Onkruid- bestrjjding in wintertarwe in nieuwe banen Brouwgerstnieuws 19 P. VERHAGE R.L.V.D. Axel-Goes Ook grote Muurpollen worden met Tribunil nog uitstekend bestreden (links onbehandeld, rechts behandeld). ^FOT een jaar of tien geleden zag het onkruidbe- strijdingsschema in granen er zeer eenvoudig uit: DNOC tegen de zaadonkruiden en de groeistof fen MCPA en 2,4-D tegen de wortelonkruiden. Met de MCPP en MCPA/TBA werd dit schema in zoverre doorbroken dat tegen de zaadonkruiden ook groei stoffen gebruikt konden worden. Alles bij alles ech ter nog een vrij eenzijdig geval in zoverre dat de grasachtige onkruiden zoals duist, gespaard werden. Zelfs profiteerden duist, windhalm en tuintjesgras vaak nog van de ruimte die ze kregen als muur en kamille opgeruimd werden. Het was dus niet verwonderlijk dat de volgende stap geweest is de komst van Avadex (BW) die ech ter ook weer veelzijdig dus alleen grasachtigen meenam. In hetzelfde vlak lag min of meer de toe passing van Gesaran 2088 en Eptapur Speciaal die voor duistbestrijding in het voorjaar het assortiment kwamen versterken maar toch minder naar voren kwamen als DNOC-vervangers tegen muur en ka mille. Wel hadden hiermede de bodemherbiciden in de granen hun intrede gedaan. Vervolgens verscheen najaar 1967 de Igran-50, toe te passen (zoals de meeste bodemherbiciden in ander gewassen) direkt na het zaaien, van de wintertarwe. Dit middel mist de eenzijdigheid van de hiervoor genoemde middelen en bleek in 1967/'68 in tal van gevallen zowel de duist als de muur en kamille zo danig te onderdrukken dat ook in het voorjaar niet meer gespoten hoefde te worden. Dit zou de indruk wekken dat hiermee alle problemen in de winter tarwe opgelost zouden zijn: zaaien, spuiten, klaar! Zeer waarschijnlijk een wat voorbarige konklusie omdat in de meeste gevallen nog een bestrijding in het voorjaar zal moeten volgen. Gesteld kan worden dat op duistpercelen dit middel op zijn plaats is en dat het dan meegenomen is dat het ook de in het na jaar kiemende muur en kamille bestrijdt. Blijkt het dan nodig in het voorjaar nog te spuiten dan heeft men in elk geval al met kleiner (dus gevoeliger) muur en kamille te maken. Uit het kwartaalrapport oktober-december 1968 van het N.I.B.E.M. wordt betreffende de werkzaam heden onderzoek afd. brouwgerst vermeld dat het 33 N.I.B.E.M.-jaarboekjë 1969 in maart 1969 zal ver schijnen. Daarin zal ondermeer een gedocumenteerd verslag van de resultaten van de proefvelden zijn opgenomen. Tevens zal daarin de vermoutings- en brouwresultaten met de oogst van de ha-velden worden gegeven door ir. B. de Jong, voorzitter van de Commissie Nieuwe Passen in de Industrie. Zeer in het kort luidt de conclusie in het 33e N.I.B.E.M.-jaarboek je ten aanzien van het ras Delisa: Onder voorbehoud als brouwgerst geaccepteerd. Resultaten met partijen uit centrale en noordelijke zeeklei met dit ras, oogst 1967, zijn gunstiger dan die van partijen afkomstig uit het zuid-westelijk kleige bied. In loeide gevallen heeft Delisa het hoogste afvalper- centage. Gezien het feit dat na het schonen van de afzonderlijk rassen te weinig overbleef om apart te vermouten, werd besloten de partijen rasgewijs te vermengen en gezamenlijk te vermouten. Dit heeft plaats in de kasten van de Mouterij Menu te Kloos- terzande (in januari 1969). BEMESTINGSPROEFVELD MET STIKSTOF Uit de resultaten van de gerstanalysen van het proef veld (Z 2329) blijkt dat de korrelopbrengsten