K. N. L. C.
(Handels)politieke débacle
Deze week.
Nederland beschreven door een Engelsman
Engeland heeft besloten per 1 april 1969 zijn jaar
lijkse invoercontingent van boter te verminderen
met ongeveer 15 Als reden geldt dat er ook in
Engeland zich vrij grote botervoorraden beginnen
te vormen, die men nu eerst wat wil terugbrengen.
Op zichzelf nog niet zo'n onbegrijpelijke reaktie van
een importland, hoe vervelend ook voor de expor
teurs.
Maar veel moeilijker te vatten wordt de zaak, als
men de nieuwe verdeling van het totale invoercon
tingent over de exportlanden in ogenschouw neemt.
Hët blijkt dat er vier grote exporteurs Zijn, 'die hun
contingent nauwelijks of niet verlaagd zagen. Dat
zijn Nieuw-Zeeland, Australië en Denemarken,
waarvan het aandeel met ongeveer 5 terugging.
En Ierland, dat zijn portie gehandhaefd zag. Dit zijn
alle vier landen, waarmee Engeland bijzondere
handelsovereenkomsten heeft aangegaan (Gemene
best-regelingen of regelingen inzake vrijhandels-
gebieden). Zij leveren ook het leeuwendeel van de
boter op de Engelse markt (±90
Hoe zijn daarentegen de andere exporteurs be
handeld? Het woord mag in het diplomatieke ver
keer niet worden cebruikt, maar deze behandeling
is gewoon schandalig. Zij zijn n.l. tot op 47 van
hun oude contingent gekort. Nederland b.v. is van
18.560 naar 8.770 ton teruggebracht. Dit is een ge
val van ergerlijke diskriminatie, dat toch niet on
opgemerkt zal kunnen blijven in de verdere poli
tieke en handelspolitieke ontwikkeling.
STANK VOOR DANK?
Ook in algemeen politiek opzicht is de Engelse
houding voor Nederland bijzonder pijnlijk. Neder
land was en is de kampioen van de toetreding van
Engeland tot de E.E.G. In dit opzicht leken de Neder
landse politici soms nog roomser dan de paus. Het
blijkt nu, hoe zeer dat Nederlandse streven door
Engeland wordt gewaardeerd en/of hoe onbedui
dend de politieke invloed van Nederland fn de
wereld is.
Het heet dat niet alleen onze landbouwminister,
maar ook andere Nederlandse bewindslieden zich
ingezet hebben voor een groter botercontingent
Er is al bekend gemaakt, dat de Ministerraad zich
met de Engelse houding heeft bezig gehouden en
hieromtrent stappen zal doen.
Het is misschien goed dat de Nederlandse re
gering en volksvertegenwoordiging zich ook eens
gaan bezinnen op het effekt van onze huidige bui
tenlandse en handelspolitiek. Nadat president Nixon
ons links liet liggen, nu dit blijk van waarderingl
Het is geen schande om als klein land weinig In de
wereld te vertellen te hebben. Maar het lijkt beter
om ons politiek wat anders op te gaan stellen als
we er tot nu toe zo weinig voor blijken te kunnen
(verjkopen!
Str.
VERZEKERINGSZAKEN
HAGELVERZEKERING IN DE LANDBOUW
HAGELVERZEKERING IN DE FRUITTEELT
J^|U de zaaiperiode in volle gang of wellicht voor
een aantal al achter de rug is dachten wij het
juiste tijdstip gekomen uw aandacht te vragen voor
de hagelverzekering.
Het hagelrisiko blijft voor boer en tuinder een
ernstige bedreiging vormen juist omdat het zo grillig
en genadeloos kan aankomen.
De boer heeft in tegenstelling tot zijn industriële
collega, zijn kapitaal, zijn arbeidsinkomen, buiten lig
gen. Dit betekent, dat de boer een aantal natuurlijke
risiko's loopt b.v. overmatige regen, storm, nacht
vorst, zïekteaantastingen etc. waartegen geen ver
zekering is te sluiten.
Een van.de verzekerbare risiko's is de hagel. Dit is
dan ook één van de grilligste en derhalve verdient het
aanbeveling dit hagelrisiko te verzekeren.
Zo u nog niet tegen hagelrisiko verzekerd bent
doet zich de vraag voor waar moet ik mij dan ver
zekeren?
Ons antwoord is, dat hangt er vanaf waar uw be-
driif gevestigd is.
Per 1 januari 1966 is n.l. de Onderlinge Zuidelijke
Hagelverzekering opgericht. Deze is tot stand ge
komen uit een fusie tussen de
1Onderlinge Verzekering Mij tegen Hagelschade
vanwege de Noord-Brabantse Mij van Landbouw.
