Voederbieten telen
met minder werk
Grotere rijenafstanden
24
W. WILLEMSEN
R.L.C. Weide- en Voederbouw, Wageningen
(in samenwerking met R.L.C. Plantenziekten
en afd. Groen voedergewassen P.A.W.)
De voederbiet is nog steeds het voedergewas
dat de hoogste zetmeelwaarde-opbrengst per ha
geeft. Volgens de Rassenlijst 1969 kan een behoor
lijk geslaagd gewas voederbieten de volgende op-
bengst geven
Opbrengst in kg per iha
verse droge vre- ZW- ZW-
massa stof bruto bruto netto
Biet 100000
Loof 35000
13500
3500
670
470
8700
2000
78301)
16002)
Tot.
17000
1120
10700 9430
Momenteel kan men ook beschikken over een
contactherbicide, dat men na opkomst van de bie
ten op kleine onkruiden moet spuiten.
Tegen wilde haver moet kort vóór het zaaien
van de bieten een aparte bestrijding worden uit
gevoerd met 3Va 1/ha Avadex. Dit middel is vluch
tig en moet daarom direct na het spuiten 35 cm
diep worden ingeëgd.
De werking van de bodemherbiciden is afhan
kelijk van de vochtvoorziening van de grond.
Daarom dient zo vroeg mogelijk gezaaid te wor
den, op een bezakte grond. De grond moet bij
voorkeur vochtig zijn tijdens de bespuiting.
MIDDELEN DIE IN DE HANDEL ZIJN
Pyramin: Dit middel is in principe geschikt voor
alle grondsoorten. De dosering bedraagt 4 kg/ha
op de normale zand- en kleigronden, eventueel
5 kg/ha als meer dan 4 humus of 40 slib
voorkomt. Als tevens grassen moeten worden be
streden, dan 34 kg/ha IPC toevoegen. Op klei
en ^zavelgronden met minder dan 25 afslibbaar
geeft IPC evenwel remming van het gewas. Daar
om op deze gronden .voor de grassenbestrijding
3 Va 1/ha "Avadex nemen en vóór het zaaien spuiten
en ineggen. Op humusrijke zandgronden, op de
dalgronden en op zware kleigronden kan de wer
king van Pyramin worden verbeterd door 4—5
kg/ha IPC toe te voegen.
N.B. beslist geen chloor IPC (vloeibaar) nemen.
Ook na opkomst kan Pyramin worden gespoten
dien onkruiden verwacht worden die laat kiemen
o.a. zwarte nachtschade, knopkruid, dan kan Beta'
nal gemengd worden verspoten met kg Pyramin
of 1 kg Venzar.
Voor de mechanisatie van de teelt en vooral ook
van het rooien, heeft een grotere rijenafstand be
langrijke voordelen. Proeven van het PAW hebben
aangetoond dat een grotere rijenafstand mogelijk
is zonder de opbrengst te schaden; zie de cijfers in
het volgende tabelletje.
Opbrengst in tonnen per ha gemiddeld
1966 t/m 1968
Hinde-
Rijen- - rupgaard
afstand Capaxl.g. Triovalg.g. 0tofteh.g. z.h.g,
in cm biet ds biet ds biet ds biet ds
50 144 16,1 109 14,8 88 15,2 81 14,?
67 140 15,6 111 15,3 89 15,4 81 14,?
80 136 15,1 107 14,7 84 14,2 76 13,7
OpmerkingOok de droge-stofopbrengst heeft be
trekking op de bieten (excl. kop -f blad). Het
aantal planten per ha is bij iedere ryenafstand
ca. 70.000 geweest.
O Er is gerekend met 10 bewaringsverliezen.
2) Er is met 20 verlies rekening gehouden, n.l.
10 verlies op het land en 10 verlies bij
het vers vervoederen van de koppen en blad.
Een behoorlijk geslaagd gewas voederbieten
kan dus ca. 9400 kg netto zetmeelwaarde per Y
opbrengen. Worden de koppen en het blad inge
kuild, dan zijn de verliezen groter en is de totale
opbrengst ca. 9000 kg netto ZW per ha.
Op grond die voor de teelt van voederbieten
geschikt is, geven voederbieten een belangrijke
hogere ZW-opbrengst per ha dan andere voeder
gewassen. Bovendien stimuleren voederbieten de
droge-stofopname. Indien in een rantsoen reeds
10 a 11 kg ds per koe per dag uit ruwe-celstof-
rijke produkten voorkomt, dan worden daar boveri
nog gemakkelijk 10 kg voederbieten, dit is ca.
