De pluim- veehouc in Zeela 12 R HET afgelopen jaar is niet ongunstig voor de pluimveehouderij geweest. De eierprijzen wa ren gemiddeld goed, terwijl de produktie van de legkippen op de meeste bedrijven bevredigend kan worden genoemd. Het aantal nieuwe pluimveebe- drijven is ook dit jaar weer sterk toegenomen, ter wijl veel bestaande bedrijven tot vergroting van het aantal éénheden zijn overgegaan. Op enkele bedrijven werd hiervoor een nieuw leghok ge bouwd, terwijl op andere bedrijven in de reeds be staande ruimte legbatterijen werden geplaatst, waardoor meer kippen konden worden gehouden. In de laatste jaren werden veel nieuwe pluim- veebedrijven gesticht door personen van buiten de landbouw. Vooral in het afgelopen jaar zien wij hierin een sterke verandering optreden. Waar schijnlijk door de gunstige resultaten van de be staande pluim veebedrijven, zijn veel landbouwers evenals enkele fruittelers, in de pluimveehouderij geïnteresseerd. Wij mogen dit een gelukkig ver schijnsel noemen. De pluimveehouderij kan op de landbouw- en fruitteeltbedrijven een goede aan vulling zijn. De niet produktieve uren kunnen door het aantrekken van pluimvee produktief worden gemaakt, hetgeen betekent dat het totale arbeids inkomen aanzienlijk wordt verhoogd. Wij mogen verwachten dat ook in de landbouw grote verande ringen worden doorgevoerd. Deze veranderingen zullen wel geleidelijk komen, maar het is vrijwel zeker dat er vele bedrijven moeten verdwijnen, In de pluimveehouderij hebben deze veranderin gen zich reeds voltrokken en zijn de onrendabele bedrijfjes verdwenen. Hierbij werd niet gevraagd of men al of niet tot beëindiging van het bedrijf wilde overgaan, maar dit moet noodgedwongen ge beuren. De pluimveehouderij heeft in de laatste jaren een ander gezicht gekregen, zodat wij thans mogen stellen dat de pluimveehouderij qua auto matisering verder is dan de overige bedrijfstakken in de landbouw, waardoor er met verantwoorde éénheden kan worden gewerkt. Dit proces is zeer snel verlopen en is voor een buitenstaander wel eens moeilijk te volgen. HET OVERWEGEN WAARD HET streven van de E.E.G.-landen is om in de toekomst daar de produktie te laten plaats vinden waar dit het voordeligste kan. Hierbij zul len subsidies in welke vorm dan ook, zoveel mo gelijk moeten vervallen. Het is daarom jammer dat er een voorstel is gedaan om een subsidie in te voeren voor pluim veebedrijven met grotere één heden. Indien dit voorstel wordt aangenomen zou dit kunnen betekenen dat een aantal personen ter- wille van de subsidie pluimvee gaat houden. Voor ons land is deze stimulans zeker niet nodig. De pluimveehouderij heeft zich tot nu toe zonder sub sidie weten te handhaven en is juist hierdoor op een verantwoord niveau gekomen. Misschien dat voor enkele landbouwers het de overweging waard is, ook eens de mogelijkheden voor het aantrekken van pluimvee te bezien. Wij zouden ons zelfs kun nen voorstellen dat op de akkerbouwbedrijven het geteelde graan via de kippemaag een hogere prijs zou opleveren. Verschillende grotere pluimveebe- drijven zijn tot het zelf malen en mengen overge gaan, waardoor de kostprijs per kg eieren kan wor den verlaagd. Op de grotere akkerbouwbedrijven moet dit dan zeker mogelijk zijn, als het eigen ge teelde graan voor dit cloel wordt gebruikt. AKTIVITEITEN IN het afgelopen jaar hebben de pluimveever- enigingen in Zeeland diverse vergaderingen belegd. De N.O.P. die door de drie standsorganisa ties in het leven is geroepen, is met haar aktivitei- ten in Zeeland begonnen. De vergadering waar de heer ir. Dijkstra van het L.E.I. een uiteenzetting over het zelf malen en mengen heeft