Een nieuwe lente nodig
Alhoewel het volgens de kalender lente is, zijn de temperaturen voor de tijd van het jaar aan de lage kant en is het buiten nog
guur en winderig. De voorjaarswerkzaamheden die bijna twee weken stil hebben gelegen, konden deze week weer hervat wor
den. Van de weersomstandigheden in de komende tijd zal het afhangen of er nog verdere vertraging zal optreden. Naarmate
de zaaidatum verder opschuift moet opgepast worden voor te ondiep zaaien daar bij een laat voorjaar de kansen op droogte
groter zijn. Meer hierover de volgende week in het artikel „De maand april".
Deze week onder meer in dit nummer: Enkele punten uit de behandeling Landbouwbegroting 1969 in de Tweede Kamer (pag.
4), Uit de praktijk (pag. 5), Tuinbouwnieuws en de Teleac-televisiecursus (pag. 6 en 7), Chemische onkruidbestrijding in vlas
(pag. 9), een artikel over het „zelf spuiten" (pag. 11) en Mechanisatienieuws (pag. 12 en 13).
KJET plan-Mansholt overschaduwt op het ogen-
blik alle andere problemen in de landbouw,
die in het nietige dreigen te verzinken bij de al
gemeenheid en de uitgebreidheid van de aange
sneden vraagstukken. Wij schrijven hier met opzet
„in het nietige" omdat bijvoorbeeld een vlasrege-
iing niet van hetzelfde belang is als het wegtrek
ken van miljoenen mensen uit de bedrijfstak land
bouw en de verhoging van de referentieprijs voor
appelen in het niet zinkt bij het eventueel afslach
ten van 3 miljoen melkkoeien.
Een groot deel van het debat over de begro
ting van landbouw in de tweede kamer van vorige
week was eraan gewijd en dit spreekt temeer om
dat het gehele plan-Mansholt in geen enkel stuk,
tot de begroting behorende, genoemd werd, zo
als de heer Tolman zeer juist opmerkte. Het Land
bouwschap heeft reeds een voorlopig oordeel ge
publiceerd. Het Koninklijk Nederlands Landbouw
Comité gaat er een aparte conferentie aan wijden.
Het COPA in Brussel bestudeert de verschillende
aspecten van het Memorandum van de Europese
Commissie, zoals het stuk officieel heet, op het
vlak van de landbouworganisaties van de zes lan
den. Dat alles neemt niet weg, dat er in landbouw-
kringen onrust heerst over de uitkomsten en over
de vooruitzichten. Dit laatste is erger dan het eer
ste, want een boer is wel gewend aan wisselende
opbrengsten en uitkomsten. Maar in enkele secto
ren zoals de akkerbouw en de fruitteelt, lijken de
vooruitzichten ook niet gunstig. De kosten stijgen
nog steeds terwijl er voor de prijzen weinig moge
lijkheden zijn. Men moet al erg optimistisch zijn
wanneer men op aanzienlijk hogere prijzen voor
de voornaamste akkerbouwprodukten hoopt in de
komende jaren. En in tegenstelling tot een produkt
als boter, dat zichzelve eenvoudig uit de markt ge
prijsd heeft, omdat er veel goedkopere vervangings
middelen te verkrijgen zijn, zitten de moeilijkheden
voor de akkerbouwprodukten veelal niet in de prijs
voor de consumenten, want van bijvoorbeeld enkele
centen per kg hogere graanprijzen zou hij prak
tisch niets merken. Het grote knelpunt ligt in het
meer produceren dan dat er verkocht kan wor
den. Wanneer het systeem van inname door de
overheid tegen een vastgestelde interventieprijs dan
toch alle granen doet overnemen, ontstaan voor
die overheden grote verliesposten, wanneer zij deze
overschotten weer elders willen spuien. Hetzij hoge
opslagkosten, hetzij denaturatietoeslagen, hetzij
restituties bij export moeten uit de schatkisten be-
taeld worden en daartegen ontstaat verzet.
De telers zijn ook allerminst tevreden, want zij
ontvangen niet de door de overheid redelijk ge
achte prijs (de richtprijs), maar de innameprijs, die
in de E. E. G. liefst 7 onder de redelijke richt
prijs ligt. De consumenten tenslotte merken niets
van het al of niet aanwezig zijn van een overschot.
Het betreft bovendien in de akkerbouwsector veel
al produkten waarvan het verbruik niet stijgt en
in onze welvaartslanden verder daalt. Het is juist
ten aanzien van de oplossing van dit voor de pro
ducenten, maar ook voor de schatkisten zo be
langrijke vraagstuk, namelijk dat van het verstoor
de marktevenwicht, dat het plan-Mansholt verstek
(Zie verder pagina 3.)