IV» kg ds, opgenomen.
Ondanks deze gunstige eigenschappen van voe
derbieten, loopt de beteelde oppervlakte in ons
land jaarlijks nog terug. In 1950 was het areaal
56.400 ha, 39.050 ha in 1960, 20.000 ha in 1965,
13.600 ha in 1967 en 11.600 ha in 1968 (CBS). Van
de 11.600 ha in 1968 werd 48 dus bijna de helft
geteeld in de provincies Gelderland en Noord-
Brabant. De teruggang van het areaal moet wor
den toegeschreven aan het vele werk dat aan
de teelt verbonden is. Dit is echter een gevolg van
verouderde teeltmethoden.
MODERNE TEELT- EN OOGSTMETHODEN
Door het gebruik van moderne teelt- en oogst-
methoden kan het benodigde aantal man-uren per
ha tot ca. 150 worden teruggebracht. Om tot een
dergelijke arbeidsbesparing te komen, zijn er de
volgende mogelijkheden:
Het gebruik van precisiezaad;
Het gebruik van een chemisch onkruidbestrij
dingsmiddel;
Het zaaien op een grotere rijenafstand;
Het mechanisch rooien.
PRECISIEZAAD
Van veel rassen is precisiezaad in de handel,
terwijl rassen met eenkiemig zaad in ontwikkeling
zijn. De hoeveelheid zaaizaad die men van preci
siezaad nodig heeft, hangt o.a. af van het type
zaaimachine. Bij gebruik van een precisiezaai-
machine kan met ca. 5 kg zaaizaad per ha worden
volstaan. Bij gebruik van een nokkenradmachine
is ca. 7 kg per ha nodig.
Het gebruik van precisiezaad stelt hoge eisen
aan het zaaibed. Nog meer dan bij het gebruik
van gewoon zaad is het noodzakelijk te zaaien op
een vroeg geploegde, dus goed bezakte grond. Als
dit door omstandigheden niet is gelukt, dan moet
de grond vóór het zaaien worden aangedrukt, by
voorkeur met de Cambridgerol. Het gebruik van
een precisiezaaimachine met 8 a 10 cm brede druk-
rollen is ten zeerste aan te bevelen. Na het zaaien
met een nokkenzaaimachine moet nagerold wor
den, tenzij korstvorming is te verwachten.
Het toepassen van precisiezaad en chemische on-
kruidbestrijding geven bij het dunnen een belang
rijke arbeidsbesparing, omdat het dunnen met een
lange hak in lopend werk kan gebeuren. Vooral
voor de gemengde bedrijven is dit zeer gunstig,
omdat in die tijd de voederwinning van het gras
land veel werk vraagt.
CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDING
De laatste jaren neemt de belangstelling voor
de chemische bestrijding van zaadonkruiden in
voederbieten toe, vooral nu meer gebruik wordt
gemaakt van precisiezaad. De meeste ervaring is
opgedaan met bodemherbiciden; dit zijn middelen
die via de grond werken en die bij of kort na het
saaien worden toegepast
a 3 kg 21 Citowett als de bieten gestrekte kiem-
blaadjes hebben. De onkruidbestrijding is dan wis
selvallig en vaak treedt enige groeiremming op.
Venzar:Dit middel is alleen geschikt voor
grondsoorten met meer dan 4V2 humus, niet
voor rivierklei en lössgronden. Omdat Venzar een
trage beginwerking heeft, verdient het aanbeve
ling steeds 4 a 5 kg/ha IPC toe te voegen. Ook
moet men Venzar niet gebruiken onder droge om
standigheden, bijvoorbeeld bij laat zaaien.
De dosering van Venzar bedraagt IV» kg/ha op
gronden met éV»6 humus, 2 kg/ha by 610
humus, 2V2 kg/ha bij 1015 humus en 3 kg/ha
bij meer dan 15 humus. Als IPC wordt toege
voegd, moet men op gronden met meer dan 10
humus de dosering van Venzar met V» kg/ha ver
lagen.