2. Onderlinge Hagelverzekering Mij te Klundert.
3. Onderlinge Verzekering Mij tegen Hagelschade
van de Kring Schouwen en Duiveland der ZLM.
Genoemde 3 Onderlingen zitten al onder één dak.
Daarnaast zijn er nog onderlingen werkzaam op N.-
Beveland, Walcheren, West Zeeuws-Vlaanderen, Oost
Zeeuws-Vlaanderen en Tholen en St. Philipsland.
Een aantal van voornoemde onderlingen werken reeds
samen met de Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering
via een poolverband.
Voor de bedrijven in Brabant, Schouwen en Duive
land en Zuid-Beveland is derhalve het aangewezen
adres: de Onderlinge Zuidelijke Hagelverzekering: ge
vestigd te Zevenbergen.
Verzekeren kost uiteraard premie ei*u wilt gaarne
weten hoeveel? Hieronder volgen dan enkele tarie
ven:
Tarwe, gerst en consumptie
aardappelen
Suiker- en voederbieten, poot-
aardappelen, bruine en witte
bonen, de meeste zaden en
grassen
Een aantal andere graszaden,
karwij en koolzaad
Vlas en uien
2.— p. 1000
f 4,— p. 1000,—
6,— p. 1000
f 10,— p. f 1000,—
Uiteraard hebben wij hier de belangrijkste land
bouwgewassen genoemd. U hebt daaraan ongetwij
feld voldoende om te berekenen wat deze hagelver
zekering voor uw bedrijf gaat kosten.
Eventuele schade wordt door een kommissie van
2 deskundige schatters vastgesteld en met het lid be
sproken. Schade beneden 5 komt niet voor vergoe
ding in aanmerking. Een schade van 5 °C of meer
wordt echter ten volle uitgekeerd. U ziet dat de voor
waarden en tarieven gunstig zijn.
Inlichtingen over deze verzekering Jagiiijks ver
krijgbaar op het Landbouwhuis te Goes, tel. 01100—
5010
Voor de fruittelers is het hagelrisiko nog veel gril
liger dan voor hun collega's in de landbouwsector.
Hoewel de uitkomsten in de fruitteelt de laatste jaren
slecht zijn en menig fruitteler waarschijnlijk zoekt
naar verlaging van zijn kosten zal hij dit hagelrisiko
niet voor eigen rekening kunnen en mogen nemen.
Bij zijn kalkulatie van bedrijfskosten zal hij de
hagelpremie als noodzakelijke uitgave moeten incal
culeren. Doet hii dit niet dan loopt hij het grote ge
vaar (hagelschade) in een bepaald jaar helemaal zon
der inkomsten te zitten. Wij hoeven in dit verband
maar te wijzen oo de zeer ernstige hagelschade in
Krabbendijke en Waarde in 1966.
Voor de fruitteler durven wij te stellen, dat het
onverantwoord is het hagelrisiko niet te verzekeren.
Dit stellen wij temeer met de wetenschap hoe het in
de fruitteelt gesteld is en ondanks het feit, dat de
oremie niet gering is.
De voorschotpremie bedraagt n.l. f 25,per 1000
met de kans oo een maximale naheffing van nog eens
ƒ45.— per f 1000.Juist deze vrij forse premie be
wijst, dat het risiko groot is; te groot om als individu
te dragen.
Nogmaals, ondanks slechte financiële uitkomsten in
de laatste jaren toch verzekeren tegen hagelrisiko.
Het moet, het kan niet anders.
Ook hierover alle inlichtingen verkrijgbaar op het
Landbouwhuis te Goes.
de L.
r)E prijsstijgingen in 1969 zullen, als de prijs-
ontwikkeling zich voortzet in hetzelfde tem
po als in de eerste twee maanden het geval is ge
weest, oplopen tot ongeveer 7 Dit heeft de mi
nister van Économische Zaken in de Tweede Kamer
medegedeeld. Het percentage was ons niet exact
hekend, maar ieder ondervindt het aan zijn porte-
monnaie dat de stijging niet gering is.
De vakbonden komen met felle commentaren. De
nieuwe cijfers onderstrepen, aldus de vakbeweging,
onze dringende wens dat de regering zal afzien van
haar plannen om met nieuwe accijnsverhogingen
op 1 juli a.s. het kostenpeil nog verder te verhogen.
