedroeg het ge wicht van de aangekochte nuchtere kalveren ge middeld 44 kg per dier en het levend gewicht van de afgeleverde ossen 564 kg. Het geslacht gewicht bedroeg gemiddeld 306 kg. Er werd in het algemeen voldoende ruwvoer van goede kwaliteit gewonnen, waardoor met zeer wei nig krachtvoer kon worden volstaan. Het blijkt dat aan de gezondheidszorg, vooral van de jonge kalveren, veel aandacht moet worden besteed. Ook bij deze sterke jongveeconcentratie konden maagdarm- en longworminfecties op een onschadelijk niveau worden gehouden door de jonge kalveren steeds op etgroen te weiden. Maar vooral door coli-infecties was in 1966 de kalversterfte vrjj hoog. Opgemerkt moet worden dat dit onderzoek slechts inzicht verschaft in één systeem van rundvlees- produktie, namelijk de ossenmesterij op grasland. Er zijn echter, afgezien nog van de rundveemeste- rij als aanvullende produktietak op bijvoorbeeld akkerbouwbedrijven, ook voor weidebedrijven nog andere mogelijkheden. Bij het onderzoek op de Waiboerhoeve wordt thans overgeschakeld op het mesten van stieren. Deze zullen worden afgeleverd op een leeftijd van ca. anderhalf jaar. Het mestveebedrijf op de C. R. Waiboerhoeve (Resultaten van het onderzoek in 1966/ 1967). Verschenen als Mede deling nr. 24 in de serie Nieuwe Bedrijfssystemen in de landbouw. Verkrijgbaar door storting van f 2 op giro 966643 van het P. A.W. te Wagenin- gen. in de rede omdat wie ook als de schuldigen voor de prijsstijgingen moeten worden aangewezen, de landbouw hier in ieder geval niet bijhoort. Ook de ondernemers in de agrarische bedrijfs takken hebben de kostenstijgingen moeten opvan gen hetgeen voor velen heeft betekend dat geen aandeel werd genoten in de gestegen welvaart waarin de rest van onze bevolking de laatste jaren in het algemeen wel heeft meegedeeld. De land bouw neemt voor de B.T.W. een aparte positie in, zodat ook uit dien hoofde geen bijdrage werd ge leverd aan de opgetreden prijsstijgingen. Het Centraal Planbureau kwam in het centraal- economisch plan 1969 tot de bevinding dat de in komens van de zelfstandigen in de land- en tuin bouw zijn achtergebleven bij de ontwikkeling van de lonen van de werknemers. Het heeft over de jaren 1968 en 1969 een groei van het inkomen van de zelfstandigen in de landbouw berekend van resp. 2 en 4,5 Gezien de daling van het aantal zelf standigen betekent dit per hoofd een groei van het inkomen met resp. 4 en 7 Daartegenover staan loonstijgingen van resp. 6,5 en 9 WIJ de 2 %-eis van de vakbeweging is afgewezen bestaat de mogelijkheid, dat de werknemers alsnog zullen trachten hun doel te bereiken door heropening van het loonoverleg in de bedrijfstak ken en ondernemingen. Of de rechter een open breken van c.a.o.'s zal sanctioneren moet worden afgewacht. Dit neemt niet weg dat een controverse tussen werkgevers en werknemers in de bedrijfstakken en ondernemingen tot spanningen aanleiding kan geven. Van de zijde van het N.V.V. werd eventuele stakers reeds bij voorbaat steun toegezegd. Niet be paald een verstandig en constructief voornemen. In stakingen zien wij geen oplossing om aan de moei lijkheden van vandaag het hoofd te bieden. Veel meer zien wij in een nader overleg in de S.E.R. over de vraag welke verdere maatregelen nodig zijn om de gevreesde prijzen- en loonspiraal te doorbreken. Een mogelijkheid hiertoe zal zich voordoen aan de hand van het binnenkort te ver wachten halfjaarlijkse S.E.R.-rapport over de eco nomische situatie. DE Raad zal zich tevens moeten beraden over de vraag van de regering wat gedaan kan worden ter verbetering van de positie van degenen met de laagste inkomens. De regering besloot voor dit doel 140,miljoen beschikbaar te stellen. In de sfeer van de sociale voorzieningen zal ook aandacht ge schonken worden aan de positie van de kleine zelf standigen. Dat de oplossing gezocht zou moeten worden in een tijdelijke invoering van bepaalde consumenten subsidies spreekt ons niet direkt aan. In een tijd van betrekkelijke welvaart denken wij niet in de eerste plaats aan invoering van subsidies waarvan consumenten profiteren ongeacht de hoogte van hun loon c.q. inkomen. In een dergelijke situatie ligt het veeleer voor de hand extra geld beschik baar te stellen voor de uitvoering van de Algemene ^Bijstandswet. Op deze wijze treft men een gerichte maatregel ten behoeve van degenen die terecht aanspraak op hulp kunnen maken en daarom ge holpen dienen te worden. In de S.E.R. zal voorts gesproken moeten worden over de uitgangspunten voor het sociaal-economische beleid in 1970 en vol gende jaren. Over de wenselijkheid van een derge lijk beraad kon in de Stichting van de Arbeid wel overeenstemming worden bereikt hetgeen overigens een pover resultaat was van een mislukt overleg. ■■k dustex wm

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 8