Endothal/IPC (diverse merken), of Trisubit
Deze middelen zijn vooral op hun plaats op zeer
humusrijke zandgronden, op dalgronden en op zeer
zware of humusrijke kleigronden. De werkings
duur is korter dan van Pyramin en Venzar, maar
deze middelen zijn minder afhankelijk van de
vochtvoorziening. De dosering is afhankeliik van
de grondsoort en varieert bij endothal/IPC van
20—40 1/ha en bij Trisubit van 1020 1/ha. Voor
al endothal/IPC is erg duur en komt daarom alleen
maar in aanmerking voor rljenbespuiting.
Betanal: Dit middel is zeer selectief in bieten
en kan na opkomst worden gespoten zodra de bie
teplantjes gestrekte kiemblaadjes hebben. De
meeste onkruiden worden goed bestreden met dit
middel, mits ze zeer klein zijn (kiemplantstadium).
De beste resultaten worden verkregen bij een
hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheid.
Regen kort na toepassing doet het effect teniet.
Grasachtigen worden niet gedood; varkensgras
waterpeper, kleefkruid en kamille zijn weinig ge
voelig.
Betanal heeft geen nawerking, zodat later kie
mende onkruiden niet worden bestreden. De dose
ring bedraagt 6 1/ha. Op dalgronden IV» 1/ha.
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
De meest bedrijfszekere werkwijze is het spui
ten met een bodemherbicide bij of kort na het
zaaien. Mocht zo'n middel mislukken b.v. door
dat de vochtvoorziening onvoldoende is, dan heeft
men na opkomst nog het contactherbicide Betanal
achter de hand. Alleen bij zeer laat zaaien kan
men beter na opkomst van de bieten spuiten met
een mengsel van Betanal (normale dosering)
2 kg Pyramin of 3A1 kg Venzar. Ook in-
De 0tofte wit is een Deens ras dat (nog) niet
in de Rassenlijst voor Landbouwgewassen voor
komt.
Uit deze cijfers blijkt dat er tussen de voeder
bieten met een hoog en een laag droge-stofgehalte
weliswaar een groot verschil bestaat in de op
brengst aan bieten per ha, maar dat het verschil
in droge-stofopbrengst per ha betrekkelijk gering
is. Wil men voederbieten telen met minder werk
dan is dus ook de rassenkeuze belangrijk. Voeder*
bieten met een hoog ds-gehalte geven minder
transportwerk bij het oogsten maar ook bij het
voeren in de stalperiode. Bovendien is de houd
baarheid veel beter. Tussen de rijenafstand van
50 en 67 cm is praktisch geen verschil in droge-
stofopbrengst geweest. Verder is de tendens aan
wezig dat bij de rijenafstand van 80 cm de op-
brn~ T<?t slechts weinig lager wordt.
Ook bij eerder genomen rij enafstandsproeven
door net PAW kwamen dezelfde conclusies naar
voren. Voederbieten kunnen dus best op een wat
grotere rijenafstand gezaaid worden (5067 cm),
indien het plantgetal per ha maar 70.000 blijft.
Verder is bij deze proeven gebleken dat bij een
grotere rijenafstand een gelijkmatiger stand van
de bieten wordt verkregen. Dit laatste is vooral
gunstig voor het mechanisch rooien.
MECHANISCH ROOIEN
Bij verschillende rooidemonstraties in ons land
is gebleken, dat hooggehaltige voederbieten zich
veel beter voor mechanisch rooien lenen dan de
laaggehaltigen. Bovendien worden hooggehaltige
voederbieten veel minder beschadigd. Daarom
heeft in Denemarken de laatste 15 a 20 jaar een
sterke uitbreiding plaatsgehad van het areaal hoog
gehaltige, ovale voeder- en voedersuikerbieten,
Deze zijn bijzonder goed rooibaar. Van de voeder
bieten wordt daar 70 a 80 machinaal geoogst.
In ons land gaat de laatste jaren de voorkeur
van de boeren helaas juist meer uit naar laagge-
haltige bieten. Hooggehaltige voederbieten nemen
hier nog slechts 30 van het areaal in.
Heeft men het plan de voederbieten mechanisch
te gaan rooien, neem dan de volgende maatrege
len
Kies een goed rooibaar ras met een hoog droge
stofgehalte.
Zaai de voederbieten op een grotere rijenaf
stand (5067 cm) afgestemd op de wielbasis
van de te gebruiken werktuigen.
Streef naar ca. 70.000 planten per ha en een
geJykmatige stand.