De vakbeweging zal er niet in kunnen berusten
wanneer de prijsstijgingen de gemiddelde loons
verhogingen in feite te niet zouden doen. Een reële
inkomensverbetering is de eis van de vakbeweging.
tp N nu de boer! Hoe staat het met diens reële
inkomensverbetering? Met de prijsverhogin
gen van de produkten van deze ondernemer? Wij
behoeven deze vraag niet te beantwoorden. Ieder
van ons is met de situatie bekend. Van enige stij
ging is sprake in de veredelingssektoren. Maar de
rest, de landbouwprodukten en de zuivelproduk-
ten moeten het met dezelfde of lagere prijzen zien
te doen.
Of men deze nu op korte of op lange térmijn
vergelijkt, het is met de landbouwprijzen bepaald
droevig. Vergelijken wij eens de bouwprijzen dan
zien wij het volgende:
De prijzen stegen sedert
1968 met
1967
1966
1965
1964
7%
12
12%
18%
23
1963 met 34
1969 59
1950 151
1940 624
De prijzen van landbouw- en zuivelprodukten
waren als volgt:
1964 1965 1966 1967 1968
Tarwe 35.75 35.52 35.52 35.52 35.52
Suikerbieten 69.25 70.06 69.30
Aardapp. Bintje13.10 20.40 16.40 6.60
Melk 33.01 34.19 38.20 39.73
j rlERUIT blijkt wel dat de melkveehouder er
Dl nog enigszins redelijk afkomt. De prijs is
sedert 1964 gestegen met ongeveer 29
De landbouwprodukten komen er het slechtste
af. Daar is van neen stijging maar eerder van een
daling sprake. Natuurlijk zijn de cijfers van de
landbouwprodukten aemiddelde (ontleend aan een
publikatie van het L.E.I., landbouw cijfers 1968) en
zullen er verschillen zijn, maar het totaalbeleid is
door bovenstaande cijfers wel weergegeven. Het ge
tuigt o.t. van de veerkracht en het aanpassings
vermogen van de boer dat hij de omstandigheden
nog het hoofd heeft weten te bieden. Aangepaste
produktiemethoden. samenwerking en een ver
hoogde persoonlijke inzet, alle hebben zij bijgedra
gen tot het in stayid houden van het bedrijf.
Evenwel zal bij de steeds voortgaande kosten
stijgingen een prijsstijaing van de produkten niet
uit kunnen blijven. Het voortbestaan van onze be
drijven is in hef geding.
PAAUWE.
(Vervolg
Veel veranderd in 50 jaar!
T\E uierrteeft trekt hem bijzonder aan, omdat Engeland
veel uien invoert Hij komt bij een boer die hij
vraagt hoeveel uien hij per gemet (acre) oogst
„Oh, those English bushels, gallons and pounds!" klaagt
de man. „When will you be sensible and adopt the metric
system, like the rest of us?" Het antwoord kunnen wij
wel geven: over een paar jaarl Maar het blijkt na enig
gereken dan toch, dat de Zeeuwse boer 200 bushels van
12,5 gemet haalt hoewel 300 ook wel eens voorkomt.
Voor die 200 bushels maakt hij f 840,en dat is net
van pag. 2)
zoveel als de waarde van de grond waarop zij groeien.
U ziet:er is tóch wel wat veranderd in 50 jaar
Het ontgaat hem niet, dat Zeeland een milder klimaat
heeft dan het noorden. Hij vergelijkt het met Zuid-Engeland
en hij merkt dat de Wilhelminatarwe hier goed groeit,
terwijl ze in het noorden te vaak uitwintert. Van de land
bouw stapt hij over op de schoolstrijd, die ook in Zeeland
woedt en vandaar gaat het naar de fruitteelt, die juist
sterk in opkomst is. Men plant cordons en espaliers
(vormbomen) aan en bouwt daarvoor betonnen muren
van drie duim dik en 2,10 m hoog. Voor dat alles stelt
de regering een premie van 700,— per bedrijf beschik
baar.
De bewondering voor Zeeland is zó groot, dat Scott
wel eens overdrijft. Zo beschrijft hij do opkomst van de
fiets onder de kop „Bicycles and rural morality". Het
blijkt n.l. dat sinds de fiets in zwang raakte, het alcohol
gebruik minderde. Het was n.l. te gevaarlijk om be
schonken langs de Zeeuwse sloten en vaarten te rijden!
Nog fraaier is, dat de Zeeuwse jongeman in het algemeen
niet eerder in het huwelijk treedt dan nadat daarvoor wel
bijzonder dringende redenen zijn (geen kat in de zak
kopen!) Maar dat is toch wel goed. want wat moet een
agrariër zonder kinderen beginnen? Hij mist de goed
koopste werkkrachten! Ja, er is dan tóch wel wat ver
anderd sinds de goede oude tijdals dat alles waar
geweest is
10