UIT DE PRAKTIJK
Contractteelt conservenerwten op Walcheren
in de belangstelling
Kwaliteit van de ondernemer moet het doen
Melkveehouders op Noord-Beveland voor
belangrijke beslissing
Wachten om aan 't werk
te gaan
Investeren - gokken
5
Wanneeer u dit artikel leest kan het op zijn
vroegst de laatste dag van februari zijn. Een volle
lentemaand ligt dan weer voor ons. Nu is het op
de bedrijven in WALCHEREN nog rustig, maar
indien de weersomstandigheden in de komende
lentemaand gunstig zijn zal de bedrijvigheid weer
snel toenemen. We zullen dit nog rustig af moeten
wachten, we herinneren ons nog wel jaren dat er
in de maand maart vrijwel geen werkzaamheden
op het veld konden worden uitgevoerd. Rustig af
wachten wil niet zeggen dat we niet met ons be
drijf bezig moeten zijn. De plannen wat betreft de
bedrijfsorganisatie dienen klaar te zijn, zodat de
werkzaamheden bij gunstig weer ook vlot uitge
voerd kunnen worden.
Van de zijde van de konservenindustrie wordt
er ook in ons gebied getracht de teelt van konser-
venerwten te introduceren. De belangstelling voor
deze teelt blijkt in andere gebieden tegen te val
len zodat men zijn aktiviteiten ook tot in Walche
ren heeft uitgebreid. Deze aktiviteiten beperken
zich uiteraard tot de grotere bedrijven.
Met de inzaai van de bieten in het vooruitzicht
zullen we met de loonzaaier nog overleg moeten
plegen wat betreft de diepte van zaaien. Vorig
jaar zijn met te ondiep zaaien plaatselijk onpret
tige ervaringen opgedaan. De reaktie bij verschil
lende kollega's was, „volgend jaar zal ik ze wel
flink diep zaaien". Ook hiertegen moet toch wel
ernstig gewaarschuwd worden. De gulden midden
weg bewandelen lijkt hier het beste. Achteraf
weten we pas wat het meest juist zou zijn ge
weest. Een zaaidiepte van 2 cm is de meest ge
wenste.
Het areaal tweede jaars plantuien zal vermoe
delijk dit jaar niet groot zijn. Door de hoge prijs
van het plantgoed schrikken velen er van terug
om deze teelt te gaan bedrijven. .De kans is aan
wezig dat bij een kleine oppervlakte de prijzen
zodanig zijn dat de teelt toch nog rendabel is on
danks hoge kosten. De prijsvorming is ook hier
een kwestie van vraag en aanbod.
Zo zachtjesaan lijkt THOLEN en ST. PHILIPS-
LAND zich te ontworstelen aan de greep van Ko
ning Winter. De sneeuw die ruim 14 dagen onze
boerderijen heeft bedekt is thans ongeveer ver
dwenen. Voor de structuur van de grond hopen
we thans nog op enige nachtvorstjes, want dat zal
wel nodig zijn om de grond enigermate bewerk
baar te maken.
De sneeuw is een lelijke spelbreker geweest bij
de nazorg van de rattenbestrijding. Juist na de
laatste vrijdag van de eerste bestrijdingsweek,
waarin Tholen met een goede inzet van alle be
trokkenen, waterschap, gemeenten, ZLM en be
woners de bestrijding rigoureus en efficient heeft
aangepakt, viel de sneeuw in overvloedige hoe
veelheden. Daardoor werd de controle van de
weggehaalde zakjes haver met cumurine onmo
gelijk. En dat is jammer, want het is nodig dat de
ratten een flinke dosis van deze haver tot zich
nemen, om voor goed in te slapen. Hopelijk kan
a.s. week deze nazorg nog goed uitgevoerd wor
den.
Vrijdag j.L is de oudste voorvechter van het
landbouwonderwijs op ons eiland, de heer J. H.
Hage te Scherpenisse, ten grave gedragen. Naast
een algemeen gewaardeerd land bouw voorman,
heeft hij vooral als voorzitter van de commissie
van toezicht van de lagere landbouwschool te
Scherpenisse veel vruchtbaar werk verricht. Juist
op zijn begrafenisdag zou de eerste steen gelegd
worden voor de nieuwe vergrote landbouwschool.
