De maand maart landbouwbedrijf op het Zeeuws 24 Met het einde van februari in zicht^.'fraderen we maart met rasse schreden. In deze maand hopen we weer te kunnen beginnen met de voorjaars werkzaamheden op het land. Wat dit betreft zijn het de weersomstandigheden die bepalen wanneer begonnen kan worden, begin maart of pas later. De wil om te beginnen is wel aanwezig na een rustige periode van enkele maanden. Deze heb ben we kunnen benutten om de verschillende plan nen voor te bereiden. We denken hierbij aan het bouwplan, bemestingsplan, spuitplan, voederwin- ningsplan, etc. Het bouwplan is nu wel definitief vastgesteld, mogelijk op enkele kleine verschuivingen na bij de latere gewassen. Grote verschuivingen zullen er naar verwachting niet optreden. Doordat men op verschillende bedrijven niet aan wintertarwe- zaaien is toegekomen, zal er wat meer zomertarwe worden uitgezaaid. Voor de uien- en erwtenteelt blijkt ook weer wat meer belangstelling te bestaan. Overdrijven in bepaalde teelten lijkt gevaarlijk, zo wel wat betreft prijsrisiko's, als uit een oogpunt van vruchtwisseling en arbeidstechnisch. BEMESTING Het strooien van de kunstmest, vooral wat stik stof betreft, dient met de nodige zorg uitgevoerd te worden. Vooral bij gebruik van een centrifu gaal- of pendelstrooier kan het voorkomen dat er „strooibanen" te zien zijn. Dit is op geen enkel gewas gewenst maar kan vooral in granen, gras zaad en vlas veel moeilijkheden veroorzaken en schadelijk zijn. Belangrijk is dat het strooi-apparaat in werk- stand op de juiste hoogte (±60 cm boven het maai veld) is ingesteld, terwijl de stand verder zowel van achter als zijdelings gezien horizontaal moet zijn. Te veel overlappen of te ruim rijden moet worden voorkomen. Voor de bepaling van de hoogte van de fosfaat- en kalibemesting kunnen de bemestingsadviezen, gebaseerd op grondonderzoek, als richtlijnen die nen. De hoogte van de stikstofgift blijft altijd een moeilijke zaak, daar de weersomstandigheden zo wel in de winter als tijdens het groeiseizoen hier bij een belangrijke rol spelen. Bij de weersomstan digheden in de winter speelt de hoeveelheid neer slag een belangrijke rol. In een winter met wei nig neerslag zal minder van de nog in de grond aanwezige stikstof uitspoelen dan wanneer er veel neerslag valt. Voor ons gebied lopen de neerslag hoeveelheden in de winter 1968/1969 niet veel uit een t.o.v. de winter 1967/1968. Alleen in de maan- den september en plaatselijk ook in oktober 1968 waren de neerslaghoeveelheden aanzienlijk gro ter dan in het jaar daarvoor. We willen hiervoor verwijzen naar een publikatie van dr. F. v. d. i Paauw van het Instituut voor Bodemvruchtbaar heid te Haren (Gr.) de vorige week in dit blad 3 en het artikel hierover in dit nummer. Wat de weersomstandigheden tijdens het groei- 3 seizoen betreft, deze zyn niet te voorspellen. De 3 W. JANSE R.L.V.D. - Goes Brede wendakkers vergemakkelijken de veraorgings- en oogstwerkzaamheden. Op kalkarme en slempige gronden zijn verschillende gewassen dankbaar voor een zaaïbedbekalking. m "K* Een kluitenvrij voldoende vochthoudend zaaibed geeft het beste resultaat bij de toepassing van bodemhubiciden. ï£:|::5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 24