K
A
v
\J
A
Het tuinbouwbedrijf
als onderneming
Uitzendtijden
Zaterdag 19 april 1969
10.30—11.00 uur, Ned. I.
Donderdag 24 april 1969
23.00—23.30 uur, Ned. I.
LES 11.
VOORLICHTING
Welke diensten staan de tuinder ter be
schikking. De mogelijkheden voor de tuin
der over de kennis van anderen te beschik
ken. Het werk van de voorlichtingsdiensten
en onderzoekinstellingen. De taak van het
organiserende bedrijfsleven en de invloed
van de organisaties op het overheidsbeleid.
RONDOM DE TUINDER
QE tuinder krijgt in de praktijk van zijn werk te
maken met tal van problemen. Deze kunnen
betrekking hebben op de teelt, het gewas of de grond.
Ook kunnen zich problemen van financiële, economi
sche, fiscale en juridische aard voordoen. Men moet
daarom als tuinder zeer veelzijdig zijn. Natuurlijk is
het onmogelijk dat iedereen alles weet. Dit behoeft
ook niet, want er zijn heel wat diensten die de tuin
der ter beschikking staan. Dit zijn diensten van de
overheid en van het georganiseerde bedrijfsleven.
Een tuinder moet voldoende op de hoogte zijn van
de mogelijkheden die hij op dit gebied heeft en hij
moet geen drempelvrees hebben om met de betref
fende instanties in contact te komen.
KENNIS VERZAMELEN
I
Als ondernemer moet een tuinder regelmatig een
keuze doen en beslissingen nemen. Daarvoor is veel
kennis nodig, zowel bij de start van een bedrijf als
bij1 het leiding geven. De omstandigheden wijzigen
zich regelmatig en als goed ondernemer is de tuin
der verplicht zijn bedrijf steeds aan de veranderende
omstandigheden aati te passen. Vandaar dat een
goede opleiding noodzakelijk is en bijscholing nodig
blijft. Dit zowel op het gebied van de vaktechniek en
de bedrijfsvoering als op het gebied van de algemene
ontwikkeling. De tuinder moet namelijk in de situatie
blijven verkeren dat hij in staat is voldoende kennis
van anderen over te nemen. Kennis van collega's,
voorlichters en onderzoekers. Dit alles heeft men
nodig om het bedrijf in een positie te houden waarbij
een goed inkomen is gewaarborgd.
Grote ondernemers ervaren evenzeer deze nood
zaak. Zij hebben specialisten en soms wel specialis
tische afdelingen, die op het gebied van onderzoek,
personeelsbeleid, transport en organisatie de kennis
verzamelen en dit klaarmaken voor de bedrijfsvoe
ring. De individuele tuinder kan dit alles natuurlijk
niet op deze wijze doen. Vandaar dat er wordt samen
gewerkt, zodat er als groep wordt gewerkt. We zien
dit bij de afzet, de administratie en ook het onder
zoek wordt niet op het bedrijf zelf verricht. Dit wordt
met behulp van de overheid uitgevoerd. Daarbij is
het niet alleen belangrijk dat het onderzoek wordt
verricht, maar ook dat de resultaten bij de tuinder
komen. Het is de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst
die er naar streeft de resultaten van het onderzoek
snel en goed ter kennis van de tuinders te brengen.
Om deze reden is het belangrijk dat een tuinder con
tacten met de voorlichtingsdienst onderhoudt. Het be
langrijkste contact is dat met de bedrijfsvoorlichter.
Deze werkt in een gebied met 250 tot 400 bedrijven,
waarbij hij het gebied goed kent en weet hoe de be
drijven zijn. Hij is algemeen goed geïnformeerd op
het gebied van de teelten en de bedrijfsvoering. Be
langrijk is veelal de teelttechniek.
KENNIS VAN ANDEREN
Een tuinder, hoe goed hij als vakman ook moge
zijn, zal in veel zaken de bedrijfsvoorlichter raadple
gen. Dit kan bijv. betrekking hebben op een nieuw
slaras, waarvan hij heeft gehoord of gelezen. De kans
is bijzonder groot dat de bedrijfsvoorlichter meer
over dit ras weet. In veel gevallen zal hij de tuinder
dan ook de gewenste informaties kunnen geven.
Betreft het echter een ras dat nog nauwelijks op
een bedrijf te vinden is geweest, dan kan de ervaring
van de bedrijfsvoorlichter in deze ook te kort schie
ten. Dit is niet bezwaarlijk want in de voorlichting
zijn er heel wat specialisten, waaronder gewassen-
specialisten, die door de bedrijfsvoorlichter kunnen
worden geraadpleegd. Zo zijn er specialisten op het
gebied van de zuiver technische uitrusting, on het
gebied van grond, water arbeidstechniek, bedrijfs
structuur en bedrijfsorganisatie.
In het genoemde geval van een nieuw slaras wordt
de slaspecialist geraadpleegd. Op het Proefstation
voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naald-
wiik. dat zich speciaal bezighoudt met de specifieke
teelten onder glas, is een slaspecialist aanwezig. Deze
kan de bedrijfsvoorlichter op grond van zijn eigen
ervaringen en onderzoek de nodige informatie geven.
Het is de taak van de specialist contacten te onder
houden met de praktiik door na te gaan wat voor
resultaat nieuwe vindingen in de praktiik hebben.
