de beste haver is Mansholt op pad MEDEDELINGEN F. de Ronde nam afscheid als landbouwvoorlichter Welke invloed zal uitvoering van het plan Mans- holt hebben op de grondprijzen in de E.E.G.? Dat was één van de vragen die tijdens een forum discussie op het Europese plattelandscongres van de Wiardi Beekman Stichting in Amsterdam aan de orde kwamen. Dr. Mansholt, lid van het forum, zag het pro bleem van de vragensteller, die vreesde dat de genen die, in de afvalrace om tot grotere produk- tie-eenheden te komen, over zouden blijven worden geselecteerd via de portemonnee, via het tegen elkaar opbieden bij de aankoop van grond veel optimistischer. De afgelopen jaren waren er nog tien miljoen potentiele kopers van land bouwgrond. Bij uitvoering van het plan echter zal, omdat er een selectie wordt gemaakt, het aantal potentiele kopers of huurders veel kleiner zijn dan het aantal van vijf miljoen werkers dat de commissie in de landbouw wil laten blijven. In de grondprijzen is daarom zijns inziens een dalende tendens te verwachten. De heer Mans holt verzekerde dat de verschillende voorge stelde regelingen om afvloeiing uit de landbouw voor de betrokkenen mogelijk te maken, ook zouden gelden voor landarbeiders. Dr. Mansholt die op dit Plattelandscongres een inleiding hield en kortgeleden ook op de alge mene vergadering van de K.N.B.T.B. sprak stel de daarin o.m. dat: hij zich zorgen maakte over bewindslieden en andere politici die, naar aanleiding van wat in het programma „landbouw 1980". wordt gezegd over de onvolkomenheden der Europese land bouwstructuur, zeggen „dat valt bij ons wel mee". Hij had dergelijke geluiden vernomen uit het Nederlandse parlement en ook de Neder landse minister van landbouw ir. Lardirtois, had zieh nogal geruststellend uitgelaten. Hg vond dat de eenheden waarin de Neder landse landbouw werkt nog lang niet groot ge noeg zijn. Om die opvatting te staven haalde hij cijfers aan van gegevens over de ontwikkeling van de landbouw in Noord-Brabant. Volgens de rijkslandbouwvoorlichtingsdienst zou het aantal koeien op een bedrijf tenminste twintig moeten zijn en het aantal varkens ten minste veertig, wil zo'n bedrijf gezond zijn. Maar, aldus dr. Mansholt, geen enkele econoom rekent bedrijven met dezè aantallen dieren meer tot de rendabele bedrijven: Het moeten drie maal zoveel koeien en tien keer zoveel varkens zijn. In Noord-Brabant blijkt, dat 93 procent van de bedrijven beneden de door de rijkslandbouw- voorlichtingsdiënst gestelde lage norm ligt. Nog geen vijf procent van de bedrijven heeft het ge stelde minimum-aantal van veertig varkens. de Europese Commissie wil met haar plan de boeren de mogelijkheid geven hun bedrijf te be ëindigen, het zij door met pensioen -te gaan, het zij door een ander beroep te kiezen. De daardoor vrijkomende grond wil zij deels gebruiken voor het creëren van moderne landbouwbedrijven, deels wil zij hem uit de landbouwproduktie nemen en bestemmen voor bebossing, recreatie gebied, natuurparken e.d. De commissie, zo zei dr. Mansholt verder, wil niet zo maar geld ste ken in 't creëren van nieuwe cultuurgrond. Een opmerking die hij bedoelde als „waarschuwing voor hen die van plan, zijn onze prachtige wad den te gaan inpolderen". Dr. Mansholt zou het belangrijk vinden" als de vrouw op de boerderij voor de boekhouding zou kunnen zorgen, en in het algemeen voor het schriftelijke werk dat op zo'n bedrijf te doen valt. Maar ze moet uit het zware werk gehaald worden. Hij vreesde dat dat laatste niet zal ge beuren als.men te werk zou gaan volgens de ideeën van de Duitse Boerenbond: de boer werkt overdag in de industrie. Terwijl iedereen recht heeft °P twee vrije dagen moeten dan of de boer in zijn avonduren of zijn vrouw op het kleine bedrijfje blijven ploeteren, en in geval van ziek te is de vrouw de enige arbeidsreserve. Dr. Mans-holt doelend op de prijs-gedeelte en het structuurgedeelte van het plan der Europese Commissie, zei dat deze