elen poten II E. DE POOTMACHINE IJIT werktuig is in diverse uitvoeringen te verkrijgen: a. 2-, 3-, 4- en 6-rijig; b. met en zonder tastende korrektor; c. met vaste en beweegbare bodem; d. met en zonder stabilisator. Bij de keuze van het aantal pootelementen zal het van groot belang zijn t« weten hoe er gerooid zal worden. Bij een 2-rijige rooier is een 3-rijige poot- machine ongeschikt vanwege de aansluitrijen. Daarnaast heeft een 3-rijige pootmachine het bezwaar dat deze niet recht achter een trekker op 1.50 m spoor kan worden gehangen. De spoorbreedte moet op 2.25 m worden gebracht, anders gaat de kombinatie wringen. De tastende korrektor heeft altijd zijn diensten nog bewezen. Als deze veel werkt, dan is er iets niet juist, b.v. onregelmatig pootgoed. Als er geen korrek tor op de machine aanwezig is, merkt men niet dat deze partij zich zo slecht laat poten. Men merkt het pas bij het boven de grond komen en dan is het te laat. Over de beweegbare bodem in de bak van de pootmachine valt het volgende nog op te merken. Een dergelijke installatie helpt mee om de kiembeschadi- ging te beperken. Volledig voorkomen is er niet bij. De stabilisator, een nieuwigheid, moet met argusogen worden bekeken. Hoewel er tot op heden geen praktijkervaringen mee bestaan is het duidelijk, dat kleine afwijkingen ten opzichte van rechtuit verdubbeld zijn weer te vinden in het gewas, hetgeen kan betekenen dat alle ruggen bij het aanaarden nadien over een bepaalde afstand worden verschoven. In een show behoren alle typen werktuigen voor te komen. Het begin vaa deze show werd gevormd door de triltandkultivator voorzien van egalisatiebord en verkruimelrollen. F. DE VERZORGING VASTRIJDEN GROND VOORKOMEN OM een zo goed mogelijk produkt te verkrijgen, zal de nodige zorg aan het gewas moeten worden besteed, ook tijdens en na het poten. Gezorgd moet ZWARE EISEN VOOR AANAARDERS aanaarders zelf staan ook dit jaar weer volop in de belangstelling. Aan dit werktuig, dat er in wezen eenvoudig uit ziet, worden (terecht) zware eisen gesteld. De zwaarste eis is, dat een goede rug moet kunnen worden ge vormd. Verschillende aanaarders zijn daarom in zeer veel standen te verstel len, zodat iedere gebruiker zijn eigen gewenste rug kan gaan vormen. Bij elke afstelling dient er echter op gelet te worden dat de losse grond op de rug gebracht wordt en niet wordt aangeschoven. Door het laatste wordt de grond weer verdicht en kan versmering en kluitvoming optréden. De konstruktie en bevestiging van de aanaanders is ook aan veranderingen onderhevig. De nieuwste aanaarders zijn uitgerust met een wat stompe neus, die niet in de vaste grond dringt. De konstrukteur is er vanuit gegaan dat de aanaarders alleen reeds losgemaakte grond moeten verwerken. Dit is te verwezenlijken doordat de aanaarders scharnierend aan het raam zijn bevestigd. Elk aanaard- lichaam kan zich dus afzonderlijk aanpassen aan de grond. Opvallend is dat de bevestiging door middel van parallelogrammen vaarwel is gezegd bij deze nieuwste ontwikkelingen en overgegaan is op een enkelvoudige scharnier- bevestiging, waarbij door de stand van de aanaarder en de hoogte van het werktuigenraam de diepte van de bewerking in beperkte mate wordt ge regeld. Ook goede resultaten zijn bereikt met schijvenaanaarders. Ook bij deze schijven zijn veel mogelijkheden van instellen aanwezig. Bij dit werktuig dient de afstelling wel zodanig te zijn, dat de schijven niet in de grond happen, want dan ontstaan weer schiemen, waardoor het middel erger wordt dan de kwaal. Bet vastrijden van losse grond kan o.a. op deze manier voorkomen worden. worden voor