Hij heeft contacten met andere onderzoekers, orga
nisaties, zaadbedrijven en de instituten die mede op
zijn terrein werkzaam ziin. Zo tracht hij met betrek
king tot zijn specialiteit zo veel mogelijk kennis te
verzamelen, zodat hij iedereen die dit wenst zo goed
mogelijk kan informeren.
WAT DOEN DE INSTITUTEN
Er zijn in ons land heel wat onderzoekinstituten
die voor de tuinbouw werkzaam zijn. Ze zijn er op
het gebied van de water- en luchthuishouding, bewa
ring en verwerking van tuinbouwprodukten, planten-
ziektekundig onderzoek en er is een instituut dat de
verdeling tot taak heeft. Omdat het past bij het voor
beeld waarvan is uitgegaan, kan het best een om
schrijving worden gegeven van de taak van het Insti
tuut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen te
Wageningen, dat kortweg het I. V. T. wordt genoemd.
Het I. V. T. wil behulpzaam zijn bij het kweken
van nieuwe, betere rassen. Daarbij wordt ten nauwste
samengewerkt met de proefstations. De veredeling
omvat niet alleen groenten, maar ook fruit en bloe
men. Bij de veredeling van sla bijv. gaat men uit van
teelt- en afzetproblemen. Voor de teelt probeert men
een betere groei in de winter te bereiken. Deze groei
kan worden versneld door het kweken van sneller
groeiende rassen. Dit onderzoek loopt al vijf jaar.
In die tijd zijn 50.000 kroppen geteeld en beoordeeld.
De geschikte worden bestemd voor het winnen van
zaad.
Het afzetaspect bij de veredeling van sla heeft tot
doel te komen tot rassen die zich beter lenen voor de
afzet met het doel verruiming van het afzetgebied
te bereiken. Een voorbeeld hiervan is de ijssla, die
o.m. in Amerika erg populair is. De sla is knappend
en harder dan de sla die wij kennen. In Europa groeit
de belangstelling voor dit slatype, met name in Enge-
met het Instituut voor Plantenziêktenkundig Onder
zoek in verband met de ziekteresistentie. Met betrek
king tot sla zijn de activiteiten geconcentreerd op
resistentie voor de witziekte. Met het Instituut voor
Tuinbouwtechniek wordt samengewerkt met betrek
king tot de oogst. Dit instituut heeft een oogstmachi-
ne ontwikkeld voor sla. Om deze machine echter goed
te kunnen gebruiken moet de kropvorm van de sla
wat worden gewijzigd. Ook dit wordt nu geprobeerd.
MET ELKAAR
Uit het genoemde voorbeeld komt duidelijk naar
voren hoe nauw de samenwerking in ons land is
tussen teler en voorlichtingsdienst en van voorlich
tingsdienst met het onderzoek. Ook de samenwerking
tussen de instituten onderling komt naar voren. Naast
de genoemde instituten zijn er nog andere, zoals bijv.
het Instituut voor toepassing van Atoomenergie in
land- en tuinbouw en het Landbouw Economisch In
stituut. Alle instituten hebben talrijke contacten.
Contacten ook met het buitenland. Zij verzamelen zo
veel mogelijk kennis en inzicht wat dan weer wordt
doorgegeven aan de praktijk. De tuinder kan van dit
alles gebruik maken.
Veel wordt zonder meer op het bedrijf binnenge
bracht, bijv. middels de vakbladen. Men moet er ech
ter op bedacht zijn al deze kennis die door zo veel
mensen op zo vele niveaus wordt verzameld voor de
groenteteelt onder glas, zo veel mogelijk te gebrui
ken.
GEORGANISEERD BEDRIJFSLEVEN
De taak die de overheid in voorlichting en onder-
Het complex kassen en platglas van het Instituut voor Tuinbouwtechniek te Wageningen.
land en Zweden. Onderzocht is of de Amerikaanse
rassen hier onder glas willen groeien. Dit lukt niet
goed. Ze groeien wel, maar de kropvorming is onvol
doende. Er zijn daarom kruisingen gemaakt met ijssla
en Hollandse kasrassen. Het resultaat hiervan bete
kent al een belangrijke verbetering. Men hoopt nu te
komen tot een type ijssla voor de glasteelt, die de
afzet van sla belangrijk kan verruimen. Het onder
zoek en het werk wordt mede gedaan in samenwer
king met de zaadbedrijven. Deze krijgen van het in
stituut niet alleen adviezen, maar ook kruisings-
ouders en halfmateriaal. Deze bedrijven kweken de
uiteindelijke rassen zelf en kunnen ze dan in de han
del brengen. Zo komen de resultaten van dit onder
zoek in de praktijk.
Samengewerkt wordt ook wat betreft de ver
edeling met andere instituten. Dit is bijv. het geval
zoek verricht en die in het voorgaande tot uiting is
gekomen, komt wel in hoofdzaak voor rekening van
de overheid. Met betrekking echter tot het beleid in
onderzoek en voorlichting werkt de overheid samen
met het bedrijfsleven. Het georganiseerde bedrijfs
leven heeft inspraak in dit soort overheidstaken.
Voor de tuinbouw omvat het georganiseerde be
drijfsleven o.m de afzetorganisatie, de overige coöpe
raties en de vaktechnische organisaties. De glastuin
bouw heeft de studieclubs, die in de vaktechnische
activiteiten van de laatste jaren een grote rol hebben
gespeeld Daarnaast vervullen de standsorganisaties
en de werknemersorganisaties een belangrijke func
tie.
(Zie verder pagine 6»
4