Stikstofbemesting op wintertarwe, suikerbieten en aardappelen I 5 S 8 21 (Oost Zuid-Beveland) M. VAN GASTEL R.L.Y.D. Goes Gewas in 1967 Met of zonder groenbemesting Granen zonder groenbemesting Gewassen met groen bemesting of luzerne Hakvruchten ai O N in 1 keer gegev. N in 2 keer gege» Kg per ha Kg per ha 5 «O ■t: a a o ca ca H oo ca ao x A W> A A suikerb. 26 6 194 147 253 20 198 156 232 suikerb. 15 6 172 147 235 suikerb. 9 3 189 173 210 9 166 147 210 6 195 115 267 De laatste jaren bewegen de hoeveelheden stikstof, die men op de gewassen strooit, zich in een steeds stijgende lijn. Om hier wat nader over geïnformeerd te zijn is aan een aantal landbouwers in Oost Zuid-Beveland gevraagd naar de in het voorjaar van 1968 gegeven stikstofbemesting op 50 percelen wintertarwe, 50 percelen suikerbieten en 40 percelen aardappelen. Aangezien de voorvruch ten, evenals de groenbemestingsgewassen hierbij een rol kunnen spelen, is ook daar naar gevraagd. Daarnaast kunnen ook andere faktoren (meestal verhogende) van invloed zijn op de hoogte van de stikstofgift, zoals: de rassenkeuze bij wintertarwe grondsoort (bodemtype) en struktuur het te lang nat blijven van de grond, slechte drainage, verslemsping minder goede stand van wintertarwe, door laat zaaien of een te dun en/of traag ontwikkeld gewas de konkurrentie om de stikstof tussen gewas en (teveel) onkruid een te langzame vertering van een graszaadstoppel als gevolg van onvol doende bewerking, waardoor voor de afbraak in het volgende groeiseizoen een te groot deel van de stikstofgift wordt opgeëist; vroeg optreden van bietenmoeheid. Welke hoeveelheden stikstof i.v.m. deze faktoren extra gegeven moeten wor den is niet gemakkelijk vast te stellen. Verwacht werd dat er verschillen in de stikstofgiften voor de dag zouden komen tussen de grotere bedrijven met, een hoog percentage granen en handelsgewassen tegenover de kleinere bedrijven met vrijwel alleen intensieve gewassen als aardappelen, suikerbieten, uien, knolselderij, wijnpeen, gladiolen enz. Uit de verkregen gegevens kon dit niet vastgesteld worden. Ook de zwaarte van de grond bleek geen rol te spelen in de hoogte van de stikstofgift. WINTERTARWE Bij de informatie naar de stikstofgiften op de wintertarwe is ook gevraagd of CCC werd toegepast, er is geen rekening gehouden met de hoeveelheid CCC per ha. De hoeveelheden stikstof liepen uiteen van 52 tot 138 kg per ha, het gemiddelde van de 50 percelen was 94 kg. Het is ook gebleken dat de stikstof gift op tarwe waar CCC werd toegepast nogal wat hoger lag dan op tarwe zonder CCC. Op 11 percelen werd de stikstof in 2 keer gegeven. Volgens de proefvelden lijkt deze wijze van stikstof toedienen n.l. de totale hoeveelheid stikstof in 2 keer te strooien, de eerste gift zo vroeg mogelijk, de tweede gift bij het begin van het doorschieten het beste resultaat te geven. Op 74 van de geënquêteerde percelen werd CCC toegepast. Dit komt wel overeen met het totale beeld in Oost Zuid-Beveland. Op tarwe met CCC werd gemiddeld 28 kg stikstof meer gestrooid dan op tarwe zonder CCC. In 1955 (enquête R.L.C.) werd de stikstofgift geschat op 35—75 kg; gemid