bij de laagste N-giften nog steeds een neiging tot stijgen vertonen. Het eiwitgehalte neemt bij het toedienen van de eerste N-giften af vergeleken met dat van de controle. N-hoeveelheden proefveld Z 2319 (gem iddelde van de twee herhalingen) Zaai- datum: 22 maart 1968. Ras: Cambrinus N-gift b.d. zaai kg/ha 0 18 36 54 80 110 Korrelopbrengst kg/ha 1860 2630 3110 3920 4160 5260 Legeringspercentage 0 0 0 0 40-100 90-100 Eiwit d.s. 9,6 9,3 9,4 9,6 10,1 10,7 1000 korrelsgew. d.s. g. 36,5 36,6 37,3 36,6 36,5 36,2 Afval 5,8 5,1 4,9 6,8 9,8 13,5 HA-VELDEN OOGST 1968 De oogst van de proefvelden te Colijnsplaat en Ter- neuzen werd geschoond en gedroogd door resp. No- beco te Kortgene en de C.A.V.V. O.-Zeeuws Vlaan deren te Axel-Sassing. Er was een vrij hoog percen tage afval. Colijnsplaat Zaamslag Cambrinus 10,1% 16,7% Delisa 15.1% 29,4% CIV 490-4 (Berac) 8,5% 15,9% Bij de volgende verhogingen van de stikstofgift stijgt het eiwitgehalte langzaam; op dit proefveld echter pog niet tot een onacceptabel niveau. Legeren zowel als het afvalpercentage nemen bij de hoogste N-gif ten sterk toe. Uit de ingevoerde analysen van het oplosbaar stikstof in de grond, blijkt dat reeds op 14 mei van de bemestingsstikstof vrijwel niets meer in de grond aanwezig is. Bemonstering van de grond vóór deze periode kan een inzicht geven in de snelle verdwij ning ervan. Dit zal volgend jaar plaatsvinden. De mogelijkheid van inzaai van een ondervrucM (gras, klaver) is wat betreft Hoe 2913, Certrol/Epta- pur Speciaal en Tribunil nog in onderzoek. Er zijn aanwijzingen dat men bij Tribunil ruim een maand na het spuiten zowel gras als klaver kan zaaien. Voor de meeste klaversoorten is dit vrijwel zeker te laat; voor de teelt van italiaans raaigras zal dit meestal nog wel mogelijkheden bieden. Ook bij Hoe 2913 is na vijf weken grasinzaai waarschijnlijk mogelijk. EKENING houdend met de late zaai van de tarwe komen wij tot de volgende konklusie: Waar men van plan is in de wintertarwe klaver te zaaien kan men het beste DNOC spuiten, liefst zo vroeg mogelijk. In vergelijking met andere ja ren kan waarschijnlijk met kleinere hoeveelheden worden volstaan. Er zijn thans een drietal middelen beschikbaar die DNOC kunnen vervangen en veiliger zijn voor het gewas dan MCPP en MCPA/TBA. De beste resultaten worden verkregen op niet te grof- liggend land en op klein onkruid. Vooral bij een wat late ontwikkeling van de tarwe (minder snel de grond bedekkend) kan de nawerking van deze middelen een voordeel zijn. Van de drie genoemde DNOC-vervangers kunnen op percelen zonder grasachtige onkruiden zowel Hoe 2913 als Certrol/Eptapur Speciaal en Tribunil gebruikt worden. Bij aanwezigheid van kleine duist zijn de beide laatste middelen geschikt. Bij aanwezigheid van windhalm en tuintjesgras ver dient Tribunil de voorkeur. 12 EST dan de vraag naar de mogelijkheid om ook in het voorjaar in granen van een langdurige werking van bodemherbiciden gebruik te maken. Een antwoord hierop was voorjaar 1968 de komst van twee middelen die elk kontaktherbicide bodem herbicide bevatten. Hoe 2913 bevat dinoseb-acetaat linuron; Certrol/Eptapur speciaal bevat ioxynil -f buturon/cycluron. Beide middelen bleken zowel op muur als op kamille die het DNOC-stadium reeds gepaseerd waren, goede resultaten te geven. Het op vallende verschil met DNOC is dat de werking door zet. Waar men na een DNOC-behandeling b.v. de muur weer zachtjes weg groen ziet worden gaat