gegeven, was zeer geslaagd. Uit deze inleiding is wel gebleken dat met het zelf malen en mengen de kostprijs per kg eieren kan worden gedrukt. Over het zelf malen en mengen is thans een uitvoerig rapport ver schenen, waarin alle facetten en kosten zijn be schreven. Belangstellenden kunnen dit rapport gratis ontvangen. Met de grootste eierverzamelaar in Zeeland werd met de betrokken pluimveehouders een bijeen komst gehouden. Het doel van deze bijeenkomst was in de eerste plaats een nauwer kontakt tussen verzamelaar en pluimveehouder. Tijdens deze bijeenkomst werden de verschillende facetten over het hoe en waarom in de eierbranche uitgewisseld. Een belangrijk onderdeel hierbij vormden de eier- kisten, die tot nu toe van het ene naar het andere pluimveebedrijf gaan, zonder dat zij worden ont smet. Het moet niet als uitgesloten worden be schouwd, dat deze eierkisten een ziekte van het ene naar het andere bedrijf overbrengen. De schade die hieruit voor de betreffende pluimveehouders en verzamelaars zou kunnen ontstaan, mag als vrij aanzienlijk worden beschouwd. Het resultaat van de Zeeuwse bespreking is geweest dat thans overleg met de betreffende instanties wordt nage» gaan op welke wijze eierkisten kunnen worden ontsmet of uitgegast. Er zijn dit jaar weer enkele excursies georganik seerd. De excursies waren in hoofdzaak op België gericht. De meeste belangstelling had in de eerst# plaats de gordijnstal, maar ook de opfokbatteryen staan in de volle belangstelling. In België heeft men speciaal wat de opfokbatterijen betreft al heel wat ervaringen opgedaan, zodat de toekomstige op* fokkers zich ruim konden oriënteren. In de provin cie zijn veel kleinere excursies georganiseerd, speciaal met toekomstige pluimveehouders. Het is van groot belang dat de aspirant pluimveehouder zich eerst van alle mogelijkheden in de pluimvee houderij op de hoogte stelt, alvorens een besluit wordt genomen over het te bouwen hok, inven taris enz. De gesprekken tussen aspirant pluim veehouder en pluimveehouder zijn hierbij van groot belang. DE OPFOK VAN HENNEN IN Zeeland zijn zes specifieke opfokbedrijven, waar 60.000 hennen per 18 a 20 weken kun nen worden opgefokt. Dit is per jaar 150.000 hen nen. Indien wij bedenken dat alleen al in de laatste drie jaren het aantal legkippen met 180.000 in Zeeland is toegenomen, dan blijkt hieruit dat er nog steeds een tekort aan opfokruimte bestaat. De pluimveehouders die met legkippen beginnen, ko pen de hennen tegen legrijpe leeftijd en zijn dus op een opfokbedrijf aangewezen. De kuikenbroeder zorgt er voor dat de hennen worden opgefokt. Ee© aantal kuikenbroeders heeft een eigen opfokbe drijf, de overige kuikenbroeders besteden de op fok uit en hebben dus elders opfokruimte. Tot nu toe loopt dit systeem vrij goed, alleen komen er te weniig nieuwe opfokbedrijven bij, waardoor er op- fokmoeiijkheden zullen ontstaan. Het zal daarom noodzakelijk zijn dat de opfok de volle aandacht blijft houden. In de eerste plaats zal de aanwezige opfokruimte die in de provincie aanwezig is zo ef ficiënt mogelijk moeten worden benut. Ook zullen de opgefokte hennen in de provincie moeten blijven en niet naar elders mogen worden afgeleverd. Door deze werkwijze zou onze eigen streek tekort wor den gedaan. Momenteel verzorgen een zestal grotere pluim veehouders hun eigen opfok. Deze pluimveehouders hebben twee of meerdere leghokken, zodat het op fok leg dai opi §ta om dei hui op nen doo Voc bru goe Het ook wa kei bei LE< sro het geb legt fenj kat featl gew paa rol mat ianj m afz oio ie mal een inee xes dat gro duri de ges cm feev.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 12