VJ VRIJDAG 28 FEBRUARI 1969 57e Jaargang No. 2970 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tninbonw en Veeteelt in Zeeland 1 Zeeland en de Chemie De lente is in aantocht en de voorjaarswerkzaamheden op de bedrijven beginnen weer de aandacht te vragen. In dit nummer zijn een aantal artikelen hierop gericht. In de bijdragen „De maand maart op het Zeeuws landbouwbedrijf", „Onkruidbestrijding in wintertarwe", „Lucerne als hoofdgewas", „Verantwoord bemesten", „Stikstofbemesting op tarwe" en mechanisatienieuws wor den verschillende aktuele zaken (pagina 1825) behandeld. Over het vraagstuk van de samenwerking en de mogelijkheden die deze kan bieden een artikel op pagina 17. Voor de tuinbouw: de 5e Teleac-cursus „Groenteteelt onder glas" (pagina 6), „Welke appel- en pererassen gaat Nederland telen?" pagina 11 en het korte verslag van de tuinbouwcommissie der ZLM (pagina 4). O In dit nummer ook de nieuwe lonen en arbeidsvoorwaarden C.A.O. Land- en Tuinbouw voor de provincie Zeeland kontraktjaar '69'70. Niet volledig, maar daarvoor moet u de C.A.O. aanvragen (pagina 4). „Onbekend maakt onbemind". Aan dit gezegde zal ook de Vereniging van de Nederlandse Che mische Industrie gedacht hebben. In elk geval toen van de zijde van de Zeeuwse chemische industrie de suggestie werd gedaan om door middel van een voorlichtingsmiddag een brede kring van geïnte resseerden nader over de chemie in Zeeland, de aard, de problemen, de betekenis, de manier van werken en de toekomstmogelijkrheden te informe ren, heeft men op betrekkelijk korte termijn de or ganisatie van deze middag rond gekregen. Publifc relatione door deze jonge tak van industrie, waar voor van vele zijden grote belangstelling bestond. Een viertal sprekers belichtte op zo objectief mogelijke wijze de verschillende zienswijzen en meningen terwijl daarnaast een uitgebreid forum, waarin naast de inleiders ook vertegenwoordigers van de chemische industrie zitting hadden, vragen beantwoordde van allerlei aard die bij de toehoor ders naar voren kwamen. In zijn openingswoord sneed de voorzitter, drs P. A. Neeteson, algemeen directeur van de N. V. Zuid-Chemie, het probleem aan dat velen indirekt betrokken bij de vestigingen van de chemische in dustrie na aan het hart ligt n.l. de problematiek van de lucht- en waterverontreiniging en van de gevaarlijke stoffen waar nu eenmaal mee moet wor den gewerkt. Hij maakte daarover de volgende op merking: „Oordeelt niet eenzijdig; deze problema tiek mag men niet los zien van de chemische in dustrie in maatschappelijk en economisch opzicht. Tot dusver wordt hierover nog al eens gesproken en geschreven in wit en zwart. Men zal zich moe ten gaan realiseren dat het een kwestie is van allerlei nuances grijs, hoe donker dat grijs mis schien ook in vele gevallen zal zijn. Drs. Neeteson wees er in dit verband op dat onze maatschappij zonder industriële produkten niet zou kunnen be staan, niettegenstaande men weet dat de vervaar diging daarvan onherroepelijk ongemakken met zich meebrengt. Maar dat is bijv. evenzeer het ge val met de auto, die niemand meer zou willen mis sen of verboden zou willen zien. De aanwezigheid van de industrie, speciaal de chemische industrie, is even noodzakelijk ongeacht de bezwaren die daaraan verbonden*zijn. Men zal dit des te gemakkelijker doen naarmate de overtuiging bestaat dat de industrie zelf ai het mogelijke doet om de ongemakken en gevaren tot een minimum te beperken. Dit is in steeds toene mende mate het geval. Overal en op alle gebie° den treft men waar dat technisch en economisch mogelijk is maatregelen. We zijn thans zo ver dat dit al begint op de tekentafels van de ingenieurs die een nieuwe installatie ontwerpen. In gevallen waarbij verschillende processen tot hetzelfde ge wenste doel leiden kiest men tegenwoordig bij voor keur dat proces waarbij de minste of de minst hin derlijke afval ontstaat. Steeds meer ook laat men de processen zich voltrekken in een volkomen ge sloten apparatuur waarin alle stoffen telkens weer recirculeren tot er zo weinig van over is dat men dit zonder te veel bezwaren kan verwijderen. Drs. M. C. Verburg, direkteur van het E. T. f. voor Zeeland, behandelde de industriële ontwikke ling van Zeeland van de economisch-sociologische kant. Hij wees op de achterstand in groei van het aantal inwoners in Zeeland met de daaraan ver bonden bezwaren ten aanzien van de algemene voorzieningen. (Zie vertier pagina 3J

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1