commissie het volstrekt ongeoorloofd- acht de voorstellen uiteen te scheu ren in de onjuiste veronderstelling dat het een niet met het ander te maken heeft. - Dr. Mansholt stelde dat .het agrarisch inkomen in twintig jaar tjjÖs" verdrievoudigd zal moeten worden, wil het op gelijke hoogte komen met het inkomen in andere bedrijfstakken. Op het ogen blik is het agrarisch inkomen per hoofd name lijk twee derde van het hoofdelijk inkomen in de industrie, en voor het industriële inkomen wordt voor de komende twintig jaar een ver driedubbeling verwacht. Bij de huidige struc tuursituatie achtte hij zo'n verdriedubbeling van het agrarisch inkomen echter onmogelijk. De arbeidsproduktiviteit in de landbouw is de laat ste jaren meer gestegen dan die in de industrie, maar door de investering die voor die produkti- viteitsstijging nodig waren steeg het agrarisch inkomen niet. Zal men de boeren die volgens het plan der com missie zouden moeten afvloeien, in andere be drijfstakken kunnen opvangen? Volgens dr. Mansholt is dat globaal gezien geen probleem. De beste economen menen dat het kan. Het pro bleem dat er aan verbonden is, is dan ook geen globaal, maar een regionaal probleem: in wat dr. Mansholt noemde de „industrie-lege" gebieden zullen 80.000 nieuwe arbeidsplaatsen moeten worden gecreëerd. Die regionale programma's moeten met kracht gestimuleerd worden, vindt de commissie. We zullen de moed moeten hebben te vragen; „Wat mogen we nog subsidiëren?" Talloze land bouwbedrijven die met subsidies geholpen zijn, ook in Nederland, staan op het ogenblik voor grote moeilijkheden. We hebben de plicht om na te gaan waar de rentabiliteitsgrens ligt, aldus dr. Mansholt die vervolgens een aantal in het programma voorkomende cijfers over gewenst® aantallen koeien, varkens en kippen aanhaalde. De commissie heeft gemeend iets te moeten zoe ken, waaraan iedereen kan deelnemen, waarbij ook de kleine boer die zijn bedrijf vergroten wil, de kans daartoe krijgt. Drie of vier boeren met ieder tien koeien (dr. Mansholt sprak hier met name over de toestand in Frankrijk en Duits land) moeten bijvoorbeeld de kans krijgen samen een produktieëenheid met 150 koeien te stichten. In Duitsland is nu bijvoorbeeld zo'n bedrijf met 150 mestossen, een man heeft er t uur per dag werk aan. De statistieken wijzen volgens dr. Mansholt uit, dat bij toenemende bedrijfsgróotte de intensivi teit van de bedrijfsvoering afneemt. Volgens een Nederlandse studie hebben bedrijven kleine? dan vijf hectare twee koeien per hectare; op een- bedrijf met meer dan 30 hectare is dat een halve, koe per hectare. Als dertig procent van de klein® stallen verdwijnt, aldus dr. Mansholt. Verdwijnt het boteroverschot. Zelfs zou er een tekort komen als er op de grotere bedrijven geess. koeien bij zouden komen. Deze manier om het marktevenwicht te herstellen verdient volgens de Europese Commissie de voorkeur boven prijs verlaging of belasting op te grote produktie e® eveneens boven produktie-contingentering, die in strijd is met het beginsel van de specialisatie*, de produktie daar waar ze het best kan geschie den. LANBOUWPRIJSINDEXCIJFERS, DECEMBER 1968 (Basis 149/'50/1952/'53 100) Volgens mededeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg het algemeen landbouwprijs- indexcijfer in december 157 tegen 156 in november en 138 in december 1967. Het groepsindexcijfer voor akkerbouwprodukten liep met 3 punten op tot 135, hoofdzakelijk als gevolg van de hogere prijs voor consumptie-aardappelen. In december 1967 bedroeg het groepsindexcijfer 121. Bij de groep veehouderijprodukten bleef het prijs indexcijfer gelijk aan dat voor november n.l. 163. De hogere prijzen voor rund- en varkensvlees werden geheel gecompenseerd door de lagere adviesprijs voor paarden en melk. In de overeenkomstige maand van 1967 bedroeg het groepsindexcijfer 143. Het groepsindexcijfer voor kostenfactoren bleef gelijk aan november 1968 (229); di. 9 punten hoger dan in december 1967. BESTEMMINGSPLANNEN Cadzand. Met ingang van 12 februari ligt geduren de een maand ter inzage het Bestemmingsplan Vla- minkpolder I in ontwerp. Gedurende deze termijn kan een ieder bij de gemeenteraad schriftelijk bezwa ren indienen tegen dit ontwerp. 