deld 50 kg per ha; voor het ras Heines VII afzonderlijk op 50120 kg, gemid deld 80 kg per ha. Op 19 percelen werd meer dan 100 kg stikstof gegeven. Het is gebleken dat men op sommige percelen met minder stikstof had kunnen volstaan. Op 3 per celen werd meer dan 120 kg stikstof gestrooid. Alleen onder zeer extreme om standigheden zal dit (nog) te rechtvaardigen zijn. Afhankelijk van de voorvrucht zal meestal een gift van 6075 kg stikstof wel voldoende zijn. Bij toepassing van CCC kan dit opgevoerd worden tot 85 a 100 kg per ha. Gewenst is om deze hoeveelheid in twee keer te geven. Tabel I Stikstofgiften op 50 percelen wintertarwe in 1968, ingedeeld naar de toe passing van CCC en liet aantal keren strooien van de stikstof. Gewas in 1968 N toege diend in N toegediend in 1 keer 2 keer O u O JD <u aj °c» N O "a; <u Pi fH cS 2 o a» p, s c CS a> '5> wintertarwe wintertarwe met zonder 37 13 102 74 u X e~4 2 keer laagste gift hoogste gift laagste gift hoogste gift 26 11 65 138 90 128 13 52 87 130 1 1 Tabel II De spreiding van de stikstofgiften was als volgt: Hoeveelh. N in kg/ha Omschrijving Met CCC, N in 1 keer gegeven Met CCC, N in 2 keer gegeven Zonder, CCC N in 1 keer gegeven SUIKERBIETEN De gemiddelde stikstofgift op de 50 geënquêteerde percelen bedroeg 188 kg. De laagste was 60 -f- 55 115 kg N, de hoogste was 230 37 267 kg N per ha. Op 15 percelen werd de stikstof in één keer gegeven, op 35 percelen in twee keer. Tabel m Stikstofgift op 50 percelen suikerbieten in 1968 gerangschikt naar groepen van voorvruchten, met eventuele groenbemesting en aantal malen toedienen van de stikstof. Aant.<60 61- 71- 81- 90- 101- 111- perc. 70 80 90 100 110 120 26 1 9 5 6 3 11 1 2 2 5 13 2 4 2 4 1 xöx- 5, 140 Üfc 99 109 74 O O O O O O Tabel IV De spreiding van de stikstofgiften was als volgt: oooooooo ooc___ u CMCO-tflOCOC-COOSO—«(MCOrfirseOlC- HHHH 'HrtHH NNNNN «MN Hoeveelh. in kg/ha J, J, J, J, i i i i Aantal keer 2 2 2 2 S 5 2 S 3 H Si S S f Gegeven in 1 keer Gegeven in 2 keer 2 1 2 2 2 3 3 1 2451546122 15 184 35 189 Het valt wel op dat de 34 percelen graan, voorafgaande aan de suikerbieten, op slechts 8 percelen een groenbemester werd geteeld. Dat is slechts 24 Daarnaast kwam op 3 percelen, t.w. vlas, erwten en graszaad nog één of andere groenbemester voor. Ziet men de luzerne niet alleen als voorvrucht, maar ook als groenbemester, dan werd op de 41 percelen waar dit mogelijk was in slechts 15 gevallen hier gebruik van gemaakt. Het percentage van 36 valt dan ook tegen. Na voor vruchten met een groenbemester werd minder stikstof gegeven dan na vcorvruchten zonder groenbemester. Op de 8 percelen, met als voor- vrucht wintertarwe met groenbemesting, was de stikstofgift 181 kg per ha, op de 26 percelen, met als voorvrucht granen zonder groenbemesting, 197 kg. Verder kwam naar voren dat op 75 van de 35 percelen waar een over bemesting werd gegeven, hiervoor chilisalpeter werd gebruikt. Alleen op de lichte gronden kan dit zinvol zijn. Voor gronden boven 20 afslibbaar is het vrijwel nooit noodzakelijk. Waar dan ook de kalivoorziening in de grond vol doende is, kan het in chilisalpeter voorkomende