Chemische onkruidbestrijding in vlas Het machinaal dunnen van suikerbieten 9 mmms Ir. J. C. FRIEDERICH, Consulent voor Handelsgewassen. P. A. W., Wageningen Bericht 110. 1731 betreffende de chemische onkruidbestrij ding voor vlas en kancij is zo juist uitgekomen. Dit Bericht is op aanvrage gratis verkrijg baar bij de Plantenziekten- kundige Dienst in Wagenin gen. Maar daarbij gaarne nog aandacht voor het volgende ("^HEMISCHE onkruidbestrijding blijft een nood- maatregel, die alleen noodzakelijk is, wan neer men niet van schoon land is uitgegaan, wat voor vlas een eerste vereiste is. De mogelijkheden van chemische onkruidbestrij ding zijn met de komst van de bodemherbiciden (na het zaaien en vóór de opkomst toegepast) aan merkelijk uitgebreid. Voorzichtigheid is bij het ge bruik van deze middelen echter geboden en wel: 1. omdat ze nogal prijzig zijn en dus bij voorkeur alleen op de wendakkers en bij de dam, waar doorgaans zeer veel onkruid staat, met voordeel kunnen worden toegepast; 2. de middelen vooral werken, indien de grond wat vochtig is en na het zaaien nog wat regen valt; 3. de middelen het legeren in de hand kunnen wer ken en men dus met de stikstofbemesting extra voorzichtig en aan de lage kant moet blijven; 4. de dosering aangepast dient te zijn aan de grondsoort en men bij te hoge dosering de risico op plantuitval belangrijk verhoogt; 5. om deze redenen het overlappen van de spuit- banen beslist voorkomen dient te worden; 6. de ondervrucht gevaar loopt ernstig te worden beschadigd; 7. de spuitmachine na het gebruik van bodem herbiciden zorgvuldig moet worden schoonge maakt, teneinde bijv. bieten bij een latere be spuiting niet te beschadigen. indien men deze zeven gulden maatregelen zorg vuldig in acht neemt en de voorschriften omtrent de dosering goed leest, dan kunnen de bodemher biciden zeker tot minder schade aan het vlas en een betere bestrijding van het onkruid leiden. GAAN wij de middelen in het Bericht volgens het tijdstip van toepassing na, dan komen wy tot de volgende rangorde: Vóór het zaaien. Het zacht werkende middel Avadex (di-allaat) in 3,5 liter per ha over het zaai- klaar land spuiten en direkt inwerken (het is vluch tig), indien u duist, tuintjesgras en wilde haver verwacht en wilt bestrijden. Het vlas kunt u één dag er na reeds inzaaien, witte klaver als onder vrucht ook, maar graszaad kunt u beter minstens een week later pas inzaaien. Na het zaaien én vóór de opkomst Hiervoor ko men in alfabetische volgorde dus; AAlinuron, Ep- tapur, Gesudine 2079 en Venzar in aanmerking. Wilt u graszaad als ondervrucht inzaaien, dan kunt u dit beter laten doen en zeker dient hier tevoren overleg met de graszaadfirma over gepleegd te worden. Witte klaver is wat minder gevoelig dan hopperups, terwijl luzerne het minst gevoelig is voor bodemherbiciden. Als goede vlasteler zaait u echter vanzelfsprekend luzerne eerst minstens drie weken nèi het vlas in. Venzar geeft minder risico voor vlasplantuitval dan linuron, vandaar dat men in België wel met een mengsel van 14 kg linuron en Va kg Venzar spuit, wat zachter werkt dan linu ron alleen en toch een betere onkruidbestrijding geeft. Vooral tegen kamille, varkensgras, roodbeen, melde, witte krodde, herderstasje, muur, zwaluw tong en herik werken Eptapur, Gesudine, Venzar en het Venzar/linuronmengsel bevredigend tot goed. Na-opkomstmiddelen. Hiervoor moet het vlas regelmatig van lengte zijn, wat afgehard door en kele droge dagen en zo mogelijk bij een lengte van de vlasplant van 5 cm gespoten worden, waarby het onkruid nog jong en klein is. Hoe later men spuit hoe meer risico voor het vlas en hoe moeilij ker de onkruiden te bestrijden zijn. Men dient met een grove druppel, met veel wa ter (600 liter per ha) en by hoge luchtvochtigheid te spuiten en overwaaien te voorkomen (dus by voorkeur niet spuiten bij harde wind). De schade aan de ondervruchten is doorgaans gering. Kijk eerst welke onkruiden er voorkomen en bepaal daarna het middel. Witte krodde, distels en melde- soorten bestrydt men byv. met groeistof; zwaluw tong beter met het natriumzout van DNOC, waar mede ook kamille, melde, varkensgras en akker- ereprijs in jong stadium bestreden kunnen worden. Het mengsel ioxynil -f- groeistof werkt goed tegen kamille, ereprys en muur, maar kan aan de onder- gezaaide klaver wel wat schade geven. Hebt u geen ervaring met chemische onkruidbestrijding, neem dan tijdig een gediplomeerde loonspuiter in de arm en stel hem tevoren van afwijkende plekken in uw perceel en van de meest voorkomende onkruiden op de hoogte. Doel van de chemische onkruidbestrijding is niet al het onkruid te doden, maar de ontwikkeling van het onkruid zó af te remmen, dat het vlas er geen nadeel meer van ondervinden kan. J. HOP. R. L. C. Barendrecht in „Bedrijfsvoorlichting" Zuid-Holland j De.vitaliteit van het bietenzaad, de zaaiapparatuur, het zaaibed en de weersomstandigheden bepalen sa men hoe de veldopkomst van de bieten zal uitvallen. Dit kan uiteen lopen van zeer slecht tot zeer goed. Het is vooral bij een goede en zeer goede opkomst, dat ndast een snelle groei het dunwerk uit de hand kan lopen. In zo'n geval is het verstandig een ge deelte van de oppervlakte tijdig machinaal te dunnen, waarbij men dan later eventueel nog een corrigeren de bewerking in handkracht kan uitvoeren. HOE MACHINAAL DUNNEN Hiervoor moeten we eerst vaststellen hoe de op komst is. Dit doen we door diagonaalgewijs over het perceel in willekeurige rijen te tellen hoeveel plantjes of dubbele plantjes er boven zijn gekomen. Een veel geijkte methode is die met de zogenaamde duimen- lat. Dit is een lat verdeeld in 100 Engelse duimen. Met behulp van deze lat wordt dan vastgesteld op hoeveel van deze 100 duimen één of meer bieten- plantjes staan. Is dit bijvoorbeeld 25 dan noemen we dat 25%, b.b.d. (bieten bevattende duimen). Bij een rijafstand van 50 cm vermenigvuldigen we dat met het getal 8 (100 duimen is circa 2,50 m) en we krij gen dan 200.000 plantplaatsen per ha. Deze methode geeft een betrouwbaar beeld ten aanzien van het aantal plantplaatsen en de verdeling hiervan. EENVOUDIGER METHODE Een wat eenvoudiger methode is het werken met een zwaaistok of een meetlat van 2 m lengte. Door telkens het aantal plantplaatsen op deze afstand te vermenigvuldigen met het getal 10 krijgt men weer het aantal plantplaatsen per hectare. Een aantal plantplaatsen van 200.000 betekent dat er circa 60 moeten worden verwijderd om te komen tot een aantal van circa 80.000/ha. Hiervoor moeten we bij het machinaal dunnen dus ook 60 van de grond in de rij bewerken. Gaan we nu uit van een „blinde dunner" met een slaglengte van 32 om is per halve slag 16 cm dan moeten we in deze dunmachine een mesje ge bruiken van 60/100 x 16 9,6 cm. In de praktijk .X: r:ï/: komt dit neer op een mesje van 9 cm, waarbij we dan het aantal planten in éénmaal tot het gewenste aantal terugdunnen. BETERE REGELMAAT Door dit éénmaal te doen houdt men een betere regelmaat over dan wanneer dit in meer dan één keer wordt uitgevoerd. Naarmate de beginstand minder is onregelma tiger zal naar een groter aantal planten bij de eindstand moeten worden gestreefd. Bij het machinaal terugdunnen moet er vooral op worden gelet dat recht wordt gereden, het keerpunt van de mesjes recht boven de rij ligt en de mesjes vooral niet te diep warden afgesteld. Er zijn thans meer systemen van machinaal terug dunnen. Voor alle systemen geldt dat eerst moet worden vastgesteld hoeveel planten er staan en hoe veel er uitgedund moet worden om de gewenste eind stand te krijgen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 9