Wat een droeve speling van het lot, dat juist
deze eerste steenlegging had moeten plaats vin
den op de dag dat de eerste steenlegger van het
landbouwonderwijs naar zijn laatste rustplaats
werd gebracht. Moge de heer Hage na een welbe
steed leven, waarvan agrarisch Tholen veel vruch
ten heeft mogen plukken, rusten in vredeI
De eerste steenlegging heeft nu dinsdag plaats
gevonden door de huidige directeur de heer Van
Heusden. Juist in deze tijd wordt goed landbouw
onderwijs dagelijks belangrijker, want de eisen
die aan de toekomstige agrariër worden gesteld
worden steeds hoger. Nieuwe inzichten in de tech
niek en in de chemie die thans nauw aan ons
agrarisch bedrijf zijn verbonden dienen op de voet
te worden gevolgd. Het aantal agrarische werkers
vermindert steeds, i.p.v. de quantiteit van de wer
kers in onze bedrijfstak zal de kwaliteit het moe
ten doen. Alleen met de opvoering van de kwali
teit van de ondernemer komt men er niet, ook het
personeel dat op onze bedrijven met ingewikkelde
en dure machines omgaat, en dat onze gewassen
moet verzorgen met verplegingswerktuigen of
spuitmachines, zal veel meer dan vroeger over de
nodige kennis en het nodige inzicht moeten be
schikken in de problematiek van onze bedrijven.
Vooral aan de techniek zal o.i. veel meer dan
thans nog het geval is aandacht besteed moeten
worden. De opleiding op de landbouwschool zal
veel breder moeten worden zodat de gediplomeer
de veel meer mogelijkheden kan worden geboden
dan alleen maar direct aan de landbouw gebonden
functies. Een veel ruimere mobiliteit van de af
gestudeerde lijkt ons in de komende tijd een aller
eerste vereiste.
De rundveehouderij is op NOORD-BEVELAND
nooit een produktietak van grote betekenis ge
weest. De Noordbevelandse boer is nu eenmaal
(evenals zijn meeste Zeeuwse collega's) meer ak
kerbouw- dan veemindend. Grond die geschikt is
voor bouwlandexploitatie wordt dan ook meest als
zodanig gebruikt. Na het geleidelijk scheuren van
de weitjes rondom de boerderij waarop vroeger
de werkpaarden en nog wat melk- en mestvee
hun voedsel vonden, is het grasland op Noord-
Beveland nu meest als zodanig gebruikt. Na het
geleidelijk scheuren van de weitjes rondom de
boerderij waarop vroeger de werkpaarden en nog
wat melk- en mestvee hun voedsel vonden, is het
grasland op Noord-Beveland nu meest beperkt tot
dijken en minderwaardige gronden. Kort geleden
zagen we nog een statistiek waaruit bleek dat het
totale veebestand in onze streek 10 jaar geleden
bestond uit een kleine 300 stuks melkvee en 1050
stuks mest- en jongvee. In totaal op 150 bedrijven.
Vorig jaar was dit geslonken tot 165 stuks melk
vee en ruim 600 stuks mest- en jongvee op in
totaal 86 bedrijven. Het toch al geringe aantal was
in die tijd dus nog sterk teruggelopen. Met uit
zondering van enkele grotere koppels is ook het
aantal stuks vee per bedrijf gering. Bij deze terug
gang spelen o.a. ook de ruilverkavelingswerken
een rol. Te laag of ongelijk liggende percelen
kunnen soms worden opgehoogd en voor bouwland
geschikt gemaakt.
Dit jaar staan de melkveehouders voor een vrij
belangrijke aanpassing. Aanleiding daartoe is het
afsluiten van de periode waarin Noord-Beveland
nog „volle melkgebied" mocht blijven. Tot nu toe
mogen de melkveehouders hun melk nog recht
streeks aan de slijters leveren. De slijters verko
pen de melk nog als gewone volle melk door ar.n
de consument. Voorzover ons bekend is Noord-
Beveland het enige gebied waarin dit nog is toe
gestaan. Per 1 april a.s. komt hier verandering in.
Rechtstreekse levering aan de slijters is dan ver
boden en de melk moet evenals elders geleverd
worden aan een zuivelfabriek.
In een streek met weinig veehouderij en boven
dien veel kleine leveranciers is het dagelijks op
halen van de melk relatief duur. Daarom is aan
sluiting gezocht bij het z.g. „melktankprojekt" op
Walcheren. Bij realisering van dit project worden
er op de bedrijven melktanks geplaatst. Daarin
wordt de melk direkt gekoeld en het ophalen kan
dan beperkt blijven tot enkele keren per week.
Een melktank is echter alleen subsidiabel op be
drijven met minimaal 10 melkkoeien. Dit zijn er
op Noord-Beveland maar 5 k 6. Voor diegenen die
niet in staat of bereid zijn een dergelijk aantal
koeien te houden zal de melk dan opgehaald wor
den met dezelfde auto die vanaf de fabriek melk-
produkten brengen naar de melkslijters. We ho
pen in het belang van de kleinere melkveehouders
dat dit in de praktijk ook zal voldoen. Anders zou
deze omschakeling tevens een vrij drastische kou
de sanering van de melkveehouderij betekenen.
En voor een aantal kleinere bedrijven is het melk
vee dan wel geen grote maar toch soms moeilijk
te vervangen inkomensbron.
