Een tuinbouwbedrijf te Stavenisse 11 De stand van de sla Is goed. t De heer G. J. Niemandsverdriet te Stave nisse was één der eersten op het eiland Tho- len die overging van de vollegronds- naar de glastuinbouw. In 1962 werd een bescheiden begin gemaakt met 600 m2, in 1963 werd uit gebreid met 1000 m2 en in 1964 werd er nog maals 1600 m2 aan toegevoegd, waardoor de huidige oppervlakte van 3200 m2 werd ver kregen. Hij heeft er geen spijt van indertijd de stap te hebben gewaagd. Integendeel, dank zij het glas heeft hij zijn inkomen belangrijk kunnen verbeteren. Maar toch wil hij daarnaast zijn vollegrondsteelten niet missen, omdat vooral witlof en gladiolen de laatste jaren ook een goed belegde boterham opleverden. BEDRIJF WERD VERKLEIND De heer Niemandsverdriet had indertijd een op pervlakte van 4 ha, die hij in hoofdzaak benutte voor de teelt van de bekende arbeidsintensieve ge wassen als gladiolen, uien, vroege aardappelen e.d. Mede omdat hij moeilijkheden in het verschiet zag in verband met de vruchtwisseling, heeft hij het gezocht in de glasteelt. De beschikbare 4 ha was toen te groot om er alleen tuinbouwgewassen op te telen. En aan land bouwgewassen is voor de „kleine man" niets te verdienen. Zelfs suikerbieten zijn zeer extensief in vergelijking met b.v. gladiolen. Daarom werd 2 ha afgestoten en op de resterende 2 ha worden inten sieve gewassen verbouwd. Verder wordt er jaar lijks circa lVs gemet bijgehuurd voor gladiolen, om dat hij met dit gewas op eigen grond „rond" is ge weest. RUIME GEWASSENKEUZE Een dergelijk bedrijf met glas en vollegronds- tuinbouw vraagt enorm veel werk. Dat te meer, omdat de heer Niemandsverdriet het zichzelf ook verder niet gemakkelijk maakt. Hij heeft zoveel variatie in de gewassenkeuze dat het hele jaar door op topcapaciteit moet worden gewerkt. Dat valt af ie leiden uit zijn teeltplan. Normaal verbouwt hij in de volle «grond ongeveer het volgende: 0.80 ha witlof, 0.80 ha Doré (met 30 are nat eelt winter- ming) wordt circa 800 m* benut met glasaardbeien. Als hoofdras hierbij Glasa, maar omdat er te weinig planten waren werd aangevuld met Gorella en Red Gauntlet. Verder werden vorig jaar tevens nog wat bonen en kroten geteeld. U ziet het, geen bedrijf voor een vijfdaagse werk week en drie weken vakantie. De baas heeft het winter en zomer druk, terwijl bovendien Plonie, de oudste dochter (17 jaar), vrijwel het hele jaar door dagelijks meehelpt. En ook moeder de vrouw s^rinpt bij als het druk is; alle tomaten worden b.v. door haar gesorteerd. De ziektebestrijding bij de gladiolen gebeurt door een loonspuiter. Doch het andere werk wordt bijna allemaal met „eigen men sen" uitgevoerd. Het is typisch een gezinsbedrijf. ELKE WEEK INKOMEN Het aantrekkelijke van de wel erg ruime gewas- senspreiding is, dat er elke week geld binnenkomt van produkten. Soms vrij veel, soms slechts een bescheiden bedrag, maar vorig jaar werd geen week gemist en dit jaar tot nu toe ook niet. Dit natuurlijk mede dank zij het witlof, dat dit seizoen weer be vredigende geldelijke uitkomsten gaf. En dat geld werd verdiend in een periode dat er anders weinig te verdienen viel. In het begin van het seizoen (vo rig najaar) was het zelfs tot 2,30 per kg. Later is de prys gedaald, maar de middenprijs ligt toch nog op circa 1,25. - Plonie, de oudste dochter, bezig met het schoonmaken van de aard- Woning en bedrijfsschuur. De kas is daarachter gebouwd, beien. Links met plastic bedekte witlofkuil. op 1 maart goed weer is, gaan ze op die datum de grond in en het mag nog 27 februari zyn ook. De ervaring leerde hem dat zelfs bij dat zeer vroege