m-1 De financiële positie van een aantal landbouwbedrijven in de boekjaren !964/'65. !965/'66 en !966/'67 ion dfr van?" wat zaflt QrQ8*1 Wat is een betrouwbaar en efficient middel voor onkruidbestrijding in suiker* en voederbieten Dat is in elk geval fc/GtcBTcll - Bij het L. E. I. is publikatie No. 3, 2 verschenen over de inkomens- en vermogenspositie van 140 weidebedrijven (in het Westelijk weidegebied, het Noordelijk weidegebied en de Friese Wouden/Zuid-West Drente), van 75 akkerbouwbedrijven (in het Zuidwestelijk kleigebied, het Gorninger klei gebied en de Veenkoloniën), alsmede van 98 gemengde bedrijven (in het Oostelijk en Zuidelijk zandgebied). Een publikatie waarin veel cijfermateriaal voor elk boekjaar afzonderlijk ten aanzien van de balansposten, de inko mensvorming en inkomstenbesteding, de rentabiliteit van het geïnvesteer de bedrijfsvermogen, enz. Ook zijn overzichten opgenomen van de sprei ding van de bedrijven op basis van eigen vermogen, van besparingen en van het aantal meewerkende gezinsleden. Uit dit onderzoek is duidelijk gebleken dat de financiële positie van de bedrijven niet te scheiden is van de financiële positie van het gezin. In vele gevallen draagt niet alleen de boer bij aan de inkomens- en vermogensvor ming, maar ook de boerin en de eventueel meewerkende kinderen. Boven dien zijn er naast het arbeidsinkomen uit het bedrijf dikwijls nog di verse andere inkomsten welke soms zeer belangrijk kunnen zijn. De totale inkomsten van het boerengezin kunnen bestaan uit: het netto-overschot uit de bedrijfsexploitatie; het berekende loon van de ondernemer; het berekende loon van de meewerkende boerin; het niet-uitbetaalde loon van meewerkende kinderen; de berekende rente en pacht over het eigen bedrijfsvermogen; de privé-inkomsten (opbrengsten van privé-bezittingen en andere neven inkomsten. h De totale gezinsuitgaven omvatten de bestedingen t.b.v. het gezin, als mede de betaalde belastingen. Het verschil tussen de inkomsten en uigaven vormt de besparingen. Deze worden veelal geheel of gedeeltelijk in het be drijf belegd. VORMING VAN EIGEN VERMOGEN De toeneming van het eigen vermogen bestaat uit besparingen, vermeer derd met ontvangen erfenissen. Bij de bepaling van deze vermogenstoene ming is bovendien rekening gehouden met eventuele waardeverandering van veestapel en effecten. Uit tabel 1 blijkt dat de vermogenspositie zich gemid deld gunstig heeft ontwikkeld, ondanks het feit dat de bedrijfsuitkomsten in vele gevallen slecht zijn. Deze situatie was mogelijk omdat de bedrijfs uitkomsten uitsluitend betrekking hebben op de bedrijfsexploitatie, terwijl de vermogensvorming afhankelijk is van de totale inkomsten en uitgaven van het boerengezin. By de beoordeling van de toeneming van het eigen vermogen dient in aan merking te worden genomen dat bij de groepen eigendómsbedrijven geen afschrijving op gebouwen is toegepast. Ook kan in het eigen vermogen en in de toeneming hiervan een latente loonaanspraak van meewerkende kin deren zijn begrepen. Voorts waren de voor ziekte, overlijden en oudedags voorziening betaalde premies laag, zodat in de toeneming van het eigen ver mogen tevens een risicodekking kan worden gezien. Uit tabel 1 blijkt voorts dat gemiddeld per jaar in alle gebieden is ge spaard. Deze besparingen varieerden van gemiddeld 4.500,in het Ooste lijk zandgebied tot gemiddeld 13.300,in het Zuidwestelijk kleigebied. Te vens blijkt duidelijk hoe belangrijk het overige inkomen was dat naast het arbeidsinkomen netto-overschot berekend loon) van de ondernemer werd verkregen. In het Oostelijk zandgebied was bij de groep eigenaars het overige inkomen niet-uitbetaald loon van meewerkende gezinsleden niet-uitbetaalde rente en pacht (minus eigenaarslasten) -f- privé-inkomen) zelfs hoger dan het arbeidsinkomen van de ondernemer uit het bedrijf. Hier door was het ook voor deze groep ondernemers mogelijk om te sparen. Tabel 1. Vermogensvorming (gemiddelden van 1964/65, 1965/66 en 1966/67 per bedrijf) (in gld.) AK KERBOUWBED RIJV E N Zuidw. kleigeb. Gron. kleigeb. Veenkoloniën eigen pacht eigen pacht eigen pacht Arb.ink. v. d. ondern. uit bedr. 27.300 29.900 15.400 17.900 14.300 18.400 Niet-uitbet. 