goede, onkruidvrije ruggen en ziektevrije planten. In dit bestek «ou het te ver voeren de ziektebestrijding en de chemische onkruidbestrijding ie behandelen. De mechanische verzorging begint bij het poten, eigenlijk al vóór het poten. Als de pootmachine namelijk gaat werken dan heeft de trekker reeds weer een Sedeelte van de losse grond vastgereden, als geen maatregelen genomen wor- en om dit tegen te gaan. Dit vastrijden kan worden voorkomen door voorop de trekker schijven of aanaarders te monteren, die de losse grond voor de wielen wegschuiven. Het nut van deze werkwijze wordt vaak onderschat. Echter, vastgereden grond is bijzonder moeilijk weer beschikbaar te krijgen om hiermee een rug op te bouwen. Aan de pootmachine zelf zijn in praktisch alle gevallen schijven of aanaar ders bevestigd, die de aardappelen onder dekken. Hoe groot de direkt opge bouwde rug moet zijn, is niet zonder meer vast te stellen. Op koude gronden kan het wenselijk zijn niet te zwaar aan te aarden, daar deze dikke laag grond als warmte- (of koude) buffer gaat optreden. Op vroege, warme gronden is het mogelijk de rug praktisch ineens op hoogte te brengen. Op beide typen gronden zal echter gezorgd moeten worden dat de rug in maximaal 2 a 3 bewerkingen moet zijn opgebouwd. Naast deze beperkingen van bet aantal werkgangen zal er ook naar moeten worden gestreefd de rug «o vroeg mogelijk op te bouwen: hoe later in de grond wordt gereden, des te meer zal last worden verkregen van beschadiging van wortels. DE VERKRUIMEL AARS VOORDAT de grond op de rug wordt gebracht, wordt ze meestal losge woeld. De huidige verkruimelaars zijn in het algemeen goed voor hun taak berekend. Een nieuwe vinding op dit gebied is de sterverkruimelaar. Dit werktuig be staat uit twee sterren, die in elkaar grijpen en door de grond worden aan gedreven. Verstelmogelijkheden zijn ook hier in ruime mate aanwezig. Bij de grondbewerking is reeds ingegaan op die aangedreven werktuigen die ook geschikt zijn voor rijenbewerking, zodat er in dit bestek aan deze katego- rie verzorgingswerktuigen zal worden voorbijgegaan. De onkuidbestrijding langs mechanische weg is met de onkruidegge goed uit te voeren. Als een bewerking over de ruggen moet worden uitgevoerd is het wenselijk dat de tanden in een raam zijn bevestigd, waarbij alle tanden afzonderlijk instelbaar zijn, teneinde een goede aanpassing te verkrijgen aan de rug. Als er maar voldoende tanden zijn, behoeft een bewerking maar zeer ondiep plaats te vinden. Ook is het mogelijk een bestrijding uit te voeren met de gewone onkruid- egge. De bewerking van de zijkanten van de rug is echter minder intensief dan die van de kop van de rug. Een dergelijke onkruidegge is vrij eenvoudig zó aan te passen, dat deze aan de voorlader kan worden bevestigd, waardoor dan in één bewerking onkruid wordt bestreden en de rug opnieuw kan worden op gereden. Een enkele keer ziet men dat de onkruidegge achter de aanaarders is beves tigd. Deze zal weinig anders doen dan de rug fatsoeneren. Het betekent echter, dat de aanaarders door een verkeerde afstelling hun werk niet naar behoren vervullen. In wezen wordt hier dus het paard achter de wagen gespannen. Tenslotte nog een opmerking. Verschillende aanaarders kunnen van woel- tanden worden voorzien. Bij de laatste keer aanaarden mogen deze tanden worden gebruikt om de vaste grond te breken. Deze (brokken) grond wordt niet meer opgebracht en het ontstane gleufje kan gunstig werken bij over matige regenval, doordat de plaat in de geul veel minder weerstand zal bieden bij het wegzakken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11