bij de genoemde mengsels kleur en omvang van de muur steeds meer achteruit. Dus een bedrijfszekerder wer king op het onkruid! rjPENSLOTTE (lest best?!?) komt dit voorjaar het middel Tribunil op de markt. Een middel waar van de werkzame stof en als kontaktherbicide en als bodemherbicide werkt. Ook dit middel bleek muur en kamille van groter formaat dan bij DNOC het geval is, aan te kunnen. Evenals door Certrol/Eptapur Speciaal wordt kleine duist hoogstens 2 3 blaad jes nog wel bestreden. Op grotere reeds in het na jaar gekiemde duist is de werking onvoldoende. Op vallend is bij Tribunil de goede werking op ook wat grotere windhalm (of pluimgras) en tuintjesgras. Bovendien is Tribunil bijzonder veilig voor het ge was en hoeft men zelfs bij overlappen nog geen schade te verwachten. Er zijn thans dus middelen beschikbaar die duide lijk voordelen bezitten boven DNOC. Minder giftig, geen geelkleuring, langer werking en daardoor min der afhankelijk van de weersomstandigheden op het moment van spuiten en tenslotte ook een bredere werking doordat ook grasachtigen (in meer of min dere mate) bestreden worden. Tribunil komt qua prijs ongeveer 10,-, de twee andere middelen plm. 20,- boven DNOC. Windhalm wordt door Tribunil radicaal opgeruimd (voorgrond: behandeld, achtergrond: onbehandeld) TRIBUNIL Nog tijdig voor het seizoen 1969 komt onder de naam Tribunil een nieuw, breedwerkend middel ter beschikking voor de onkruidbestrijding in zo mer- en wintertarwe. Het betreft hier een spuit- poeder op basis van een Ureumderivaat, dat niet alleen als bodemherbicide, maar tevens als con tactmiddel werkzaam is. In Duitsland en België is dit middel reeds op grote schaal in de praktijk toe gepast en in ons land gedurende drie jaren in een groot aantal veldproeven nauwkeurig op zijn waar de onder Nederlandse omstandigheden onderzocht. Het middel werkt behalve tegen straatgras, windhalm en duist voorzover deze laatste nog niet is uitgestoeid) ook tegen muur, ereprijssoorten, kamille, herderstasje, ganzevoetsoorten, koren bloem, varkensgras, witte krodde en vele andere breedbladige onkruiden. Tribunil dient in wintertarwe zo kort mogelijk na de winter tot het vijfbladstadium van de tarwe in een dosering van 2,5 tot 3 kg per hectare te worden toegepast. In zomertarwe bedraagt de do sering eveneens 2,5 tot 3 kg per hectare, te spuiten in het drie-vijfbladstadium. De werking op zowel grasachtigen als breedbladigen is in de eerste plaats een gevolg van opname van het middel via de wor tels. Hoe hoger de temperatuur en hoe inten siever daarmee de stofwisseling in de plant hoe ster' "r is echter ook de bladwerking. Regen, kort na de toepassing, bevordert de op name via de wortels in hoge mate. Deze werk zaamheid onder uiteenlopende weersomstandighe den draagt in niet geringe mate bij tot de bedrijfs zekerheid van het middel. Behalve aan de herbi cide werking is bij het onderzoek in de laatste jaren vooral aandacht geschonken aan de veiligheid van het middel voor het gewas. Zowel winter- als zomertarwe hebben een zeer grote tolerantie voor Tribunil getoond; zelfs in dubbele en drievoudige doseringen op grondsoor ten met percentages afslibbare delen, variërend van 46 pet tot 15 pet, kon geen enkele ongunstige re actie van winter- en zomertarwe worden waarge nomen. Dus een voor tarwe uitermate veilig middel, al dus meldt ons Bayer-Agrochemie N.V., Arnhem.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 19