Natrium geen voordelen geven. Chilisalpeter geeft wel een donkerder gekleurd blad. In 1955 werd de stikstofgift op suikerbieten geschat op 120180 kg met een gemiddelde van 155 kg per ha. Dat werd toen te hoog geacht. Gezien de resul taten op de proefvelden zal 140 k 170 kg N per ha meestal voldoende zijn om de hoogste suikeropbrengst te bereiken. Op 17 van de 50 pércelen werd meer dan 200 kg stikstof gegeven, dit is te royaal. Zuiver economisch gezien is dit geldverspilling. Ook het gebruik van chilisalpeter kan men zo zien. Zonder enig bezwaar moet het gemiddelde van 188 kg stikstof per ha met. 20 k 30 kg verlaagd kunnen worden. Het voor deze extra stikstof bestede geld kan beter gebruikt worden voor: a. de teelt van groenbemesters in het voorafgaande gewas b. indien nodig voor een kalkbemesting c. het in orde brengen en houden van de drainage en/of verdere ontwatering. AARDAPPELEN De gemiddelde stikstofgift op de 40 geënquêteerde percelen bedroeg 192 kg per ha. De hoogste gift was 244 kg N per ha, de laagste gift 144 kg N per ha, 25 maal werd de stikstof in één keer gegeven, op de overige 15 percelen in twee keer. Tabel V Stikstofgift op 40 percelen aardappelen in 1968, gerangschikt naar groepen van voorvruchten (met of zonder groenbemesting) en het aantal malen van toediening van de stikstof. N in 1 keer gegeven Kg per ha g 2 Gewas in 1967 Met of zonder groenbemesting Granen zonder groenbemesting W.-tarwe, vlas. erwten met groenbemesting of luzerne Hakvruchten co O a 13 8 19 a K i»4 ca 10 197 6 9 196 201 144 173 168 f A I •3 CS 230 3 235 2 244 10 N in 2 keer gegeven Kg per ha 6 2 S 192 166 165 193 152 145 299 178 235 Tabel VI De spreiding van de stikstofgift was als volgt N-giften in kg per ha N gegeven in 1 keer N gegeven in 2 keer O lO e-4 1 r4 O co r4 I O c- H I O CO T-* I O os h O O 7 O f-4 -220 3 7 f s 7 •O v-4 i co n »-c E— r-4 •-4 00 H JL Os f-4 i O CM 1 *-4 N i 3 1 1-4 co <M i 1 2 4 3 4 5 4 1 i 1 1 2 3 1 1 3 1 1 1 15 189 In 1955 werd volgens de eerder genoemde enquête de stikstofgift geschat op 120170 kg, met een gemiddelde van 150 kg per ha. Toen werd dat te hoog geacht. Op 8 van de 40 percelen werd nu meer dan 220 kg stikstof per ha gestrooid. Dit zal wel nooit verantwoord zijn. In veel gevallen zal b(j een hoge gift de groei in het begin geremd worden Boven een stikstofgift, die voor ieder perceel afhankelijk van voorvrucht, struktuur, bodemvruchtbaarheid, grondligging, het gewenste tijdstip van aard appelen rooien, enz. van 160200 kg per ha mag variëren, zal vrijwel nooit een opbrengstverhoging kunnen worden verkregen. Op de 20 percelen waar in of na de voorvruchten een groenbemester moge lijk was, kwam dit slechts op 7 percelen voor. Hier kan de luzerne nog bijge teld worden, dan wordt het op 8 van de 21 percelen, dit is slechts 38 Het beeld van de stikstofgift na groenbemesters of luzerne is aanmerkelijk minder duidelijk dan bij de suikerbieten. Van een besparing op stikstof na groenbemesting is geen sprake, behalve in 2 gevallen. Dit aantal is echter te gering om er konklusies aan te durven verbinden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 21