poten dooreengenomen meevalt met vorstschade. Misschien is het opgevallen dat er wel plantuien, maar geen zaaiuien in het teeltplan zijn. Zaaiuien vragen echter te veel tijd in het najaar, als het erg druk is met diverse andere gewassen. GLAS WORDT NIET UITGEBREID Was het niet beter en gemakkelijker om de kas verder uit te breiden en de vollegrond op te geven? Als er een „troonopvolger" was, dus een grote zoon die veel voor de tuinbouw voelde, zou dat mis schien gebeuren. Maar er zijn alleen vier dochters, die even hoog gewaardeerd worden als men zoons zou doen, maar die de bedrijfsopvolging onzeker maken. De oudste dochter helpt steeds mee, zoals reeds werd opgemerkt, en ook de anderen helpen, o.a. in de vakantie, maar als ze later de deur uit zijn, zal het bedrijf aangepast moeten worden. Bij de hui dige opzet kan men dan nog alle kanten uit, als naar een minder arbeid vragend bouwplan moet worden overgegaan. Bovendien is het de vraag of met sla/tomaten meer verdiend wordt dan met gla diolen en witlof, althans op dit bedryf. Wat de toekomst zal brengen moet worden afgewacht, maar de laatste jaren waren dit goed rendabele ge wassen. De heer Niemandsverdriet bekijkt dit alles bloemkool). 0.66 ha gladiolen,0.20 ha plantuien. Verder wat aardbeien, princessebonen, knolselderij en een plantenbed voor de kasaardbeien. Het witlof wordt'op éigen bedrijf getrokken, wat veel winterwerk betekent. Het trekken gebeurde tot nu toe in de kas, maar er wordt nu een speciale witlofschuur gebouwd van 15 x 10 m. De schuur wordt var. een zeer voordelige constructie; beton- planken die als bouwpakket thuis komen en door de heer Niemandsverdriet verder worden verwerkt. Het is een „doe het zei ver" die zoveel mogelijk alles zelf verdient en o.a. ook de huidige schuurruimte grotendeels bouwde. ZEER ARBEIDSINTENSIEF Ook in de kas is het teeltschema tamelijk inge wikkeld. Weliswaar wordt circa drie-vierde benut voor de bekende combinatie sla/tomaten, maar be halve witlof trekken (3 x per winter, gaasverwar- Begin november werd de eerste kuil opgezet en eind oktober werd het eerste lol geveild. Als alles volgens plan verloopt zal eind maart het laatste lof afgeleverd worden. Uit het feit dat nu een aparte witlofschuur wordt gebouwd, valt af te leiden dat dit gewas een flinke bijdrage levert voor het in komen. VROEGE AARDAPPELEN EXTRA VROEG Ook de gladiolen staan goed aangeschreven. Vo rig seizoen gaf veel extra werk bij het rooien en verwerken, wegens het erg natte najaar, maar de teelt was niettemin lonend. De oogst die dit jaar zal groeien is ook weer al in voorverkoop verkocht. De vroege aardappelen wil de heer Niemands verdriet ook niet missen, omdat hy ze altyd extra vroeg heeft. Normaal is hij steeds de eerste aan voerder. Hy heeft er „vroege" grond voor en poot ze soms al, als niemand er nog over denkt. Als het nuchter. Het zal mede van de omstandigheden af hangen welke richting in de toekomst wordt inge slagen. TEVREDEN Samenvattend kunnen we concluderen dat het bedryf in de eerste plaats is afgestemd op de be schikbare arbeid en grond. Verder op de verkregen kennis en ervaring. Het is een klein bedrijf zoals er vele zijn en da nog steeds bestaansrecht heeft. Er wordt een be vredigend inkomen op verdiend, zij het ten koste van veel arbeidsuren, maar dat hoort bij land- en tuinbouw. Een betrekkelijk nadeel is de gebonden heid, want men kan vooral de kas bijna geen dag in de steek laten. Maar ondanks die gebondenheid voelt de heer Niemandsverdriet zich zelfstandig. En daarom is hy tevreden. A. van O.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11