1. v. meew. gezinsl. 800 800 300 400 1.800 600 Niet-uitbetaalde rente -f pacht 5.600 4.100 6.500 3.500 3.200 2.000 Privé-inkomsten 2.600 1.800 3.100 1.900 2.200 700 Totaal inkomen 36.300 36.600 25.300 23.700 21.500 21.700 Tot. gezinsuitg. (incl. bel. enz.) 23.100 23.200 17.800 19.700 16.600 15.500 Besparingen 13.200 13.400 7.500 4.000 4.900 6.200 Ontvangen erfenissen enz. 2.600 1.200 2.100 2.800 6.600 900 Toeneming v. h. eigen vermogen 15.800 14.600 9.600 6.800 11.500 7.100 BESTEDING VAN HET EIGEN VERMOGEN In tabel 2 wordt aangegeven hoe de toeneming van het eigen vermogen verkregen uit besparingen, erfenissen enz. is besteed. Het blijkt dat het eigen vermogen voornamelijk ten behoeve van het bedrijf is aangewend, hetzij door investering in vaste bedrijfsmiddelen, hetzij door tijdelijke belegging in vlottende bedrijfsmiddelen, hetzij door aflossing van schulden (d.w.z. meer afgelost dan bijgeleend). Belegging buiten het bedrijf kwam het minst voor op de gemengde bedrijven, terwijl de groep eigenaars in het Groninger klei gebied gemiddeld een belangrijk bedrag aan het privé-vemogen heeft onttrok ken ten behoeve van het bedrijf. Tabel 2. Besteding van het eigen vermogen (gemiddelden van 1964/67 per bedrijf in gld.). AKKERBOUWBEDRIJVEN Zuidw. kleigeb. Gron. kleigeb. Veenkoloniën eigen pacht eigen pacht eigen pacht Belegd in vaste vlottende bedr.midd. Aflossing schulden Belegd buiten bedrijf 7.800 14.000 17.000 4.100 5.100 4.900 3.900 1.300 500 4.100 600 7.400 1.400 5.900 2.200 INVESTERINGEN De investeringen in vaste bedrijfsmiddelen (vnl. grond, gebouwen, vee en dode inventaris) zijn vermeld in tabel 3. Het gaat hier om de bruto-investerin- gen die gefinancierd zijn uit besparingen, afschrijvingen, privé-vermogen (incl. erfenissen), langlopende leningen, schulden op korte termijn of uit vlottende bedrijfsmiddelen. Duidelijk blijkt dat genoemde investeringen grotendeels n.l. gemiddeld voor circa 80 uit besparingen en afschrijvingen zijn ge financierd, waardoor de vermogenspositie gunstig is gebleven. Tabel 3. Financiering van de bedrijfsinvesteringen (gemiddelden van 1964/67 per bedrijf in gld.). AKKERBOUWBEDRIJVEN Zuidw. kleigeb. Gron. kleigeb. Veenkoloniën eigen pacht eigen pacht eigen pacht 12.500 17.500 21.000 12.000 6.900 7.700 Bruto inv. in vaste bedr.midd. Gefinancierd uit: Besparingen 4.800 6.200 6.100 Afschrijvingsbedragen 6.700 7.300 7.400 Privé-vermogen en erfenissen 1.400 5.500 Langlopende leningen 1.000 1.500 2.000 Kortlopende schulden en/of afn. vlottende bedrijfsmiddelen 1.100 3.600 7.100 500 800 1.500 3.200 900 800 500 2.500 3.400 1.500 300 Perc. besparingen -f afschrijv. 92 77 64 89 68 77 Perc. overige financieringsmidd. 8 23 36 11 32 23 In verband met de plaatsruimte zijn alleen de tabellen van akkerbouw- bedTijven opgenomen. De publikatie kan worden besteld door overschrijving van 6,50 op giroreke ning van het L.E.I., no. 41 22 35, onder ver-melding JZend publikatie No. 32". iw 1 Enkele belangrijke tips: toepaseen na opkomst, onkruiden 1 -2 echte bladeren. dosering 6-7,5 l/he. spuiten met niet meer dan 300 I water/ha. direkt na het gereedmaken van de spultvloelstof verspuiten. 8puittank vóór en n& gebruik goed reinigen. N.B.: Bij grasachtige onkruiden Orga-lPC vóór op komst toepassen. Gecombineerde bespuiting met -1 kg Venzar nó opkomst Is mogelijk. NADERE INLICHTINGEN/BROCHURES BIJ UW BESTRIJDINGSMIDDELENLEVERANCIER OF ANDERS BU. L 169/3 N.V. ORGACHEMIA BOXTEL Toeneming vJi. eigen vermogen 15.800 14.600 9.600 6^800 11.500 7.100

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 6