's-Heer Arendskerke: Vanaf 21 februari ligt gedu rende een maand ter inzage het ontwerp-bestem- mingsplan „Lewedorp-Noord 1968", regelende de be stemming van de gronden gelegen ten noorden van «de Veerse Meerstraat te Lewedoro. Ged--ren^e boven genoemde termijn kan een i^der schriftelijk bezwa ren indienen bij de gemeenteraad. (Vervolg van pag. 2) HOZUBRA - STIERENKEURING De HOZUBRA stierenkeuring is vastgesteld op vrijdag 11 april 1969 te Etten (N.-3r.). Stierhouders en -fokkers kunnen hun fokstieren, geboren vóór 1 mei 1968 voor deze keuring aangeven. Aanmeldingen tot uiterlijk 1 maart a.s. te richten aan de Rijksvee» teeltconsulent voor Zeeland, Landbouwcentrum Zee* land, Westsingel 58 te Goes (tel. 011006440 toestel 124). Onlangs nam op een gezamenlijke bijeenkomst van medewerkers van de Rijkslandbouwvoorlich- tingsdienst en het bestuur van de Federatie van Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting op de Zeeuwse Eilanden, in het Landbouwcentrum te Goes de heer F. de Ronde afscheid als bedrijfs- deskundige voor het gemengde bedrijf bij genoem de dienst. Als eerste spreker voerde dr. ir. C. W. C. van Beekom, hoofdingenieur-direkteur voor de Land bouwvoorlichting in Zeeland, het woord. Deze herinnerde aan het pionierswerk dat de heer De Ronde had verricht toen hij in december 1936 door ir. Ovinge, toen bedrijfskonsulent in Zeeland, be last werd met het opstellen van kostprijsbereke ningen. „Niet minder zette u zich in tijdens de perkxle van na-oorlogs herstel waarbij u ook aan „het wonder van Tholen" een daadwerkelijke bijdrage hebt geleverd", aldus dr. ir. Van Beekom. De heer M. C. J. Kosten te Tholen, voorzitter van de Federatie, ging eveneens met name in op de belangrijke plaats die de heer De Ronde op Tholen tijdens zijn verblijf aldaar van 1936 tot 1953, had ingenomen. Namens het Thoolse be drijfsleven bood hij het echtpaar De Ronde een set aan met historische kaarten van Tholen. Ir. M. A. van der Beek, rijkslandbouwkonsulent te Goes, schetste als chef van de scheidende funk- tionaris, deze als een all-round, sterk op de prak tijk ingesteld voorlichter, die achter de voorlich- tingsboodschap steeds de mens zag en steeds bezig was met het zoeken naar het beste voor de Zeeu wen en hun bedrijven. Hierbij viel de laatste jaren sterk de nadruk op het onderzoek naar de juiste bedrijfsgrootte en op de mogelijkheden tot samenwerking van gemengde bedrijven. Namens de kollega's en de Federatie van Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting bood ir. Van der Beek tenslotte de heer De Ronde een elektrische boor met diverse hulpstukken aan. Ook mevrouw De Ronde ontving een attentie. In zijn afscheidswoord ging de heer De Ronde nog nader in op verschillende facetten van zijn werk gedurende de 36 jaar dat hij na een goéd benutte tijd van voorbereiding op het ouderlijk bedrijf op Sint Philipsland, de Zeeuwse land-* bouw in breder verband diende. Van 1933 tot 1936 was hij werkzaam bij het P.V.C.-apparaat en als keurmeester bij de N.A.K. Vervolgens werd hij via de Dienst Kleine Boeren ingeschakeld bij de voorlichting waarbij aktiviteiten in diverse rich tingen werden ontplooid. Naast technische onder werpen als grondonderzoek en mechanisatie was het steeds weer het landbouwbedrijf in haar ge heel dat de aandacht vroeg. Efficiency en ekono- mie waren begrippen waar Frans de Ronde al vroeg mee wist te werken en daarbij ook kans zag ze te vertalen voor de praktijk. Met enkele toepasselijke woorden sloot tenslotte ir. Van der Beek deze bijeenkomst, waarna er ge legenheid was persoonlijk afscheid van de heer en mevrouw De Ronde te nemen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 4