U en uw organisatie in 1969 VRIJDAG 18 APRIL 1969 57e Jaargang No. 2977 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland IANDBOUWSCHAP in dil nummer o.m. Blind of tastend dun nen van bieten Pag. 11-12-13 Teleac T.V.-cursus no, 11 Pag. 4 Tuinbouwklanken Pag. 5 Hoe gras inkuilen Pag. 7 Indrukken Ho-Zu-Bra stierenkeuring Pag. 9 Esso Chemie N.V. opent nieuwe kunst- mestfabriek Pag. 10 Markt Pag. 20 - 21 Plattefandsjeugd en „Voor de Vrouw" Pag. 22 Bij gunstige weersomstandigheden zal binnenkort met het bietendunnen begonnen worden. Welk systeem daarbij ook wordt gevolgd, de meetlat (of cm-band), mag niet ontbreken. Want het bepalen van de opkomst dient nauwkeurig te geschieden om de dunmachine op de juiste wijze te kunnen afstellen /~\NZE land- en tuinbouw maken een moeilijke tijd door. Snelle kostenstijgingen tegenover gelijkblijvende of zelfs dalende prijzen tasten de inkomens aan. Tegelijkertijd gaat de welvaartsont wikkeling buiten de landbouw dóór, al verkeren ook enkele industriële bedrijfstakken in moeilijk heden. Noch het beleid van onze nationale overheid ooch dat van de E.E.G. lijkt de problemen van de land- en tuinbouw te kunnen oplossen. Het plan- Mansholt opent weliswaar interessante perspectie ven, maar vergroot op korte termijn de onzeker heid over het markt- en prijsbeleid. Kritici van het E.E.G.-beleid wijzen op de groeiende overschotten en verklaren, dat die het gevolg zijn van té hoge prijzen. Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk, dat er ernstige problemen zijn die sommige boeren wanhopig of opstandig maken. Toch schieten we met wanhoop of opstandigheid niets op. Laten we met een koel hoofd en een warm hart proberen onze problemen onder ogen te zien en naar oplossingen te streven. ONTHULLENDE CIJFERS LIET heeft weinig zin om die problemen breed uit te gaan meten. U ondervindt ze zelf dage lijks aan den lijve. De moeilijkheden van de fruit teelt, van de akkerbouw, ze zijn de laatste maanden bij herhaling beklemtoond. In de ene sector van de land- en tuinbouw gaat 't beter dan in de andere, maar alle sectoren worden getroffen door de inflatoire kostenontwikkeling, waar de kleine zelfstandige ondernemer niets aan kan doen, en door de onevenwichtigheid van de agrarische markten. Juist in het oogstjaar 1968/1969, waarover nog geen inkomenscijfers bekend zijn, is deze schaar beweging van prijzen en kosten sterker geworden. Dat moeten we ook bedenken als we de nog vrij gunstige cijfers bezien, die de minister in de memo rie van toelichting op de landbouwbegroting voor 1969 gebruikte. Uit die cijfers blijkt, dat in de periode 1961/1962- 1967/1968 de gemiddelde ar beidsinkomenvan de ondernemers in de landbouw jaarlijks met een op het eerste gezicht redelijk per centage zijr. gestegen met uitzondering van het oostelijk zandgebied en de glastuinbouw. De economische positie van de landbouw blijkt echter veel scherper uit een vergelijking met de in komensontwikkeling buiten de landbouw. Men drukt dit wel uit in de zogenaamde inkomenspariteit (het gemiddeid landbouwinkomen in procenten van het gemiddeld niet-landbouwinkomen). Deze toont een tamelijk ongunstig beeld: Kritiek is goed, maar nog beter: ak- tieve deelneming aan het organisa- tiewerk. Want de organisaties, dal bent U - met z'n allen - zélf 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 96 87 99 95 92 95 101 99 92 90 NEDERLANDSE VERANTWOORDELIJKHEID Het bedrijfsresultaat is het verschil tussen op brengsten en kosten. Gezien de grote inspanningen die onze boeren en tuinders zich hebben getroost om met zo laag mogelijke kosten per eenheid te produceren, ligt het voor de hand om de oorzaak van de moeilijkheden vooral bij de opbrengsten in geld te zoeken. Bij de prijzen dus. En daarover ho ren we dan tot vervelens toe het verhaal van de beslissingen die niet meer in Den Haag maar in Brussel worden genomen. Dit is slechts ten dele waar: De Nederlandse mi nister van Landbouw blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken in de Nederlandse land- en tuin bouw. Deze minister maakt ook in Brussel deel uit van het hoogste orgaan, de Raad. Het Landbouw schap en de drie centrale landbouworganisaties be pleiten uw belangen bij de Nederlandse minister en bij het Nederlandse parlement. En daarbij gaat het niet alleen om de prijzen, maar ook om het na tionale structuurbeleid en om de fiscale en sociale positie van de zelfstandigen. (Zie verder pagina 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1