Andere janen zijn er op ZUID-BE VEL AND in
de tweede helft van februari voldoende mogelijk
heden om de kunstmest, nl. de stikstof op het
graszaad te strooien en eventueel dit ook al op
wintertarwe en karwij te doen. Tot nog toe is door
de late vorstperiode, maar vooral door de sneeuw
hier nog niets van gekomen. De sneeuw is ge
lukkig snel verdwenen mede doordat de grond
weinig of niet bevroren was toen de sneeuw vieL
Plassen op het land komen dan vrijwel ook niet
voor.
Wanneer we in het voorjaar de grond zaaiklaar
willen maken, wordt gelet op het voldoende droog
zijn van de te bewerken bovenlaag. De slootwater
stand is hierbij wel belangrijk, deze kunnen we
zien. De grondwaterstand in het perceel kunnen
we echter niet zien, doch deze is van veel groter
belang. Verslemping, tijdstip van bewerkbaarheid
alsmede struktuurbederf door te nat rijden zijn
hier sterk van afhankelijk.
Een goede ontwatering door middel van een
voldoend diepe drainage, alsmede het goed funk-
tioneren van deze drainage is en blijft steeds nood
zakelijk om op tijd de grond te kunnen bewerken,
zaaien, maar ook om te kunnen oogsten (denk aan
najaar 1968).
De wintertarwe is na het wegsmelten van de
sneeuw zeer goed voor de dag gekomen, ze is wel
enkele weken in ontwikkeling achter t.o.v. andere
jaren. Ondanks de late zaai is er toch al vrij veel
onkruid aanwezig. Mede in verband met de latere
ontwikkeling van de tarwe is enige voorzichtig
heid met DNOC wel gewenst. Verder hangt de
mogelijkheid van spuiten sterk af van de berijd
baarheid van de grond. Mogelijk dat op een iets
later tijdstip het gebruik van het nieuwe middel
Tribunü even goed kan werken. Deze werkt ook
wat beter tegen grotere onkruiden, verder werkt
Tribunil ook gunstig tegen straatgras, windhelm
en duist, mits deze nog klein zijn.
Rond half februari werden bij ons in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN reeds verschillende per
celen geheel of gedeeltelijk van kunstmest voor
zien. De eerste aktiviteiten hebben we hier dus
weer gehad en het ziet er naar uit dat, als het
weer tenminste meewerkt, rond half maart het
zaad aan de grond zal worden toevertrouwd. La
ten we hopen dat de groei en de oogst van de ver
schillende gewassen met minder problemen zal
geschieden dan in 1968. Het gezegde van alles
komt uiteindelijk weer goed mag dan wel zo
gezegd worden, maar dat neemt niet weg dat o.a.
in het voorgaande jaar van enkele produkten de
kwaliteit te wensen overlaat en dat verder de
bergingskosten in sommige gevallen belangrijk
stegen. Wanneer de prijzen dan goed zijn is dit
alles nog wel te overkomen, maar daar ziet het
er momenteel ook niet naar uit. Voor uien worden,
rekening houdend met bewaarverliezen en uitval
slechts matige prijzen betaald, terwijl die voor
aardappelen en bonen helemaal niet vlotten.
Wanneer we ons oor zo hier en daar eens te
luisteren leggen ziet het er toch wel naar uit dat
er weer een areaaluitbreiding van suikerbieten en
uien zal plaatsvinden, terwijl verder de belang
stelling voor vlas en graszaad weer toeneemt. Het
vlas is vooral het afgelopen jaar in vergelijking
met enkele andere gewassen niet slecht geweest,
terwijl volgens insiders de perspectieven voor de
teelt van sommige graszaadsoorten goed zijn. Dit
mag dan een lichtpuntje zijn, anderzijds is het
jammer dat zelfs gespecialiseerde aardappeltelers
deze teelt gaan inkrimpen. Oorzaak op den duur
financiële onmacht als gevolg van de slechte gang
van zaken. In enkele gevallen blijkt in de duidige
situatie gezien, de investering in gebouwen en
machines ongepast geweest te zijn.
Meer dan bijvoorbeeld in de industrie menen
wij dat grote investeringen in de landbouw gok
ken is. Achteraf blijkt vaak dat beter een andere
weg soms zelfs verdwijnen uit de landbouw
sector beter geweest was. Zo zijn momenteel
enige akkerbouwers bezig informatieve gegevens
te verzamelen betreffende moderne rundvee- of
varkensmesterij. Individueel zowel als in studie-
klubverband worden daarvoor gespecialiseerde
bedrijven bezocht. Het ziet er naar uit dat in de
komende periode o.a. enkele mestvarkenstallen
uit de grond zullen verrijzen. In hoevrre derge
lijke beslissingen juist zijn zullen we weer af moe
ten wachten.